Martin van Duren en zijn leven als voormalig profvoetballer
Martin benaderde mij in augustus 2020 voor het schrijven van zijn biografie. Als 12-jarige jongen werd hij gevraagd te komen voetballen bij FC Eindhoven. Jan Reker haalde hem vier jaar later naar PSV. Dat er in het leven van Martin veel meer speelde dan alleen een voetbal, is mij persoonlijk wel duidelijk geworden tijdens het schrijven van de biografie. Het boek kreeg niet voor niets de titel ‘Het is maar een spelletje’. Een voetbalcarrière is leuk, maar een geluksgevoel hangt van veel meer factoren in je leven af.
Hoe belangrijk is voetbal voor Martin geweest?
“Heel belangrijk, maar eigenlijk om heel andere redenen dan dat ik persé profvoetballer wilde worden. Daar was ik als kind helemaal niet mee bezig. Het was wel een enorme gewaarwording toen de spiksplinternieuwe Mercedes van Jan Reker bij ons de straat in kwam rijden. Zijn complimenten over het feit dat ik tweebenig voetbalde deden mij groeien. Ik was en ben een grote Ajax fan, dus het voelde in eerste instantie niet goed om bij PSV te gaan voetballen. Maar mijn ouders waren zo trots, dat ik al snel overstag ging. En dat terwijl het voetballen voor mij niets anders was dan een uitlaatklep. Een vlucht. Het was onrustig bij ons thuis met mijn puberende broers die meer dan kattenkwaad uithaalden en een vader die voor zijn werk veel weg was. Mijn moeder moest vier zoons voornamelijk in haar eentje opvoeden en dat viel haar best wel zwaar. Als mijn vader thuis was, kon ik aan alles voelen dat hij niet altijd lekker in zijn vel zat. Hij heeft in de tweede wereldoorlog in een Jappenkamp gezeten en al was de oorlog afgelopen, de oorlog heeft hem nooit verlaten. Mijn grootste afleiding was de bal. Daar kon ik uren zoet mee zijn buiten en op deze manier heb ik onbewust mijn talent verder ontwikkeld.”
Pijnlijke rode draad
Tijdens mijn gesprekken met Martin komt er een pijnlijke rode draad in zijn leven naar boven. Hij is veel dierbaren verloren aan die ziekte met de hoofdletter K. Kanker. Zoals zijn twee broers.
“Het is zo’n grote onmacht. In 2001 kreeg mijn broer Ronnie kanker. Dat kwam als een enorme schok. Ronnie was groot en breed. Altijd een sportman geweest. Maar in een mum van tijd viel hij veel kilo’s af, waren zijn rode appelwangen verdwenen en had hij een ingevallen gezicht. Daar kon ik maar moeilijk naar kijken. Voor mijn ouders was het ook verschrikkelijk. Negen maanden heeft mijn broer gestreden, maar hij kon het gevecht niet winnen. Het voelde als de omgekeerde wereld. Kinderen horen niet eerder te sterven dan hun ouders. In 2008 slaat het noodlot weer toe, als mijn vader kanker blijkt te hebben. Ook hij overlijdt. In 2015 is ook mijn broer Loet ziek. Een tumor in zijn lever en hij sterft na een kort ziekbed van amper vier weken. Zoveel verdriet hakt er behoorlijk in en het zorgt er in ieder geval voor dat je anders en vooral bewuster naar het leven gaat kijken.”
“Voetballen was voor mij een uitlaatklep, een vlucht”
In zijn biografie gaan we hier veel dieper op in. Een deel van de opbrengst van het boek gaat dan ook naar stichting Casper. Vernoemd naar zijn vriend en arts Casper van Eijk, die zich bezig houdt met een behandelmethode voor mensen met alvleesklierkanker. Een ziekte waaraan nu nog zo’n 90% sterft na de diagnose.
“Ik wil graag mijn steentje bijdragen. Al is het maar een kleine stap richting genezing van deze ellendige ziekte, dat doet er niet toe. Mijn dierbaren krijg ik er niet mee terug, maar met iedere euro kan er nog meer onderzoek gedaan worden naar kanker en de genezing hiervan. Ik weet als geen ander wat voor impact die ziekte heeft en hoe fijn het zou zijn als die ziekte op een dag gewoon niet meer bestaat.”
Doofpot
Ik heb Martin leren kennen als een gezinsman. Dat was zeker voelbaar toen ik zijn familie mocht ontmoeten. Zijn vrouw Daniëlle kent hij al vanaf zijn jeugd. Tijdens een lunch met haar, hun zoons David en Bennet én de twee schoondochters kon ik hen het hemd van het lijf vragen. Daniëlle kent hem natuurlijk als geen ander en heeft zich voor de voetbalcarrière van haar man altijd moeten aanpassen. Zij heeft dit nooit als last gezien. Het was gewoon zo. Iedereen aan tafel geeft hetzelfde beeld van deze man, vader en schoonvader. Hij is sociaal, kan niet tegen onrecht, is recht door zee en zal altijd voor kinderen opkomen.
