Het voedselbos rukt op: goed voor mens en natuur
In Nederland kun je steeds meer voedselbossen vinden: honderden hectares zijn al aangeplant. Met iets meer dan een halve hectare voedselbos ben je al 100 procent zelfvoorzienend. Ook in je eigen kleinere tuin kun je er al mee aan de slag. Er zijn al voedselbospakketten voor een paar vierkante meter te koop. Is agroforestry, waaronder het exploiteren van voedselbossen valt, een manier om de verwachte voedselschaarste op te vangen?
Louis de Jaeger, eco-ondernemer en landschapsarchitect uit België pleitte in april nog voor een noodvoedselplan in België met voedselbossen. Net als Nederland heeft België geen noodvoedselplan voor de lange termijn. Volgens Louis is dat gevaarlijk. “Terwijl een maisveld na de oogst kaal achterblijft als de wereld half vergaat, zal je notenboom blijven produceren. Je hoeft die slechts eenmaal te planten en je achterkleinkind zal hier nog steeds de vruchten van rapen”, aldus Louis op Knack.be. Hoewel voedselbossen volgens hem niet dé oplossing zijn om de verwachte voedselschaarste op te vangen, zijn ze wel een belangrijk missing ingredient, betoogt hij. Daarom adviseert hij 5 procent van Belgisch grondgebied om te vormen tot voedselbosvorm.
Op eigen bodem, in Noord-Brabant bijvoorbeeld, groeit het aantal voedselbossen gestaag. Ze zijn arbeidsintensief, maar daarvoor zijn ook al oplossingen: een drone die langs de appelbomen vliegt en checkt of de appels rijp genoeg zijn. Of een robotje dat walnoten raapt. Die techniek is volop in ontwikkeling, aldus John Vermeer, aanjager van de Voedselbosbeweging in Brabant. “Robotjes die eieren rapen laten ook niet meer lang op zich laten wachten, net als appelplukdrones. Ze worden ontwikkeld in Israël en zo kan die techniek op een goede manier worden ingezet.” De verduurzamer in hart en nieren begon met het aanleggen van voedselbossen als tegenhanger van de intensieve landbouw. “Het mooie aan het voedselbos is dat we landbouw integreren, waardoor de biodiversiteit enorm toeneemt. Met een voedselbos kunnen we compleet nieuwe ecotopen creëren, waarmee je ook bijdraagt aan een gezond voedselpallet waaruit je in principe ook vlees kunt weglaten. Als je het goed aanpakt, haal uit een voedselbos 80 procent van de voedingsstoffen die je nodig hebt.”
Agroforestry
Boerin Ramona Schalkwijk van Bloemenweidemelk uit Montfoort beaamt dit. Op haar grasland rond de boerderij staan inmiddels meer dan tweehonderd bomen en honderden fruitstruiken. Ze is diep gemotiveerd om zoveel mogelijk gezond voedsel te produceren voor mensen uit de buurt. De term voedselbos dekt alleen niet de lading, zegt ze: “Het gaat hier om agroforestry. Voedselbossen zijn daarvan onderdeel, omdat ze alleen bestaan uit bos en struiken. Met Agroforestry combineer je landbouwproducten of vee met bomen, struiken en voedselhagen.” Op haar boerderij heeft Ramona 128 koeien. Ze vertelt hoe er bewust is gekozen voor meer dan alleen grasland. Langzamerhand hebben we kruiden en bomen neergezet. De koe geeft wat aan de boom en het land eromheen in de vorm van bemesting. De boom biedt wat aan de koe, namelijk schaduw. Bomen zijn in ieder geval goed om de emissies te verminderen”, aldus Ramona. “En we kunnen een ander type gezond voedsel oogsten.”
Haar drive voor gezond voedsel haalt ze uit de gezondheidszorg, waar ze werkt als fysiotherapeut. “Ik merkte dat ik mensen ging adviseren over gezonde voeding en bedacht waarom we dat niet zelf zouden maken. Naast de kruiden hebben we nu ook notenbomen en bessen. De volgende stap is zelf kaas maken en onze melk verzuivelen tot volle melk en zure zuivelproducten, zoals yoghurt, kwark en kefir (een gefermenteerde, op karnemelk lijkende drank voor probiotische bacteriën).” Zo wil ze zoveel mogelijk producten maken die dichtbij de oorsprong liggen. Voor haar koeien wil ze dan ook het beste van het beste. “Dat ze gezond eten, dus zoveel mogelijk gras dat natuurlijk niet bemest is met kunstmest.”
