Je zou je vrouwelijke kant eens moeten ontwikkelen
Waarom dit voor mannen een verwarrend advies is en iedereen vast blijft zetten in rolbevestigende patronen.
Veel mannen kennen de weg in hun mentale wereld goed. Ze plukken daar volop de vruchten van in hun werk in de advocatuur, IT, financiële wereld, logistiek of marketing. Maar zodra er emoties bij komen kijken, zijn ze verloren. De mannen die zich hierin willen ontwikkelen, zoeken een coach. Vaak vertelt zo’n coach ze dat ze hun ‘vrouwelijke kant’ moeten ontwikkelen. Wat bedoelt die coach daar mee? En is dit nou wel zo’n goed advies?
Je vrouwelijke kant ontwikkelen
Wat bedoelt een coach als hij zegt dat je als man je ‘vrouwelijke kant’ moet ontwikkelen? Vermoedelijk iets van je emoties meer toelaten, je innerlijke wereld meer delen, je hart openen of naast nettoresultaat ook je relaties belangrijk maken. ‘Soft skills’ worden ze op HR-afdelingen genoemd. Voor veel mannen is het inderdaad een verrassende verrijking als ze deze vermogens ontwikkelen. Het is gelukkig tot het bedrijfsleven doorgedrongen dat een goede leider deze kwaliteiten tot haar of zijn beschikking heeft. Het is in deze tijd echt oké om als man bewust deze vermogens te willen ontwikkelen. Wat is mijn punt dan nog?
Taal telt
Het zit hem in de bewoording. Woorden hebben betekenis. Als je een man zegt dat hij zijn vrouwelijke kant zou moeten ontwikkelen, levert dat twee problemen op. Ten eerste zetten we de seksen vast in een beperkte set kwaliteiten, waar we nou net uit willen breken. Want wat is die ‘vrouwelijke kant’? Al die kwaliteiten waarmee vrouwen eeuwen beperkt zijn: de zorgzame, liefdevolle, bescheiden, verbindende kracht. Tegelijkertijd zet het mannen vast als het tegenovergestelde: resultaatgericht, ongevoelig en dominant.
Ten tweede geef je hiermee een man een onmogelijke opdracht. Hij moet namelijk op zoek naar een deel van zichzelf dat fundamenteel anders heet dan hij. Om vollediger zijn potentieel te leven, moet hij dit deel blijkbaar incorporeren. Alsof een man niet uit zichzelf de vermogens heeft die in deze bewoordingen ‘vrouwelijk’ worden genoemd. De vraag is niet of hij ze heeft, maar of hij ze ontwikkeld heeft.
“De man moet op zoek naar een deel van zichzelf dat fundamenteel anders heet dan hij”
China, 3.000 voor Christus
Een van de eerste plekken waar een tweedeling tussen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ beschreven wordt, is de I-Tjing. Een van de klassieke Chinese geschriften. Het beschrijft de natuurlijke processen die de mensen om zich heen opmerkten, in een poging meer te begrijpen van de wereld waarin ze leefden. Het beschrijft de constante dans tussen twee krachten: ‘yin’ en ‘yang’, het ‘vrouwelijke’ en het ‘mannelijke’. Deze twee krachten bestaan altijd ten opzichte van elkaar. Je kunt iets warm noemen, omdat er ook koud is. Je kunt de dag onderscheiden, omdat er ook nacht is. Steeds duikt alles in tweeën op: zwart en wit, boven en onder, hier en daar, jij en ik… Onze realiteit is ermee opgebouwd.
In deze filosofie zijn ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’ principes, geen biologische werkelijkheden. Ze beschrijven een deel van de krachten die in de natuur, onszelf en het hele universum constant met elkaar in beweging zijn en zo het leven creëren. Onder het vrouwelijke worden dan bijvoorbeeld de vermogens geschaard om te ontvangen, te verzorgen, zich te verhullen, in overgave te zijn. Onder het mannelijke vallen de vermogens om door te dringen, af te scheiden, tevoorschijn te komen, onderscheid te maken. Hier is een heleboel over geschreven, maar voor nu is het belangrijk om te zien dat het dus over principes gaat, over grondbeginselen – en niet over mensen in een bepaald lichaam.
Yin, Yang & Jung
Je kent vast het bij deze filosofie behorende YinYang symbool: een cirkel in twee helften, gescheiden door een golvende lijn. De ene helft is wit met een zwart puntje erin, de andere helft juist andersom. Het symboliseert hoe alles in tweeën is opgebouwd en alleen samen kan bestaan. Het kleine puntje betekent dat uit het ene altijd meteen weer het volgende voortkomt. Het is een tweedimensionaal symbool voor een multidimensionaal proces in tijd en ruimte. Yin staat in dit symbool voor het vrouwelijke principe, yang voor het mannelijke principe.
Carl Jung is een belangrijk doorgeefluik geweest van de Oosterse yin-yang filosofie. Hij leefde van eind 19e tot begin 20e eeuw. Een tijd waarin men veel meer keek naar de seksen alsof ze zouden moeten samenvallen met de principes van yin en yang. Mannen werden gewaardeerd als ze hun vermogen tot directheid, dominantie, hardheid en mentale suprematie sterk ontwikkelden – allemaal yang-kwaliteiten. Vrouwen werden gewaardeerd als ze hun vermogen tot zorgzaamheid, verbinding leggen, afwachten en bescheidenheid goed hadden ontwikkeld – allemaal yin-kwaliteiten. Dit zien we nu anders, maar het verklaart misschien wel waarom ‘yin’ en ‘yang’ in het Westen zo makkelijk hun weg vonden in de woorden ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’.