Datzelfde hoor ik terug als ik met Memphis Depay en Mo Ihattaren spreek. Zeker talentvolle jongens met een rugzakje zijn bij Martin aan het goede adres. Hij luistert naar hen, motiveert en stimuleert ze en is eerlijk en duidelijk. Memphis Depay (nu speler bij FC Barcelona) zegt:
“Trainer Mart was een van de belangrijkste jeugdtrainers in mijn opleiding bij PSV. Hij vertrouwde mij en gaf mij vleugels.”
Wanneer ik Mo Ihattaren (nu speler bij Ajax) een appje stuur met de vraag of hij iets over Martin wil vertellen, krijg ik als antwoord ‘natuurlijk!’ met een hartje daarbij. En die emoticon zegt meer dan duizend woorden. Deze voetbaltalenten hebben Mart voor altijd in hun hart gesloten en andersom net zo.
“In 2018 ben ik gestopt met het trainen van de jeugd. Ik wilde graag voor mijn dementerende moeder zorgen. Maar er was nog een reden. Instinctief wist ik al een tijd dat er bepaalde zaken niet klopten bij het jeugdcomplex van PSV. In een uitgebreid hoofdstuk in mijn biografie vertel ik over ontuchtzaken die daar in de doofpot zijn gestopt en die tot op de dag van vandaag nog steeds aan mij knagen. Het is te bizar voor woorden wat daar plaats heeft gevonden en waar kennelijk niet over gesproken mag worden. Mijn boek zou in eerste instantie door Overamstel Uitgevers uitgegeven worden, maar dat heeft Marieke Derksen afgeblazen. Hetzelfde is gebeurd met de biografie van voormalig profvoetballer Bryan Roy. Zodra je andere geluiden laat horen dan de mainstream media van je verwachten, word je afgewimpeld. Ik kan niet tegen onrecht. De onderste steen zal boven komen. Juist in deze tijd van The Voice en #metoo zou je verwachten dat ook deze waarheid uitgesproken gaat worden. Als het niet linksom kan, dan maar rechtsom. Het recht zal hoe dan ook zegevieren en de doofpot gaat open. Ik ben dus nog op zoek naar een uitgever die de waarheid wél naar buiten durft te brengen.”
“Er zijn ontuchtzaken in de doofpot gestopt, waar na al die jaren blijkbaar nog steeds niet over gesproken mag worden”
Padellen is het nieuwe voetballen
De vraag die aan iedere voormalig profvoetballer gesteld wordt, stel ik uiteraard ook aan Martin: is er leven na het voetballen?
“Voetballen en sport op zich zullen altijd een belangrijke rol in mijn leven spelen. Als je stopt als profvoetballer is dat niet niks. Ik heb echt moeten nadenken wat ik daarna wilde gaan doen. Via via kwam ik terecht in de huizenmarkt en de verzekeringsbranche. Het was werk en het waren inkomsten, maar daar lag niet mijn hart. De voetbalwereld bleef toch trekken en ik ben gaan kijken of het trainerschap iets voor mij was. Met het trainen van de jeugd heb ik het reuze naar mijn zin gehad, maar het is en blijft dezelfde wereld waar ik eerder bewust was uitgestapt. Weer kwam ik dezelfde figuren tegen en daar was ik zo klaar mee. Ik kon het mentaal niet opbrengen om naar dat soort mensen te luisteren. Maar het sporten zelf bleef lonken. En zo is de padelsport op mijn pad gekomen. Samen met mijn zoon Bennet hebben we op 14 november 2021 de deuren van ons indoor padelcentrum geopend, in Son en Breugel, bij Eindhoven. Ik dacht altijd dat mijn hart alleen sneller ging kloppen van voetbal, maar ik ben inmiddels verslaafd geraakt aan padel. Samen met Bennet tenniste ik al zeer regelmatig, maar met padellen ben ik net iets fanatieker. We hebben de benodigde trainersdiploma’s en we hopen dat er nog veel meer mensen enthousiast worden van deze sport.”
Het padelcentrum heeft nieuwe energie in het leven van Martin geblazen. Is dit dan wat hem nu heel gelukkig maakt?
“Lekker padellen geeft zeker een meerwaarde aan mijn leven. Maar door het verlies van veel dierbaren besef ik des te meer wat echt belangrijk is in het leven. Mijn gezin is het allerbelangrijkste. Als het goed gaat met Daniëlle en mijn jongens, dan gaat het ook goed met mij. Cliché maar waar. Onze nieuwe hond voegt daar ook zeker iets aan toe. En niet meer naar het nieuws kijken en die televisie uitlaten. Zeker de afgelopen twee jaar. Dan houd je het geluksgevoel in stand.”