Eenzaamheid in Dordrecht-West; Niemand zien, nergens bij horen - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Mens en maatschappij

Eenzaamheid in Dordrecht-West; Niemand zien, nergens bij horen

Ton Verheijen 6 min leestijd 30 augustus 2022

FotoBigstockphoto

Door lockdowns en stijgende prijzen stapelen problemen zich op in kwetsbare wijken. Zo ook in Dordrecht-West, dat veel mensen telt met een laag inkomen en klein sociaal netwerk. Juist nu raken die mensen in een neerwaartse spiraal en sociaal isolement. “Spanningen lopen op in te kleine, vochtige woningen,” aldus een welzijnswerker. Buurtorganisaties moeten aan de bak om kwetsbare bewoners uit hun bubbel te halen. Dat betekent: deuren open en luisteren.

“De mens is een contactdier,” zegt wijkmanager Max Suart, die voor de gemeente Dordrecht als voorportaal fungeert in de kwetsbare wijk Krispijn in Dordrecht-West. “In deze buurt komen werkloosheid, lage inkomens, arbeidsongeschiktheid, een ongezonde leefstijl, schuldenproblematiek en huiselijk geweld vaker voor dan gemiddeld. Ook eenzaamheid is hier aan de orde van de dag. En dat heeft alles te maken met de huidige tijdgeest.”

Suart staat midden tussen de mensen. Zijn kantoor bevindt zich midden in de wijk en niet op het gemeentehuis. Zo heeft hij het altijd gedaan. Hij is een praktijkman. De afgelopen 35 jaar heeft hij in Dordrecht-West zo’n beetje alles gezien: steekincidenten, schietpartijen, illegale clips van criminele drilrappers, relschoppers die het politiebureau wilden bestoken met molotovcocktails… Maar wat zich de afgelopen twee jaar in de wijken afspeelde, kende ook Suart niet: een drama dat zich voltrok in alle stilte achter gesloten deuren en ramen. “In de lockdowns was het ieder voor zich en god voor ons allen,” aldus Suart. “Afstand houden en mondkapje voor. Dat heeft wel iets kapotgemaakt. Mensen staan in de overlevingsstand. ‘Ik zoek het zelf wel uit’, hoor ik vaak. De deuren staan niet meer open, zoals vroeger in een volksbuurt. Sociale contacten ontbreken en veel mensen zijn eenzaam. Dat is erger dan te weinig geld hebben.”

Niet naar buurthuis

Blijf thuis! Dat is wat de mensen werd verteld tijdens de recente lockdowns. Het voordeel van thuisblijven is dat je met geen mogelijkheid iemand kunt besmetten met welk virus dan ook. Het grote nadeel is dat vroeg of laat de muren op je afkomen. Het is een publiek geheim dat het aantal zelfdodingen onder jongeren is gestegen in de afgelopen twee jaar. De verhalen in hun hoofd gingen een eigen leven leiden en ze zagen geen toekomst meer voor zichzelf. Maar ook als het zover niet komt, wordt alleen zijn door veel mensen als mentaal belastend ervaren.

In de Somalische gemeenschap in Dordrecht-West weten ze daar alles van. Naar schatting 500 Somaliërs wonen er in de Drechtsteden (Dordrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht). “Voornamelijk vluchtelingen die de burgeroorlog hebben meegemaakt,” vertelt Omar Abdirahman van Kalsooni Zorg, een thuiszorgorganisatie voor de Somalische gemeenschap. Abdirahman legt in bijna perfect Nederlands uit waar de schoen wringt voor zijn landgenoten. “De Somalische gemeenschap is extreem gesloten. Zo’n 90 procent heeft een uitkering. De meeste mensen zitten de hele dag thuis, zonder plan, doel of dagbesteding.”

“Sociale contacten ontbreken en veel mensen zijn eenzaam. Dat is erger dan te weinig geld hebben”

Samen voetballen

Kalsooni Zorg wil hen ‘uit de bubbel’ halen. Abdirahman legt uit dat dat lastig is. “Okay, ze kunnen naar het buurthuis. Dat is ook wat de gemeente wil om aparte groepen te voorkomen en integratie te bevorderen. In het buurthuis kunnen ze de hele wereld ontmoeten want Dordrecht-West telt 111 nationaliteiten. Maar de buurthuizenaanpak doet geen recht aan de situatie van de Somaliërs. Velen zijn getraumatiseerd. Onze mensen gaan niet naar de buurthuizen, die drempel is te hoog. Ze voelen zich alleen veilig binnen hun eigen groep. Ze gaan nog wel naar de Turkse of Marokkaanse moskee, maar verder zijn ze op elkaar gericht. Ik denk dat er vaak niet meer in zit. Vanuit hun eigen cultuur en denkwijze kunnen ze misschien integreren.”

