Kom dat stoeltje eens uit! Een gesprek met Erik Scherder over bewegingsarmoede - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Wetenschap en technologie

Kom dat stoeltje eens uit! Een gesprek met Erik Scherder over bewegingsarmoede

The Optimist 5 min leestijd 5 juli 2022
FotoThe Optimist

Op zijn bescheiden werkkamer aan de Vrije Universiteit in Amsterdam komt professor Erik Scherder tot heldere inzichten. Eén ervan is dat we nog steeds te maken hebben met een pandemie: die van bewegingsarmoede. 

Door: Brian de Mello

Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder is bij het grote publiek bekend geworden door zijn optredens en colleges op tv bij DWDD, maar hij heeft ook een aantal populaire boeken over het brein op zijn naam staan. Alles om mensen van alle rangen en standen bewust te maken van de werking van de hersenen en de invloed van ons handelen op ons welzijn. Het begrip ‘gezond verstand’ is een kolfje naar zijn hand.

Flexibel opstellen

Als mensen eenmaal in een ingeslagen weg denken, dan is het volgens Scherder lastig om daaruit weg te komen. ‘Dat geldt voor ons allemaal. Je moet goed kunnen “remmen” om je open te stellen voor nieuwe ideeën. Met remmen bedoel ik: dat je op de ingeslagen weg terug kunt komen. Neem bijvoorbeeld creativiteit; dat wordt vooral bekeken als het krijgen van een bepaald idee. Maar eigenlijk moet je dat idee juist loslaten. We spreken van inhibitie of remming. Loslaten, zodat er weer ruimte komt voor een nieuw idee.’ Leiders, die op een beslissing durven terug te komen, getuigen van een bijzonder gezond verstand, merkt hij op. ‘Het is heel knap als ze dat kunnen.’

Ter illustratie schetst hij het beeld van een museum. Dat beschikt over een kelder vol met kunstwerken die het daglicht nooit zien, terwijl dag in dag uit dezelfde collectie ten toon wordt gesteld. ‘Dat is een bekend fenomeen in de kunstwereld. Je kunt je dan afvragen hoe “versteend” ons brein is om iets anders te bedenken.’ Schrale troost is dat we allemaal hiermee te maken hebben. Wegstappen van dingen die je altijd hebt gedaan is niet makkelijk, en we horen de professor zeggen dat het vaak nog lastiger wordt naarmate de jaren voortschrijden. ‘De flexibiliteit in denken neemt vanaf je dertigste in principe al wat af, maar dat geldt niet voor iedereen. Als je opgroeit met het idee dat er altijd uitdagingen zijn en dat je nieuwe dingen kunt ondernemen,  dan kom je niet zo snel in de sfeer van “dit doe ik nu, en dit blijf ik doen”. Gezond verstand is naar mijn idee een verstand dat zich flexibel blijft opstellen.’ Hierbij maakt Scherder de kanttekening dat erfelijkheid een rol speelt, maar dat is niet de enige bepalende factor. Hij wijst op het belang van epigenetica, de omgevingsfactoren die de expressie van je genen veranderen.

Bewegen moet

Als lid van de Nederlandse Sportraad is Scherder ambassadeur van de boodschap dat wij, jong en oud, dagelijks meer zouden moeten bewegen. Dat heeft hij niet zelf uitgevonden; in zijn ogen is hij slechts de boodschapper van het relevante wetenschappelijke onderzoek binnen zijn vakgebied. ‘Het is allemaal al gepubliceerd en niet door mij bedacht. We hebben in eerste instantie gedacht dat het mensen zou wakker schudden als ze te horen krijgen wat de invloed is van bewegen op je cognitieve ontwikkeling. Als ouders zouden horen wat het effect van bewegen is op de hersenen van hun kinderen. Maar nee, dat heeft het helemaal niet gedaan.’ 

Zijn inspanningen met de Nederlandse Sportraad, het aan tafel zitten met ministers, Kamerleden en het RIVM; het heeft tot nu toe niet mogen baten. Hij kan slechts gissen waar dat aan ligt. Terwijl de literatuur geen twijfel laat bestaan over wat nu een verstandige aanpak is: ‘Als er iets is wat wij zelf kunnen doen tegen toekomstige pandemieën, dan is het dat de overheid moet zorgen voor een beter afweersysteem van zijn burgers. Kennelijk is het geen prioriteit, is het de urgentie niet. Er staan andere dingen op de agenda en daar kan men maar niet van afkomen. Vraag me niet hoe dat kan.’

In een gesprek met een verantwoordelijke minister van Onderwijs was het voorstel van Scherder eenvoudigweg: laat kinderen op de basisschool na een half uur zitten, drie minuten bewegen naast hun stoel. ‘Dat kost niets extra, maar je krijgt zo meer gevoeligheid voor insuline, daarmee minder risico op diabetes, hart- en vaatziekte, overgewicht; precies het probleem in Nederland, waar de helft van de mensen met overgewicht mee kampt. En daarnaast werkt bewegen in het voordeel van het onderwijs: het verbetert de concentratie en via sport en spelen leren kinderen samenwerken.’ Het leek tegen dovemansoren gezegd. ‘Daar kan ik me behoorlijk druk over maken’, verwoordt hij het netjes. ‘We willen met de Nederlandse Sportraad dat de jeugd weer leert dat bewegen een normaal onderdeel is van de dag. In twintig jaar tijd is, van de Nederlandse bevolking, slechts vijf procent méér gaan voldoen aan de bewegingsnormen van twintig jaar geleden. En die normen zijn inmiddels achterhaald!’

Er zin in hebben

Het verband tussen bewegen en positief in het leven staan is onlangs tijdens studies in de COVID-periode aangetoond. ‘Jonge mensen die gewend waren om drie keer per week een halfuur te sporten en dat vanwege de lockdown niet meer konden, begonnen binnen twee weken depressieve symptomen te vertonen. Ook voor mensen met een angststoornis of gevoelens van depressie is bewezen dat bewegen, rennen, wandelen, ervoor zorgt dat er stofjes in de hersenen vrijkomen die de druk op de negatieve systemen doet toenemen zodat er minder naar boven komt. 

Voor iedereen die zich na een dag op kantoor of thuis zitten wat miserabel voelt en denkt ‘ik heb nergens zin meer in’, heeft Scherder een waardevolle tip: De netwerken in de hersenen die te maken hebben met “zin hebben, initiatief nemen” zakken na een hele dag zitten in. Om die netwerken te activeren, kun je gaan bewegen binnen je mogelijkheden.’ Hij formuleert het voorzichtig omdat hij als geen ander begrijpt dat de omstandigheden van ieder individu verschillen. ‘Veel mensen hebben het niet makkelijk en ervaren veel tegenslag. Het enige wat ik ze kan meegeven is: misschien kun je op bepaalde momenten proberen te bedenken “wat doe ik te weinig” en kan dat bijdragen aan het “je beter voelen”. En wellicht kun je meer dan je denkt.’

Brian de Mello is hoofdredacteur bij samenwerkingspartner The Optimist. Het artikel verder lezen? Klik dan hier.

FotoThe Optimist