Groningen, eeuwig wingewest?
Op 24 februari 2023 presenteerde de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen het rapport Groningers boven gas. De commissie onderzocht de besluitvorming rond de aardgaswinning en de gevolgen daarvan voor Groningen. Zestig jaar aardgaswinning in Groningen leverde de Nederlandse schatkist 363 miljard euro op en 66 miljard winst voor de aandeelhouders van Shell en ExxonMobil. Hoofdconclusie van de commissie: ‘Bij de gaswinning zijn belangen van de Groningers structureel genegeerd’.
Terwijl de Randstad profiteerde van de aardgasbaten, dragen Groningers nog steeds de lasten in de vorm van schade aan hun huizen en bedrijven, onveilige leefomstandigheden, gevolgen voor het landschap en ondermijning van de sociale cohesie omdat niet álle Groningers erkenning krijgen voor hun schade en hun geestelijke en/of lichamelijke gezondheidsproblemen.
De vraag is in hoeverre dit rapport nu bijdraagt aan perspectief voor Groningers. Biedt dit een volledig beeld van het leed dat hen is aangedaan? Zal dit leiden tot beëindiging van alle ellende door de gaswinning en bijbehorende besluitvorming? Staan de belangen van Groningers door dit rapport nu voorop of blijft Groningen vooral een wingewest?
Ons-kent-ons-cultuur
Of het commissierapport alle ellende benoemt die Groningers (hebben) ondergaan door de gaswinning, is betwistbaar. De vier gedupeerden die voor het rapport werden verhoord, zijn namelijk actief in politiek of bedrijfsleven en lijken hun weg naar de media makkelijk te vinden. In hoeverre zijn zij representatief voor het gros van de gedupeerden? Of is ook de enquêtecommissie verstrikt geraakt in de ons-kent-ons-cultuur?
De commissie heeft ook oog voor de psychische schade die kinderen hebben opgelopen. Maar is de financiële schade in beeld gebracht en de daarmee gepaard gaande toegenomen kansenongelijkheid van gezinnen die met fors verlies vertrokken om de psychische gezondheid van hun kinderen te behouden? Deze ouders en daarmee hun kinderen zijn onrechtmatig financieel gekort en deels onterfd door de Staat.
De commissie vindt vervolgens dat Nederland een ereschuld aan Groningen en Groningers moet inlossen. Dat de schadeafhandeling voor bewoners menselijker moet, waarbij geld geen issue is. Het publieke belang moet ambtelijk en bestuurlijk geborgd worden, het toezicht hierop versterkt en publiek-private samenwerkingen in dit licht beter vormgegeven. De overheid moet regie nemen in de kennisontwikkeling en ruimtelijke inrichting van de ondergrond, met het oog op meer toekomstige ondergrondse activiteiten en waarbij omwonenden tijdig worden betrokken. Er moet nu mét de Groningers worden gepraat over de inlossing van die ereschuld.
‘In de contouren van het rapport’
Het was dan ook een kleine moeite geweest als ‘Den Haag’ naar Groningen was gekomen voor het aanhoren van een eerste inhoudelijke reactie door René Paas (commissaris van de Koning van Groningen), Koen Schuiling (burgemeester van Groningen) en Johan Remkes (voorzitter Nationaal Programma Groningen). Naast dat gedupeerden mentaal, financieel en bouwkundig ‘vanuit vertrouwen’ door de overheid ontzorgd behoren te worden en hun kinderen zich moeten kunnen ontplooien, is het nu volgens Paas aan Groningers zelf om te bepalen wat er precies moet gebeuren ‘ín de contouren van het rapport’ om ‘recht te doen aan hun belangen’.
Maar wat met de Groningers die schade hebben buiten die contouren, omdat deze eenvoudigweg niet wordt benoemd in het rapport? Zullen deze mensen gezien worden, want ook zij vroegen niet om schade.
Terecht zegt Paas over erkenning van de schade dat als je “een kwestie bent die niet past binnen de regels, het eindeloos kan duren”. Bewoners met schade die het wettelijk bewijsvermoeden moeten aantonen, worden met regelmaat van achter het bureau afgewezen op basis van een papieren werkelijkheid. Schade aan woningen buiten de formeel vastgestelde aardbevingscontouren wordt al jaren niet erkend. Na jarenlang aandacht vragen, krijgen nu mogelijk 300 van de 1.800 schadeclaims een vergoeding. Onder het mom van indirecte schade door diepe bodemdaling.
