Absoluut record: bijna 120 duizend inwoners erbij - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Mens en maatschappij

Absoluut record: bijna 120 duizend inwoners erbij

Twan Houben 5 min leestijd 28 augustus 2022
FotoBigstockphoto
Groei door immigratie

De bevolking van Nederland is in het eerste halfjaar van 2022 met 119,9 duizend inwoners gegroeid. Dat is een extreme groei voor het eerste halfjaar. Vooral het aantal immigranten was hoog. 4 op de 10 immigranten kwamen uit Oekraïne, maar ook uit andere landen vestigden zich meer mensen dan normaal in Nederland. Het aantal kinderen dat werd geboren was lager dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ook lager dan het aantal sterfgevallen. Dat blijkt uit een persbericht van het CBS op 28 juli jl.

In de eerst helft van het jaar vestigden zich 195,2 duizend immigranten in Nederland en verhuisden 72,3 duizend emigranten naar het buitenland. Dat is een toename van 122,9 duizend inwoners door buitenlandse migratie. Dit is vier keer zoveel als in de eerste helft van vorig jaar. De totale bevolkingsgroei kwam wat lager uit, doordat het aantal sterfgevallen groter was dan het aantal kinderen dat werd geboren. Meer sterfgevallen dan geboorten, is op zich een negatieve bevolkingsontwikkeling. Nederland groeit niet meer autonoom, maar alleen door immigratie. Begin juli telde Nederland ruim 17,7 miljoen inwoners.

Wonen en werken

Nederland zal in 2035 naar verwachting 18,9 miljoen inwoners hebben, 1,3 miljoen meer dan januari 2022, aldus hetzelfde CBS in een rapport van 6 juli dit jaar. Die 1,3 miljoen komen hoofdzakelijk uit immigratie, zo valt in het rapport te lezen. In 13 jaren tijd dus 1,3 miljoen mensen erbij in ons (te) kleine land. Of je nou voor of tegen immigratie bent, dit getal zou je aan het denken moeten zetten over – bijvoorbeeld – de banenmarkt, de huizenmarkt, de betaalbaarheid van sociale voorzieningen, leefbaarheid in de steden of de totale CO2 uitstoot van al die mensen op zo weinig vierkante km.

In tabel 5.1 van het rapport is te zien dat de beroepsbevolking in deze periode slechts toeneemt met ca. 300.000. Met andere woorden: de groei van de bevolking met 1,3 miljoen levert 300.000 extra werknemers op. Wat gaan die resterende 1.000.000 nieuwe Nederlandse burgers doen? Genieten van een universeel basisinkomen?

Tussen 2021 en 2035 wordt de sterkste bevolkingstoename verwacht in de regio Agglomeratie Groot-Amsterdam (19 procent). Ook in Flevoland (16 procent) blijft de bevolking naar verwachting nog sterk toenemen. Van oudsher fungeert Flevoland als overloopgebied voor de noordelijke Randstad. Buiten de Randstad voorziet de CBS prognose groei in grote delen van Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. Ook hier komt de groei weer vooral in de steden terecht. Expliciet noemt het CBS Eindhoven, Tilburg, Breda, Nijmegen en Zwolle. Ook wordt de stad Groningen genoemd.

Deze mega populatie aanwas kan een heel ander sociaal klimaat in die steden gaan veroorzaken dan nu het geval is. Zeker als het tekort aan woningen in die steden niet opgelost wordt.

“Een overweldigende bevolkingstoename in de komende jaren, maar hebben we daar ook genoeg woningen en banen voor?”

Onvolledig rapport

Mijn grote bezwaar bij het CBS rapport van 6 juli jl. is de onvolledigheid. Wat er bijvoorbeeld niet in staat, is een prognose voor de werkgelegenheid in 2035. Als de beroepsbevolking – voornamelijk door immigratie – met 300.000 groeit, zijn daar dan ook de banen voor? Of worden het bijstandsdossiers, vanwege niet passende opleiding en ervaring, naast die andere nieuwe miljoen inwoners zonder baanperspectief? Het rapport gaat hier niet op in. Net zo min als er iets te lezen is over het opleidingsniveau van al die nieuwe leden van de beroepsbevolking. Sluiten die opleidingen wel aan bij de arbeidsmarkt van de toekomst? Je leest er helaas niets over. Ook lees je niets over de benodigde extra woningen in die grote steden. Waar komen die vandaan? Hoe worden ze betaald? De Nederlandse belastingbetaler?