Abdirahman en zijn landgenoten voetballen ieder weekend tegen elkaar. Ze verzamelen bij het clubhuis aan de Dubbelstraat, een veredelde bouwkeet zonder elektriciteit of warm water. Vanuit het clubhuis gaan ze naar het sportveld. Daar kan alle opgekropte energie eruit. Abdirahman: “Ik stel soms voor om tegen de Syriërs spelen, maar ook dat is een brug te ver.” Hij legt uit dat zijn landgenoten culturele en sociale bagage missen om goed deel te nemen aan onze samenleving. Uitzendbureaus bellen hem met regelmaat met de vraag of hij mensen kent die willen werken. Abdirahman zegt ‘nee’, want hij weet dat de mensen er niet klaar voor zijn. “Ze moeten nog zoveel leren ter voorbereiding op een baan. Dat je op tijd moet komen. Dat een lekke band geen excuus is om thuis te blijven. Dat je niet je broer kunt sturen als je ziek bent. Dat vraagt tijd. En aandacht. Uiteindelijk zal het goed komen.”

Stapeling van problemen

Onlangs werd bekend dat Dordrecht-West als een van de twintig stedelijke gebieden in Nederland is geselecteerd voor het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Het kabinet wil met het programma problemen op het vlak van onderwijs, armoede, gezondheid, werk, wonen en veiligheid aanpakken, samen met bewoners en lokale partners. Vanuit verschillende ministeries wordt er geïnvesteerd om de ‘stapeling van problemen’ aan te pakken. In totaal is er 700 miljoen euro beschikbaar voor volkshuisvesting en de aanpak van armoede en schulden.

Eenzaamheid wordt in het programma niet specifiek genoemd. Maar volgens Riet Duykers van ontmoetingscentrum De Buitenwacht is het een onlosmakelijk onderdeel van de cocktail van problemen die veel kansarme bewoners ontwikkelen door de wijze waarop onze maatschappij nu functioneert.

“Ze moeten leren dat je op tijd moet komen, dat een lekke band geen excuus is om thuis te blijven en dat je niet je broer kunt sturen als je ziek bent. Dat vraagt tijd”

Iemand die luistert

“Deze wijken zijn de laatste jaren erg verwaarloosd,” vertelt ze. “Dat zien we elke dag. Als je te weinig inkomen hebt, raak je in de stress en beland je langzamerhand aan de rand van de samenleving. Je komt in een vicieuze cirkel terecht van schulden, schaamte, isolement, eenzaamheid, psychische en fysieke problemen. Deze doelgroep wordt niet gezien en laat zichzelf ook niet zien. Ze kloppen niet aan voor hulp. Ze kruipen in hun schulp. De spanningen lopen op in te kleine, vochtige woningen. Huiselijk geweld groeit en een vlucht naar criminaliteit is dan verleidelijk.”

Energiehulp Chelan Leser van het bedrijf Vogelnest constateert het dagelijks bij de mensen thuis. Zij bezoekt bewoners met lage inkomens en helpt hen bij het nemen van (gratis) energiebesparende maatregelen. Leser: “Ik tref veel eenzame mensen met psychische problemen aan. Laatst sprak ik een Iraanse man die me vertelde dat het voor hem twee jaar geleden was dat hij zo’n goed gesprek had gehad. Mensen hebben vaak een enorme behoefte om gehoord te worden. Juist in mijn rol als energiehulp krijg ik dat allemaal te horen. Ik zit op mijn knieën radiatorfolie te plakken en de bewoners lopen helemaal leeg omdat er eindelijk iemand is die luistert.”

Flatje zonder tuin

Door corona is de eenzaamheid toegenomen volgens Riet Duykers. Ook wijkmanager Max Suart onderschrijft dat beeld. “Veel organisaties waren alleen telefonisch bereikbaar. Dat werkt niet voor deze doelgroep, die direct contact en een luisterend oor nodig heeft.” Duykers: “Wij vragen niet wat voor probleem mensen hebben. Wij hebben interesse in hun leven. De Buitenwacht heeft in de coronaperiode allerlei acties op touw gezet. Vrijwilligers zijn de wijk in gegaan met voedselpakketten, mondkapjes en hygiënespullen. Er zijn ook kerst- en paasacties georganiseerd, allemaal om kwetsbare bewoners uit hun isolement te halen.”

Max Suart probeert zoveel mogelijk deuren open te houden en mensen te zien. “Als je op een flatje woont, zonder voor- en achtertuin, met drie jengelende kinderen om je heen, dan word je gek,” zegt hij. “Voor zulke mensen zetten wij ons in. In de coronaperiode heb ik samen met de opbouwwerkers gezorgd dat wijkcentrum De Koloriet met de nodige voorzorgsmaatregelen open kon blijven. Of ik dat heb overlegd met de gemeente? Nee hoor! Ik bén de gemeente. De deuren moeten open blijven. Mensen moeten elkaar opzoeken, anders wordt de ellende alleen maar groter.”