In het dorp Drieborg zal aan de ene kant van de dijk schade mogelijk erkend worden. Aan de andere kant blijven bewoners met hun schade zitten, bijvoorbeeld de eigenaren die media-aandacht kregen nadat ze hun rijksmonumentale boerderij uit protest roze hadden geschilderd. Aan de meeste huizen in dit laatst overgebleven Groningse dijkdorp traden rond dezelfde tijd soortgelijke schades op, ongeacht hun bouwjaar en de onderhoudsstatus. Bij maar slechts een klein deel zou sprake zijn van diepe bodemdaling. Deze aanpak creëert ook hier een diepe sociale kloof in de dorpsgemeenschap. Waar de Nederlandse overheid mensen behoort te beschermen, toonde zij een onmenselijk gezicht.
Het is mede het resultaat van onvolledige en/of onjuiste onderzoeksvragen. Van het laten overheersen van laboratoriumproeven en wiskundige modellen die haaks staan op de werkelijkheid. Hoelang blijft de overheid nog oneigenlijk handelen voordat zij ervan leert? Het is niet de eerste keer dat zij onrechtmatig menselijk leed veroorzaakt door zich te beroepen op ondeugdelijk onderzoek en modellen, net als bij de klimaat- en de stikstofcrisis. Cultuurhistorie lijkt voor de Nederlandse overheid van belang als het haar uitkomt. Waar Drieborg en omgeving ooit de Nederlandse trots was als graanschuur van Europa, beschreven in het boek de Graanrepubliek, kijkt de Nederlandse overheid nu niet meer naar het gebied om, zij vernielt het zelfs en laat het zo achter. Ook Libau, de organisatie die overheden in Groningen en Drenthe adviseert over ruimtelijke kwaliteit en cultureel erfgoed, blijft stil bij de dreigende sloop van het roze rijksmonument. Hoe serieus worden Groningers nu daadwerkelijk genomen?
“Onbegrijpelijk overheidshandelen leidt er tot op heden toe dat élke uitgekeerde euro aan Groningse gedupeerden gepaard gaat met een overhead van 74 eurocent. Schadeafhandelingen worden onnodig getraineerd”
Toekomstperspectief?
Als schadeherstel voor álle gedupeerden niet gegarandeerd is, hoe kunnen gedupeerden die in aanmerking komen voor versterking van hun woningen dan wel vertrouwen op diezelfde overheid? Doel van de versterkingsoperatie is niet dat versterkte woningen niet meer instorten, maar dat pas doen nadat bewoners hun woning ‘veilig’ hebben verlaten. Welk toekomstperspectief hebben Groningers als hun huis instort in een land met een omvangrijk woningtekort, waarbij de landelijke overheid nu al niet voorziet in voldoende woningen? Hoe wordt toekomstperspectief gegarandeerd als de Staat besluit om ook in de rest van Nederland ondergrondse mijnbouwactiviteiten voor bijvoorbeeld geothermie, restwarmte, schaliegas, CO2-opslag te ontplooien met mogelijke schade tot gevolg?
Onbegrijpelijk overheidshandelen leidt er tot op heden toe dat élke uitgekeerde euro aan Groningse gedupeerden gepaard gaat met een overhead van 74 eurocent. Schadeafhandelingen worden onnodig getraineerd. Bij schadeopnames worden schades bijvoorbeeld apart beoordeeld. Gedupeerden die willen dat oorzakelijke verbanden worden onderzocht, moeten formeel bezwaar maken. Zo worden scheuren in muren van wasruimtes steevast veroorzaakt door trillingen van de wasmachine. En bij herstel wordt overschilderen van de hele kamer alleen vergoed als muren niet wit zijn. Anders mag alleen de beschadigde muur worden overschilderd in een vergeeld RAL-wit. Zo zijn er veel voorbeelden van onnodig oplopende overheadkosten. De doorgeslagen juridisering aanpakken, zoals Schuiling terecht voorstelt, is hierin niet de oplossing.