De EU is al vele jaren bezig met het immigratie vraagstuk. In ‘topjaar’ 2015 kwam de EU met een asielzoekersquotum per land. Voor Nederland waren dat er 7.000 per jaar, volgens de website van oneworld. Destijds waren er forse politieke bezwaren tegen dit door de EU opgelegde aantal. Nederland vond het aantal te hoog(!).

Onderzoeksinstituut Kaleidos Research vroeg midden 2014 aan een representatieve groep Nederlanders hoe zij staan tegenover de opvang van asielzoekers. Uit het onderzoek komt naar voren dat 56 procent van de Nederlanders vindt dat elk land zelf moet kunnen bepalen hoe vaak er asiel wordt verleend in een jaar. “De bevolkingsdichtheid is in Nederland al heel hoog in vergelijking tot veel andere Europese landen. Nederland kan ook op andere manieren een bijdrage leveren aan de opvang dan nog meer mensen accepteren,” zegt een respondent hierover. 33 procent geeft aan dat Europese landen in overleg moeten bepalen hoeveel asielzoekers ze ieder opnemen. En slechts 5 procent vindt dat de EU voor ieder land moet bepalen hoe vaak er per jaar asiel wordt verleend in dat land. Spijtig genoeg halen we het jaarlijks aantal dat de EU in 2015 voor Nederland bepaalde, nu in zes weken. Geen wonder dat Ter Apel het niet meer aankan.

Druppel op de gloeiende plaat

Die vier nieuwe – door de overheid op termijn geplande – grote opvangcentra gaan de oplossing ook niet brengen. Ze zouden een capaciteit van 1.000 mensen per stuk hebben (Bron; NOS 6 juni jl.). Genoeg om vier weken instroom op te vangen. Waar hebben we het in vredesnaam over?

We zouden momenteel blij zijn als de instroom van asielzoekers op het door de EU bepaalde niveau van 7.000 per jaar zou blijven. We spreken nu over een tienvoud!!

De explosie van immigratie is een keuze, of nalaten, van de huidige politiek. Die keuze toont een onvoorstelbaar gebrek aan daadkracht en menselijkheid. Immers, zowel asielzoekers als inwoners van ons land zijn gebaat bij duidelijkheid. Dat begint bij aangeven wat Nederland qua opvang aankan en aan wil. Wat is onze opvangcapaciteit? Daar lees je niets over, behalve dat deze onvoldoende is.

Het bovenstaande zal toch echt tot een ander politiek debat moeten leiden dan alleen de vraag hoeveel extra opvangcentra erbij moeten. We gaan een recessie tegemoet, leven in een land waarin het vertrouwen in de politiek en premier is verdampt en waarin de onrust bij bepaalde bevolkingsgroepen gevaarlijke vormen aanneemt. Steeds meer politici nemen tegenwoordig hun toevlucht tot autoritair gedrag en dito maatregelen. Ook dat is niet de oplossing, zo is in heel veel managementliteratuur te lezen.

Gezonde politiek vereist een nauwkeurige afstemming tussen parlement en regering. En tussen parlement en burgers. Alleen de eerste afstemming lijkt nog aanwezig. De tweede lijkt grotendeels verdwenen. En daarmee het draagvlak onder de bevolking voor maatregelen. Een zeer onwenselijke en gevaarlijke ontwikkeling.

“Zelf met de geplande uitbreiding van opvangcentra is de capaciteit om alle asielzoekers op te vangen niet toereikend”

Grenzen stellen

De psychologie leert hoe belangrijk het is om grenzen te stellen. Voor jezelf en voor anderen. Grensoverschrijdend gedrag, hoe begrijpelijk soms ook, doet afbreuk aan vertrouwen en draagt niet bij aan een veilige samenleving. Steeds meer politici maken zich schuldig aan grensoverschrijdend gedrag naar het electoraat toe. Soms door bevolkingsgroepen bewust tegen elkaar op te zetten, maar ook door haat te zaaien tussen allochtonen en autochtonen of tussen groepen die een andere religie aanhangen.

Zowel het CBS persbericht van 28 juli, als het migratierapport van 6 juli, kregen nauwelijks aandacht in de landelijk media of politiek. Je mag toch verwachten dat onze parlementariërs kennis van dergelijke informatie nemen en er over in debat gaan met de directie van ons land, zoals vroeger het geval was. Maar dat lijkt tegenwoordig teveel gevraagd van de huidige generatie Tweede Kamerleden. Die komen al niet uit de actuele crises zoals stikstof, woningmarkt, inflatie en energiemaatregelen of tot een correcte afhandeling van de toeslagenaffaire. Je wordt er niet erg vrolijk van. We hebben heel hard ander leiderschap nodig. In Nederland en in Europa. Leiderschap dat weer primair uitgaat van de belangen van de burger.