Dat ene extra zinnetje
We beseffen tegenwoordig dat mannen en vrouwen in potentie alle kwaliteiten bezitten. Toch blijven we mannen vertellen dat ze hun vrouwelijke kant zouden moeten ontwikkelen. Voor hen voelt dat vreemd, want zoals een deelnemer zei: “Dus om mezelf als man te ontwikkelen, moet ik iets anders worden?” Op het kwetsbare pad van persoonlijke ontwikkeling helpt dit niet. Veel trainers en schrijvers worstelen hier mee. Een van de belangrijkste schrijvers in het mannenwerk, David Deida, wordt vaak verkeerd begrepen. In zijn boek ‘De Kracht van Echte Mannen’ begint hij met het nuanceren van mannelijke eigenschappen die ook in vrouwen bestaan en andersom. Maar toch lees je de hoofdstukken daarna alsof het over mannen en vrouwen gaat. Ons brein leest gewoon wat er staat en omdat de benaming van onze sekse zo ingebakken zit, valt de nuancering weg. En daarmee gebeurt precies het tegenovergestelde van wat we zoeken: dat een man zijn ‘vrouwelijke’ kant ontwikkelt. Veel van onze deelnemers zijn verbaasd als we dit misverstand uitleggen. ‘Maar David Deida schrijft toch dat we juist onze mannelijke kwaliteiten moeten ontwikkelen om een echte man te zijn?’ En zo draaien we in rondjes. Totdat we nieuwe woorden gaan gebruiken.
“We beseffen dat mannen en vrouwen in potentie alle kwaliteiten bezitten”
Het script
Wat hier extra verwarrend aan is, is dat we de seksen wel degelijk eeuwen hebben beoordeeld via deze tweedeling. Onder invloed van cultuur en verwachtingspatronen, blijken mannen vaak een bepaald deel van het spectrum te hebben ontwikkeld en vrouwen ook. Je kunt dat zien als een soort script: een vastgelegde set aan regels en verwachtingen die een cultuur heeft naar de seksen. Eeuwenlang heeft dat een behoorlijk vaste vorm gehad – individuele uitzonderingen daargelaten. Mannen waren de bonkige, ongevoelige, statusbewuste, competitieve, maar bovenal dominante leden van de maatschappij. We leven dan ook in een patriarchaat, waarin de man bovenaan de maatschappelijke ladder staat.
Iedereen lijdt onder dat patriarchaat. Vrouwen omdat ze eeuwenlang systematisch op de tweede plek zijn gezet. De schade in de vrouwelijke psyche is hierdoor enorm. Het verdient veel respect dat vrouwen hier tegen opkomen. Niet alleen tegen de heersende krachten die ook nu nog op de oude leest geschoeid zijn, maar ook tegen de krachten die vrouwen generaties lang geïnternaliseerd hebben en die zich diep genesteld hebben in de vrouwelijke psyche.
Voor mannen geldt dat zij alleen als volwaardig gezien worden als zij blijven voldoen aan de eisen die het patriarchaat aan hen stelt: ze moeten dominant zijn, ongevoelig en op status uit. Vervult een man de rol uit het script niet, dan is hij vervolgens geen ‘echte man’, met zo mogelijk nog minder recht op een plek dan een vrouw. De druk om binnen de lijntjes te kleuren is voor een man dus groot.
De man is niet het probleem
Terug naar de man die van zijn coach hoort dat hij zijn vrouwelijke kanten moet ontwikkelen. Die loopt als eerste tegen de boodschap aan dat hij daarmee zijn volwaardige plek in de maatschappij verspeelt. Vervolgens moet hij op zoek naar iets wat hem vreemd zou zijn. Het probleem zit hem alleen niet in de man, maar in het script. Het is het script dat hem, en bijna alle mannen in de generaties voor hem, niet de kans gaf ál zijn kwaliteiten te ontwikkelen.
Een script bestaat uit woorden. Onze psyche reageert op die woorden. Laten we dus voor zoiets fundamenteels als de totale vrijheid van ieder mens om al haar/zijn vermogens tot ontplooiing te brengen nieuwe woorden vinden voor ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ kwaliteiten.
Een nieuw script
Welke woorden werken beter dan bijvoorbeeld ‘yin’ en ‘yang’? Hoe kunnen we het onderscheid erkennen en tegelijkertijd het eeuwenoude script ontkrachten? Sterker nog, welke woorden passen bij het nieuwe script dat ieder mens alle vermogens in potentie heeft en dus kan ontwikkelen? We kunnen het zoeken in onpersoonlijke kwaliteiten als ‘rond’ en ‘vierkant’. We kunnen ook John Gray als inspiratie gebruiken en ’Mars’ en ‘Venus’ gebruiken. Iets poëtischer, maar ook heel sfeerbepalend en potentieel rolbevestigend. We zoeken woorden die aanspreken om in beweging te komen, maar die ook vrij laten. Die je iedereen kunt voorleggen. Ik kom op ‘stevig’ en ‘liefdevol’. Lijkt me heel voedend als een coach vanaf morgen tegen zijn mannelijke cliënt zegt dat hij zijn ‘liefdevolle kant’ maar eens moest gaan ontwikkelen. Wie wil dat nou niet?