Zonlicht: een verketterd medicijn - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Gezondheid

Zonlicht: een verketterd medicijn

Willem Koert 6 min leestijd 25 maart 2022
FotoBigstockphoto

We moeten stoppen met het onszelf nodeloos blootstellen aan zonlicht, vinden sommige dermatologen. Het achteloos genieten van zonlicht doet met onze huid wat roken met onze longen doet. Onzin, vinden weer andere artsen. Zij zijn er juist van overtuigd dat zonlicht van vitaal belang is voor onze gezondheid.

In de negentiende eeuw gold een lichte huid, die niet of nauwelijks was blootgesteld aan zonlicht, als mooi en begerenswaardig. Wie behoorde tot hoge echelons van de samenleving en het zich kon veroorloven, beschermde zich met parasol en hoed tegen de stralen van de zon. Dat ideaal veranderde geleidelijk in de eerste decennia van de twintigste eeuw, nadat artsen als Niels Finsen ontdekten dat blootstelling aan zonlicht het skelet sterker kon maken en huidziekten kon tegengaan. 

In de decennia die volgden op Finsens ontdekking, ontdekten wetenschappers dat zonlicht dat op de huid valt, wordt omgezet in vitamine D. De huid is daarmee ons belangrijkste orgaan voor vitamine D opname. Een tekort aan vitamine D kan leiden tot rachitis, een ziekte waarbij botweefsel onvoldoende calcium kan opnemen. Bovendien ontdekte Finsen dat zonlicht een keur van ziektekiemen, die huidziekten kunnen veroorzaken, kan doden.

Finsen kreeg voor zijn ontdekking een Nobelprijs. Die erkenning inspireerde artsen om, niet zelden dure, klinieken te openen voor ‘heliotherapie’ – zeg maar zonnebaden onder medische begeleiding – in veel huidige toeristische trekpleisters in het Mediterrane gebied. Niet lang daarna veranderde het schoonheidsideaal van de elites. Een zongebruinde huid werd mooi. Het duurde even tot de rest van de samenleving er ook zo over dacht, maar halverwege de twintigste eeuw was het pleit beslecht.

“Een zonverbrande huid is een DNA-beschadigde huid”

Huidkanker

Inmiddels zijn we een eeuw verder en ligt het zongebruinde schoonheidsideaal zwaar onder vuur. Een groeiend aantal dermatologen wil zo snel mogelijk terug naar de situatie van de negentiende eeuw. “Het moest maar eens afgelopen zijn met dat beeld dat bruin door de zon sexy is,” zegt bijvoorbeeld dermatoloog Jorrit Terra op de website van regioziekenhuis Isala. “Een zongebruinde huid is een DNA-beschadigde huid, die sneller verrimpelt en ouder wordt, veroorzaakt door overmatige ultraviolette straling. Te veel zonlicht kan leiden tot huidkanker,” waarschuwt Terra.

De meeste soorten huidkanker zijn weliswaar relatief goed te behandelen, maar er zijn ook varianten die knap gevaarlijk en bij een te late ontdekking dodelijk kunnen zijn. De meest bekende van die laatstgenoemde categorie is het maligne melanoom. Elk jaar overlijden ongeveer achthonderd Nederlanders aan een maligne melanoom en nog eens een kleine tweehonderd aan een andere vorm van huidkanker.

Dermatologen leggen al sinds de 19e eeuw, toen een gebruinde huid nog niet in de mode was, een verband tussen huidkanker en zonlicht. Al in 1884 schreef de Duitse dermatoloog Paul Gerson Unna dat bij zeelieden, een beroepsgroep met een hoge blootstelling aan zonlicht, opvallend veel gevallen van maligne melanoom voorkwamen. Recentere wetenschappelijke studies zien sinds de jaren zestig en zeventig een gestage toename van maligne melanoom in westerse landen. In bijvoorbeeld de Verenigde Staten nam tot 2015 het aantal diagnoses elk jaar met 4 procent toe, stelt de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. Vooral mensen met een lichte huid lopen risico. Na 2015 is het aantal diagnoses gestabiliseerd.

De boosdoener is, zoals dermatoloog Jorrit Terra hierboven al zei, de ultraviolette component van zonlicht. Ultraviolet licht bruint de huid, zorgt voor de aanmaak van vitamine D in de huid, maar beschadigt ook het erfelijk materiaal van huidcellen. Die schade kan gezonde huidcellen veranderen in kankercellen. 

Vanuit die achtergrond pleiten steeds meer dermatologen voor het afschaffen van het zonnebaden en het gebruinde schoonheidsideaal. We zouden er goed aan doen, vinden zij, als we collectief nog hooguit een kwartiertje per dag bivakkeren in de zon en onze vitamine D halen uit pillen.

Zonnebrand

Hoewel ze nog maar zelden aan het woord komen in de reguliere media, zijn er ook dermatologen met een andere mening. Deze artsen wijzen op studies waarin de inwoners van noordelijke landen, waar alleen in de zomer de zon overvloedig kan schijnen, juist meer kans op huidkanker hebben dan de inwoners van meer zuidelijke landen, waar zonovergoten dagen minder seizoensgebonden zijn. In weer een ander onderzoek, verricht door Zwitserse onderzoekers, hebben mensen die hun werkende leven in kantoorgrotten slijten meer kans op maligne melanoom dan mensen die buiten werken. De auteurs van die studie vermoeden dat kantoorwerkers zich vooral tijdens vakanties in alle hevigheid blootstellen aan zonlicht. Die relatief korte perioden van intense blootstelling zijn riskanter dan continue perioden van matige blootstelling. 