Paas’ kritiek dat de gasbaten vooral in de Randstad neersloegen, mag dan terecht zijn maar is tevens hypocriet. Ook binnen de grenzen van de provincie Groningen gaat de stad boven het ommeland. Bewoners in buitengebieden zien bijvoorbeeld hoe een nieuwe, niet-essentiële fietsbrug plaatsen gaat boven jarenlang uitgesteld noodzakelijk wegonderhoud. Van landelijk tot lokaal wordt met verschillende maten gemeten.
Groningen, eeuwig wingewest?
Terwijl schadeherstel en versterking door eerdergenoemde lokale bestuurders als meest urgent werd genoemd, ging bij hun eerste inhoudelijke reactie op het parlementaire enquêtecommissierapport opmerkelijk veel aandacht naar het Nationaal Programma Groningen (NPG) dat loopt sinds 2020 met Remkes als voorzitter.
Remkes sprak over het plan van Friesland Campina, Avebe, Cosun, Agrifirm en LTO Noord voor de landelijke eiwittransitie. Oftewel zorgen voor minder vlees en meer ultrabewerkt voedsel om bodemverarming tegen te gaan, watersystemen te beschermen en de door de overheid benoemde stikstofcrisis op te lossen. Aanlanding van minstens een derde van wind op zee , waarbij de belangen van onder andere Gasunie, Groningen Seaports en de landelijke overheid, in het licht van klimaat en een groene waterstofeconomie, voorrang hebben boven Groningers en het Groningse landschap. Overheid, bedrijven, kennisinstellingen en milieuorganisaties hebben hiervoor al een investeringsplan klaarliggen. Ook wordt Groningen een vrijetijdseconomie opgelegd en moet de provincie bijdragen aan programma’s als Gezond ouder worden, Circulaire economie en Landbouw en voedsel.
Destijds werden de 5G-pilots door lokale bestuurders op soortgelijke wijze aan Groningers verkocht, in ruil voor de geleden bevingsschade. Want aan zelfrijdend wegverkeer voor je deur langs heb je wat als je huis beschadigd is, maar niet erkend wordt.
“Wie staat garant voor de bewoners in Drieborg en andere gedupeerden in soortgelijke niet-erkende situaties? Hoe wil Schuiling deze huizen betaalbaar warm krijgen met vloerverwarming, warmtepomp en zonnepanelen als de wind er doorheen waait, de fundering steeds verder verzakt en renovatie en nieuwbouw voor velen te duur is, mede dankzij de verduurzamingsverplichtingen die voortvloeien uit het Bouwbesluit?”
Het NPG wil maatschappelijk en economisch perspectief voor Groningen, waarbij wederzijds commitment van zowel het Rijk als de provincie nodig is om de nationale transities te doen slagen, stelt Remkes. Worden nationale doelen dan niet belangrijker gevonden dan broodnodig schadeherstel en versterking? Onder het mom van tegengaan van kansenongelijkheid voor de Groningse jeugd verkocht Schuiling nationale thema’s als specifieke lokale programma’s, zoals Een kansrijke start voor de eerste duizend dagen of Een rijke schooldag. Betekent meepraten voor Groningers dan slechts ‘over de toon binnen de contouren van het NPG’, omdat de grote lijnen al vaststaan? Betekent 25 jaar voor het “herstel van vertrouwen” dat lokale bestuurders nodig achten voor de politiek, niet eigenlijk de tijd die nodig is om alle nationale doelen over de rug van Groningers te behalen?
Groningen aardgasvrij
De provincie Groningen in 2035 aardgasvrij in plaats van enkel de stad. Dat zal vast mooi staan op de cv van Schuiling. Maar hoe realiseer je dat? Wie staat garant voor de bewoners in Drieborg en andere gedupeerden in soortgelijke niet-erkende situaties? Hoe wil hij deze huizen betaalbaar warm krijgen met vloerverwarming, warmtepomp en zonnepanelen als de wind er doorheen waait, de fundering steeds verder verzakt en renovatie en nieuwbouw voor velen te duur is, mede dankzij de verduurzamingsverplichtingen die voortvloeien uit het Bouwbesluit? Wat te doen met de grote (cultuurhistorische) woonhuizen die alleen ‘duurzaam warm’ te krijgen zijn door ze aan te sluiten op een warmtenet? Wie garandeert dat de benodigde warmte betaalbaar blijft als bewoners door dat warmtenet afhankelijk zijn gemaakt van slechts één aanbieder voor die warmte? En wat gebeurt er met de ondernemers met soortgelijke schade en/of bedrijfspanden?