Vlinders en insecten
Ramona en John werken weliswaar ieder met een ander doel, ze hebben wel een gemene deler: beiden zijn gedreven het goede te doen voor de toekomst van mens en dier. John vertelt hoe hij na jaren werk voor de Milieufederatie voor zichzelf begon. Met zijn vrouw Tiny zette hij een VOF op en samen doen ze alleen maar duurzame projecten. “We werken veel met studenten van HAS Hogeschool Den Bosch en komen daarbij steeds meer klimaatdepressieve jongeren tegen. Het concept voedselbos helpt echt om ze weer hoop te geven.”
Als voorbeeld benoemt John een stuk land in Brabant dat chemisch dood was. “Er werden groene asperges geteeld waarbij bestrijdingsmiddelen waren gebruikt. Toen we daar begonnen, was er geen bodemleven. Nog geen aardworm, alleen maar dode grond. We zijn de grond gaan verbeteren en zaaiden klaver in. Dan zie je dat het bodemleven weer langzaam terugkeert en de biodiversiteit. De aardworm is terug, en een keer stak er een das de weg over. Ook zijn er nu volop vlinders en insecten die afkomen op akkeronkruid dat spontaan opschiet. We kunnen weer perspectief bieden: het is echt mogelijk een mooi biodivers landschap te creëren met aandacht voor voedsel.”
“Het concept is enorm goed voor de bodem”, bevestigt Ramona. “Het blad is voeding voor de bodem, het wortelgestel haalt weer voedsel naar boven, waardoor er goed voedzaam gras kan groeien. Daarnaast trekt het insecten en vogels aan die komen nestelen, en het geeft mogelijkheden andere types voedsel te oogsten. Bijvoorbeeld de walnoot. Veel walnoten komen uit Californië en Turkije. Die worden ook nog gebleekt en zien er daarom heel schoon uit. Je kunt je afvragen wat de voedselwaarde is die overblijft als ze zolang onderweg zijn geweest. Beter kun je ze uit de eigen omgeving halen. Bomen dichtbij de stallen dienen bovendien als een filter. Ze zorgen ervoor dat ammoniak en fijnstof in de bladeren blijven hangen, in plaats van dat het neerslaat in het natuurgebied zelf.”
“Je kunt wel zeggen dat het anders moet, maar als je dan zelf je gedrag niet aanpast en niet anders gaat consumeren, dan verandert er niks”
Ramona betrekt liefst veel buren bij haar activiteiten op het land. “Het is toch hun voortuin. Ze reageren veel positiever als ze weten wat er voor hun neus gebeurt. Bijvoorbeeld als ik kruidenrijk gras inzaai.” Dat doet ze ook voor wat meer bewustwording. “Ik vraag de mensen ook wat zij eten. Je kunt wel zeggen dat het anders moet, maar als je dan zelf je gedrag niet aanpast en niet anders gaat consumeren, dan verandert er niks. Wij boeren zijn niet de enigen die moeten veranderen.” De komende vijf jaar hoopt ze dus met een heel assortiment aan noten, zuivelproducten, groenten, fruit en rundvlees te komen.
John juicht het toe. Zelf produceert hij op een kleine hectare volop groentes, fruit en ook een beetje daslook. “Daslook begint al in februari op te komen. Als het prille lentezonnetje door de kale takken heen de look bereikt, begint het gelijk met groeien. In principe kun je dus al vanaf februari iets oogsten. Dat gaat door tot eind november, wanneer je de laatste appels hebt.” John streeft niet naar 100 procent zelfvoorzienend te zijn. “Dan ben je heel veel bezig met verwerking, en hoe je er lekkere producten van kunt maken. Dat kost allemaal tijd, en dan ben ik alleen maar bezig met mijn eigen voedselbos. Ik wil meer doen.” Introductie van een voedselbos heeft gelijk veel invloed op de levensstijl. “Veel mensen zijn het gemak gewend van de pakjes en zakjes uit de supermarkt. Met het verwerken van producten uit je voedselbos ben je meer tijd kwijt, maar dan heb je wel gezonde, verse producten.”
Holistische aanpak
Dit laatste is voor Ramona ook waar het om draait. Sommige mensen vragen haar wel eens hoe het kan dat ze zoveel verschillende dingen doet. Zelf ziet ze het als één geheel. “Ik neem veel kennis vanuit de gezondheidszorg mee naar de koeien, en andersom geldt: je kunt wel veel knutselen aan iemand, maar een belangrijk onderdeel van gezond leven is gezond eten. Veel is met elkaar verweven. Als fysiotherapeut ben ik van de holistische aanpak. Mijn cliënten vraag ik altijd naar hun voeding, en vertel ze dan wat ze kunnen eten om weer beter te worden.”