Uit deze en andere studies blijkt dat zonlicht alleen de kans op huidkanker verhoogt als dat de huid verbrandt. Hoe vaker een huid verbrandt, hoe groter de kans dat huidcellen zich veranderen in kankercellen.

‘Zorg dat je niet verbrandt’ zou dus een alternatief advies kunnen zijn voor ‘ga niet langer dan een kwartier per dag de zon in’. Dat alternatieve advies zou wel eens kunnen resulteren in een betere gezondheid en minder gevallen van kanker. Want hoewel het duidelijk is dat zonnebrand en huidkanker samenhangen, is het ook duidelijk dat blootstelling aan zonlicht de kans op een breed spectrum aan kankertypes verlaagt.

De Australische arts en patholoog Frank Apperly constateerde al in 1941 dat een grotere blootstelling aan zonlicht de kans op een breed spectrum aan kankertypes verminderde. Dat had wellicht te maken met een verhoogde aanmaak van vitamine D, concludeerde Apperly. Tot op de dag van vandaag verschijnen er met enige regelmaat studies die dat punt onderschrijven. Deze studies laten zien dat een hoge vitamine D-spiegel niet alleen de kans op een breed spectrum aan kankertypes reduceert, maar ook de perspectieven van kankerpatiënten lijkt te verbeteren.

“Vitamine D reduceert kans op diverse vormen van (huid)kanker”

Vitamine D

Wetenschappers zien vitamine D al lang niet meer als een vitamine die uitsluitend het skelet sterker maakt. Ze zien vitamine D ook als een cruciale factor voor het immuunsysteem, waarbij een hoge vitamine D-spiegel beschermt tegen griep. Het immuunsysteem speelt ook een rol bij het opruimen van kankercellen, inclusief huidkankercellen, en het gezond houden van de bloedvaten. 

Ongeveer 90 procent van alle vitamine D in het lichaam is gemaakt door de huid, schatten endocrinologen. Voeding is geen belangrijke bron. Supplementen kunnen tot op zekere hoogte soelaas bieden, maar natuurlijk zonlicht als bron is en blijft superieur aan pillen. De hoogste dosis vitamine D die het Nederlandse Voedingscentrum op dit moment aanbeveelt, is 20 microgram per dag. Iemand die op een mooie dag rondloopt in een zwembroek kan het tienvoudige van die hoeveelheid zelf aanmaken. 

En hoewel de verontruste dermatologen zich, ongetwijfeld met de beste intenties, inspannen om de blootstelling aan zonlicht te reduceren, hebben ’s winters enkele tientallen procenten Europeanen te weinig vitamine D in hun bloed. Hanteer je strenge criteria, dan heeft 40 procent van de Europese bevolking in de wintermaanden een tekort. Onder Europeanen met een donkere huid is dat percentage nog hoger. 

Zonlicht tegen huidkanker

Of we inderdaad gezonder zullen worden door het dermatologische offensief ons af te schermen van zonlicht, is dus nog maar de vraag. Op basis van een Zweeds onderzoek, dat in 2016 verscheen in de Journal of Internal Medicine, zou je zelfs denken van niet.

De Zweden wilden meer weten over het verband tussen maligne melanoom en blootstelling aan zonlicht en volgden dertigduizend vrouwen, gedurende tien jaar. De onderzoekers wisten ongeveer hoe vaak deze vrouwen in de zon kwamen en hielden bij welke vrouwen ziek werden. De onderzoekers hadden verwacht dat de vrouwen die meer zonlicht opvingen ongezonder zouden zijn, maar het verband was precies andersom. 

De vrouwen met de grootste zon exposure hadden in dit onderzoek minder kans om vroegtijdig te overlijden dan de vrouwen met de kleinste zon exposure. Dat kwam onder meer, omdat blootstelling aan zonlicht beschermde tegen hart- en vaatziekten, maar ook tegen kanker. De vrouwen die de meeste zonlicht opvingen, hadden zelfs minder kans op maligne melanoom.

Balans

Gooien de fanatieke dermatologen met hun offensief tegen zonlicht en hun pleidooien voor een zo licht mogelijke huid niet het gebruinde kind met kankerverwekkende badwater weg? Volgens de Australische hoogleraar en dermatoloog Prue Hart, die onderzoekt of zonlicht het verloop van een ziekte als multiple sclerose kan vertragen, lijkt het daar wel een beetje op. 

“Het gaat erom dat je weet hoeveel zonlicht je huid kan verdragen,” zei Hart een paar maanden geleden in een interview met de Britse krant The Guardian. “Met die kennis kun je voorkomen dat je verbrandt. Zonnebrand is het enige aspect van blootstelling aan zonlicht waarvan we met enige zekerheid weten dat het de kans op melanoom vergroot. Tegelijkertijd weten we dat een hoeveelheid zonlicht die je huid niet verbrandt vooral de bekende positieve effecten van zonlicht met zich brengt.” 

Met verbranden bedoelt Hart het rood verkleuren, of erger, van de huid. Zolang dat niet gebeurt, is zonlicht alleen maar goed. “Het is ook psychologisch gezond voor mensen om buiten te zijn. So I think balance is the key,” besluit Hart.