Willem de Ridder en zijn Handboek Spiegelogie
“Niets heeft een betekenis behalve degene die je er aan geeft…” is de allereerste zin op de website van Willem de Ridder. Voor wie deze icoon niet kent:
Willem is op 14 oktober 1939 geboren te ‘s-Hertogenbosch en in één woord te omschrijven als verhalenverteller. Dit doet hij door middel van theater, het schrijven van boeken en artikelen in tijdschriften en het maken van radio. Met zijn bijna 83 jaar is hij nog steeds jong van geest en vol met verhalen die verteld mogen worden. Zo heeft hij een podcast op Spotify. Zijn laatste boek ‘The adventures of Willem de Ridder’ kwam uit in 2017, maar is niet waar ik het over wil hebben. Zijn cv is zeer lang, maar de meeste indruk heeft zijn ‘Handboek Spiegelogie’ op mij gemaakt. Dit boek is als een Bijbel voor mij en ik kan niet meer tellen hoe vaak ik het heb gelezen. Tijdloos. En een eye-opener voor ieder die alles uit het leven willen halen.
Toen ik in 2007 ‘The Secret’ ontdekte en deze overal met mij mee naar toe nam, attendeerde een collega mij op het boek van Willem de Ridder.
“The secret is leuk, maar als je echt wilt weten hoe de wet van aantrekking werkt, moet je bij Willem zijn. Hij kan het zo beschrijven dat zelfs iemand die niks gelooft, hierin gelooft.”
De woorden van mijn collega maakten mij zeer nieuwsgierig. Niemand zo nuchter en aards als hij, dus dat boek moest wel iets bijzonders zijn.
Aantrekkingskracht
De eerste druk van het ‘Handboek Spiegelogie’ kwam al uit in 1999. Destijds was deze materie bij mij nog onbekend. Willem is wat mij betreft dan ook de voorloper van alle manifestatie coaches die er nu zijn. De wet van de aantrekkingskracht en manifesteren is ‘hot and happening’, maar de eerste Nederlander die zich aan het verspreiden van deze informatie waagde, is toch echt de heer de Ridder. En dat al 23 jaar geleden.
Zo zag Willem toen al in dat de manier van scholing die er is, niet de juiste is. Zodra je als kind naar school gaat, word je in eerste instantie van alles afgeleerd in plaats van geleerd. Ik citeer uit het boek:
“Voor de klas staat een door de regering aangestelde verteller die jou komt uitleggen hoe het leven werkt. Dat gaat zo: Je moet niet denken dat je de rest van je leven kunt blijven spelen, zoals je tot nu toe hebt gedaan. Sprookjes zijn leugens. Nu wordt het leven serieus en moeten we aan onze toekomst denken. Als jij later een succesvolle manager wilt worden, zul je nu echt moeten blokken. Vanaf nu zullen we je vertellen hoe het leven ECHT werkt. Je zult iedere dag naar school moeten om ‘iemand’ te worden in het leven. Het leven is geen lolletje. Je moet hard werken om iets te bereiken in het leven.”
“Als je echt wilt weten hoe de wet van aantrekking werkt, moet je bij Willem de Ridder zijn”
Wat ik mij pas een paar jaar realiseer, had Willem al veel eerder door. Het beroep Spiegoloog is niet voor niets in het leven geroepen door deze kunstenaar. Het is de eeuwige levenswijsheid die stelt dat alles wat we zien en voelen, een weerspiegeling is van de staat van ons eigen bewustzijn. En dat we allen één zijn in verscheidenheid in het Universum, verbonden in een bundel van liefdesenergie die we bijvoorbeeld God kunnen noemen. Of Allah. Boeddha. Of wat dan ook.
Willem zegt:
“School heb ik nooit leuk gevonden. Ik werd daar behoorlijk geïndoctrineerd. School is er om je af te richten en daar ben ik niet zo van. Ik wilde ook toen al gewoon mezelf kunnen zijn en blijven. Toen ik school had overleefd, vond mijn vader dat ik op zoek moest gaan naar een goede baan. En zo kwam ik op een kantoor van een grote verzekeringsmaatschappij terecht. Het leek wel een grote zaal vol met bureaus en typemachines. Een fabriek. Ik dacht dat ik in de hel terecht was gekomen. Ik zat voor een glazen wand en daarachter stonden dan vier directeuren die ons allemaal in de gaten hielden. Op die plek heb ik de belangrijkste beslissing van mijn leven genomen. Ik zei dat ik nooit meer een baan nam, met geld wilde ik geen bal te maken hebben en ik zou blijven spelen alsof ik een klein kind was. Ik heb gezwaaid naar de directeuren, de typemachine van het bureau geveegd en ik werd ter plekke ontslagen. Ik was opgelucht, maar mijn vader was woedend. Om hem te sussen zei ik dat ik in de reclame ging werken, omdat dat meer geld opleverde en ik mocht met zijn toestemming naar de kunstnijverheidsschool. Ik was op dat moment achttien jaar oud.”