Volgens Schuiling hebben Groningers al aangegeven wat en hoe zij het willen in het Versterkingsoverleg Groningen (VOG). Maar dit is een bestuurlijk overleg van aardbevingsgemeenten en provincie, waarin besluiten worden voorbereid voor het Bestuurlijk Overleg Groningen (BOG) met het Rijk. De gewone Groninger praat hierin niet mee.
“Het kan ook anders door met een ruimhartige efficiënte aanpak recht te doen aan Groningers, zonder overbodige overhead. Dat daarnaast de Nederlandse economie moet draaien en dat Groningen daarin een rol speelt, begrijpen de meeste Groningers ook. Maar waarom niet mét de Groningers? Waarom investeert de overheid niet in innovatieve ideeën die bij de bevolking leven en die bijdragen aan de levenskwaliteit van ons allen?”
Groningers verdienen open- en eerlijkheid. Hoezo staat hun veiligheid nu ineens voorop? De Tweede Kamer sprak in 2016 al haar ongenoegen uit over de langlopende exportcontracten van het Groningse gas met Duitsland, België en Frankrijk. In de verder nietszeggende eerste reactie van premier Rutte op het rapport van de commissie gaf hij aan dat uitzonderlijke omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat de gaskraan langer openblijft. Ook zijn er nog andere gasvelden op Nederlands grondgebied die (mogelijk) geëxploiteerd (gaan) worden. Dat Remkes tijdens het opinieprogramma WNL een andere politieke partij zoals de BoerBurgerBeweging voor de bus gooide met valse verkiezingsretoriek, slaat dan ook nergens op. Het is uitgerekend onder een VVD-premier dat al jaren ‘gas boven Groningers’ gaat!
Onrecht op herhaling
Onderzoeken en rapporten schrijven kan de Nederlandse overheid wel, maar haar bureaula is ook geduldig. De ‘domme boeren’-kaart wordt door lokale en landelijke bestuurders als het goed uitkomt makkelijk getrokken, terwijl de provincie Groningen allang niet meer alleen bewoond wordt door oorspronkelijke Groningers. Ook als de aardgaswinning wordt beëindigd, is de verwachting dat nog vele jaren sprake zal zijn van bevingen. In 2018 waren er al meer dan 85.000 mensen met meervoudige schade aan hun woning of bedrijf. Sinds de beving in Huizinge in 2012 zijn er ruim 200.000 meldingen geweest en bij elke nieuwe beving komen er duizenden meldingen bij.
Zal het Nederlandse kabinet een herhaling van zetten laten zien? De regering valt en na maanden, zoals bij het toeslagenschandaal, zitten dezelfde mensen c.q. partijen weer op het pluche en schrijdt ook dit ‘ongekend onrecht’ voort alsof er niets gebeurd is.
Ruimhartig en mét elkaar
Het kan ook anders door met een ruimhartige efficiënte aanpak recht te doen aan Groningers, zonder overbodige overhead. Dat daarnaast de Nederlandse economie moet draaien en dat Groningen daarin een rol speelt, begrijpen de meeste Groningers ook. Maar waarom niet mét de Groningers? Waarom investeert de overheid niet in innovatieve ideeën die bij de bevolking leven en die bijdragen aan de levenskwaliteit van ons allen? Op dit moment doet Nederland het economisch goed als we Rutte mogen geloven, maar dan wel ten koste van de gezondheid, persoonlijke ontwikkeling en levensstandaard van de bevolking, de samenleving en het milieu. Wat Nederland als innovatief bestempelt, is proberen de eerste te zijn in mondiale innovatieve levens uithollende tendensen waarvan slechts een kleine groep profiteert. Nederland schikt met de haast door haar uitgevonden zesjescultuur, terwijl we een kwalitatieve innovatieve wereldspeler zouden kunnen zijn waar we met zijn allen profijt van hebben. Nederland net zo visieloos als premier Rutte, is dat wat we met zijn allen willen?