Ramona vindt het fascinerend dat veel mensen kiezen voor intens bewerkte producten, waarop dan een groen vinkje staat. “De discussie over wel of geen vlees even daar gelaten, maar ga je niet te buiten aan sojaburgers vol conserveringsmiddelen. Gebruik iets wat bij de oorsprong blijft. Neem liever een hand noten.” Consumenten adviseert ze om in de eigen tuin eens wat anders neer te zetten dan dure planten waar ze niks mee kunnen. “Zet eens een abrikozenboom neer. En om een appelboom kun je ook een cirkel van aardbeienplantjes neerzetten en er een druif in laten groeien. Zo heb je op een vierkante meter al drie soorten fruit. Daarnaast kun je makkelijk kruiden kwijt als munt en rozemarijn. Mensen hebben het soms in de tuin staan en vergeten dat ze het hebben. Veel uit de natuur kun je eten. Ook brandnetels. Ik maak zelf heerlijke brandnetelsoep waar de kinderen van smullen.”
Eetbare bloemen
Ook John Vermeer adviseert om zoveel mogelijk eetbare planten in de tuin te zetten. Het vergt wel investering (van tijd) en dus geduld. Na het planten van boompjes volgt de eerste oogst meestal na twee tot drie jaar. Het is het waard, meent John. “Waarom niet iets eetbaars in plaats van tegels en sierplantjes in een pot? Zet boerenkool in het bordes of hier en daar een krop sla. 70 tot 80 procent van de bloemen zijn eetbaar, zoals hemelsleutel. Ook bepaalde tulpen zijn heel lekker voor in de salade of op brood. Het ziet er ook nog eens prachtig uit. Je hebt ook heerlijke , eetbare krokusjes. In zijn eigen voortuin heeft hij hele lage appelboompjes staan, zogenaamde stepovers van 40 cm hoog. En ook heb ik honingbessen neergezet.”
“Als je landbouw en natuur met elkaar kunt verweven, blijft het in evenwicht”
Ramona vertelt hoe ze in de voederhaag voor de koeien ook een mispel, kweepeer, linde en een hazelaar heeft staan. Daarnaast staan een beuk en een wilg. “Je kunt er ook een bessenstruik in zetten. Van berken kun je hun water ook gebruiken. Dat is wel omstreden, omdat je een gat in de berk moet maken om het water te tappen. Dat moet dan ook met respect geoogst worden. In feite geldt dat voor alle wildpluk. Dat je weet wat je doet. Als je bijvoorbeeld alle kastanjes meeneemt, blijft er niks over voor de dieren. Als je landbouw en natuur met elkaar kunt verweven, blijft het in evenwicht. Het is belangrijk dat alles in balans blijft, anders zou iedere diersoort – inclusief de mens – uiteindelijk uitsterven.”
Oogst
Om de producten van biologische boeren aan de man te brengen, is Ramona volgens het concept Oogst bezig onbemande winkels op te zetten. Ze vertelt: “De eerste winkel is geopend in Leiden. Klanten kunnen de winkel openen met een app. In deze supermarkten met duurzame producten van lokale boeren kun je je boodschappen doen, je virtuele mandje vullen – tegelijk je fysieke mandje in de winkel – en uiteindelijk reken je af met Ideal. Zo hebben de boeren een verdienmodel en kunnen zij sneller verduurzamen, want dit wordt nog lang niet voldoende financieel beloond.
“Momenteel zijn we heel ver in de onderhandeling over een pand in Woerden. Volgende week heb ik een gesprek in Leidsche Rijn, en kijken we of we daar winkels kunnen openen met zuivel, vlees en kaas, en meer agroforestry-producten. Daar kun je straks ook eieren uit de buurt kopen en biologische groenten en fruit. Dat moet een specifieke landwinkel worden voor regeneratieve boeren.” Ramona hoopt dat het snel van de grond komt. Ook producten uit voedselbossen uit de buurt kunnen daar komen te liggen. “We hebben er één in Lopik en één tussen Montfoort en Oudewater. Als het aan mij ligt, komen de winkels hiermee vol te liggen. Zo proberen we ook degenen te motiveren die in dat verduurzamingsproces zitten, om juist in die transitie te investeren. Diversiteit is een sleutelwoord dat overal terugkomt. Diversiteit in het eetpatroon, biodiversiteit, maar ook diversiteit in de afzetmarkt. Als je als boer meer plekken hebt waar je je product kwijt kunt, word je allen maar sterker.”