Rotgevoel
Willem had het op die school wat meer naar zijn zin, maar ging daar op een gegeven moment toch tegen heug en meug naartoe. Hij ergerde zich dood aan alles en iedereen om hem heen. Hij besloot weg te gaan uit Nederland, met de gedachte dat zijn ergernissen op zouden houden. Hij emigreerde naar Amerika, omdat hij dacht dat dit de oplossing was. Maar ook daar kwam hij zichzelf tegen. Dezelfde gedachten kwamen weer naar boven en ook daar ergerde hij zich aan van alles en nog wat. Hij kwam tot het besef dat het niet de anderen waren die hem dit rotgevoel gaven, maar hijzelf. Door middel van zijn gedachten had hij de macht over zijn eigen leven uit handen gegeven. Hij legde de verantwoordelijkheid bij de ander.
“Als die vervelende leraar, buurman, politicus of een onbekend iemand op straat nou gewoon normaal zou doen, dan zou ik pas gelukkig kunnen zijn. Het is ons aangeleerd om alles buiten onszelf te zoeken. Je geluksgevoel, maar dus ook de redenen waarom je ongelukkig bent. De enige manier om die macht weer terug te krijgen is te beseffen dat ík de macht heb om iets anders te denken. Alles buiten jou is een spiegel. Je ziet overal jezelf. Dus als jij zegt dat die persoon een eikel is, dan is dat ook zo. Maar als je zegt dat dezelfde persoon fantastisch is, dan is dat ook zo. Daar heb je dus een keuze in. Je ziet de ander niet zoals hij is, maar zoals je denkt dat hij is. En dat is andersom ook zo. Je moet je niet druk maken om wat een ander van je vindt. Als die ander via een verhaal hoort dat jij tien moorden hebt gepleegd, zal hij anders naar je kijken dan wanneer hij via een verhaal hoort dat je tien mensen hebt gered.”
“Alles buiten jou is een spiegel, je ziet overal jezelf”
Willem ging dit uittesten door iedereen die hij op straat tegenkwam te zien als aardig, perfect en geweldig. Na drie dagen was hij kotsmisselijk van zichzelf en iedereen om hem heen die hij als perfect zag, maar toch merkte hij dat het had gewerkt. Er veranderde iets. Door mensen anders te gaan zien, veranderde eigenlijk alles om hem heen. Ten goede. En zo startte hij met mini fanclubs. Kleine groepjes mensen die één keer in de week samen kwamen om elkaar alleen maar te zien als perfect. Deze groepjes groeiden en groeiden en Willem werd steeds gevraagd te vertellen over deze mini fanclubs.
“Je kunt het ook zelf doen. Ik noem dat badkamerspiegelogie. Dan ga je voor de spiegel staan en kijk je jezelf diep in de ogen. Je gaat dan naar al je gevoel in je lichaam en voelt niks anders dan liefde. En energie. Zoiets moet groeien. En zich ontwikkelen. Maar je gaat hier net zolang mee door tot je dankbaar bent voor jou. Voor je lichaam. Voor wie je bent en hoe je bent. Dat je perfect bent en je diepe liefde voor jezelf gaat voelen. Je kunt zoiets zeggen als ‘ik hou van jou, precies zoals je bent en ik steun jou onvoorwaardelijk in al je kracht en grootsheid’.
Deze fanclubjes zijn er trouwens nog steeds. Op Facebook bijvoorbeeld. Kijk maar eens onder de kop ‘Spiegelogie Fanclubs’ of ‘Spiegelogie fanclub volgens Willem de Ridder.’ Het leeft nog steeds. En ondanks dat er inmiddels zoveel mooie manifestatie goeroes zijn opgestaan, is er voor mij in Nederland maar één echte. En dat is niemand minder dan Willem de Ridder.