Wood-wide-web: bosinternet onder je voeten. Bomen praten met elkaar
We lopen allemaal wel eens door het bos. Soms loop je wat door de bladeren te schoppen, een andere keer zoek je paddenstoelen of ben je aan het ravotten.
Het lijkt of de bomen waar je onderdoor loopt daar gewoon maar een beetje staan.
Ze kunnen niet lopen zoals wij. Omdat ze wortels hebben, staan ze op één plaats.
Maar, hou je vast, omdat ze wortels hebben kunnen ze wel met elkaar praten en nog veel meer. Bomen hebben namelijk hun eigen internet!
Wat? Jazeker, bomen praten met elkaar via het zogenaamde Woud-Wijde-Web. Sterker nog, ze kunnen zelfs eten door hun internet sturen. Nu zijn bomen niet echt kletsmajoors. Ze praten vooral over dingen die direct nut hebben. Zo vertellen ze het elkaar als ze zich zwakjes voelen en wat extra eten nodig hebben. Of als ze aangevallen worden door een gemeen insect, zodat ze samen een tegenaanval kunnen inzetten.
Paddenstoelen
In het bos liggen geen glasvezelkabels in de grond, maar wel witte schimmeldraden vol vertakkingen. Dat heet mycelium. Er zijn netwerken die kilometers lang zijn. De vorm ervan lijkt heel erg op het internet dat wij als mensen (later dan de natuur) hebben uitgevonden.
Als je in het bos loopt merk je er niets van. Maar ja, internetkabels in de stad zie je ook niet liggen. In het bos zie je in de herfst wel paddenstoelen. Dat zijn de vruchten van het schimmelinternet onder de grond. En hoe mooi die paddenstoelen ook zijn, de schimmellijnen onder de grond doen het echte werk.
Burenhulp
De bomen die je in het bos ziet zijn vaak familie van elkaar. Er is een moederboom, die zorgt voor haar kinderen. En zo af en toe ook voor wat oudere bomen om haar heen. Moederbomen staan altijd een eindje van hun kinderen af. Om haar kinderen extra eten toe te stoppen schuift ze dat via haar wortels door het ‘Woud-Wijde-Web’ naar de wortels van de haar omringende kinderen. Dat kan ons internet dan weer niet. Het Wood-Wide-Web wordt niet alleen voor de eigen familie, maar voor het hele bos gebruikt. Zeker in oude bossen zijn alle bomen met elkaar verbonden. Ze zijn samen, zoals mensen van een dorp samen zijn, en doen allemaal aan ‘burenhulp’. Zo houden ze elkaar sterk en gezond.
Moederbomen
Pas in 1997 ontdekte wetenschapper Suzanne Simard het ‘Wood-Wide-Web’, toen ze onderzoek deed naar ‘moederbomen’. Ze ontdekte dat het schimmelnetwerk de bomen fosfor en stikstof als voeding geeft. Zelf wil het schimmelnetwerk daar koolstof van de bomen voor terug.
Als extra dienst mogen de bomen boodschappen en voedingsstoffen afgeven die de schimmeldraden dan vervoeren en afleveren. Het is zoals wij internet gebruiken voor digitale informatie. Door het Wood-Wide-Web werken de bomen met elkaar samen. Hun internet is een groot netwerk onder onze voeten en tussen hun wortels.
Bronnen:
Suzanne Simard, Mother Tree Project 1997 Ph.D. thesis.