We zijn ongeneeslijk religieus, in gesprek met Ronald Meester - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Gezondheid

We zijn ongeneeslijk religieus, in gesprek met Ronald Meester

Willem Koert 6 min leestijd 5 september 2022
FotoJeroen Paling

Toen het coronavirus ons bereikte, werden we banger dan we in lange tijd waren geweest. Een eeuw eerder hadden we een beroep gedaan op religie en spiritualiteit, maar nu wendden we ons tot de hogepriesters van de wetenschap. Daarover, en over de angstaanjagende consequenties daarvan, gaat het laatste boek van Ronald Meester.

“We zien onszelf als verlichte geesten die de religie zijn ontstegen,” schetst Ronald Meester, als hoogleraar Waarschijnlijkheidsrekening verbonden aan de Amsterdamse VU. “We beschouwen religie als ouderwets en achterhaald, misschien zelfs achterlijk. We hebben dat bijgeloof niet meer nodig, vinden we. We hebben nu de wetenschap die ons vertelt hoe de wereld in elkaar zit.”

Dat is tenminste de overtuiging van de overweldigende meerderheid van de hoogopgeleide Nederlanders in de bovenste echelons van onze samenleving. Religie is voor de ongeletterden die niet beter weten, de ‘deplorables’ die zich verzetten tegen de vooruitgang en de ondankbaren die de zegeningen van de wetenschap niet op waarde weten te schatten.

“Al sinds de Verlichting vallen filosofen en wetenschappers religie aan,” zegt Meester. “Maar religieus besef en het bedrijven van wetenschap kon en kan prima in een en hetzelfde individu bestaan. Johannes Kepler maakte een model van het zonnestelsel en recent ontrafelde Francis Collins de structuur van het menselijk DNA, zonder dat ze daarbij het woord van God wilden ontkrachten. Ze zagen hun werk als een eerbetoon aan de schoonheid van de schepping. Ze lieten zien hoe vernuftig en mooi de fysische wereld was.”

Spiritualiteit

Die houding is zeldzaam geworden. De laatste decennia is religie met ongekende snelheid verdwenen uit het leven van miljoenen mensen. In zijn boek laat Meester geen traan om de teloorgang van religieuze dogma’s of de val van door corruptie aangetaste kerkelijke instituties. Wel maakt hij zich zorgen over het verdwijnen van de spiritualiteit, die het hart van de Christelijke religie vormt.

“Sommigen hebben die spiritualiteit elders gevonden, sommigen hebben hem nooit verloren, maar de meesten van ons zijn hem verloren,” zegt Meester. “Ze hadden daar op het eerste gezicht geen last van, al waren er signalen die een andere kant op wezen. Als anderhalf miljoen Nederlanders antidepressiva slikken, dan is dat een teken dat er iets faliekant mis is met deze samenleving.”

De komst van SARS-CoV-2 maakte zichtbaar welke prijs een samenleving moet betalen voor het afdanken van spiritualiteit. In zijn boek beschrijft Meester hoe de moderne en van God onthechte mens niet met een directe dreiging van ziekte en dood kan omgaan. Toen de massamedia beelden gingen verspreiden van rijen doodskisten, overvolle mortuaria en stervende coronapatiënten in ziekenhuisbedden, sloegen we op hol. Niet meer in staat onze sterfelijkheid te accepteren, vergaten we dat verreweg de meeste coronadoden zeer oud waren en dat leven, elk leven, per definitie eindig is. 

In het aanzicht van het virus was er nog maar één gedachte: we moeten het virus stoppen. Om het leven van grootouders met misschien slechts enkele maanden te verlengen waren we tot alles bereid. Omdat we een sterftekans van fracties van een procent niet onder ogen durfden te zien, waren we bereid experimentele vaccins te gebruiken.

“We beschouwen religie als ouderwets en achterhaald, bijgeloof dat we niet meer nodig hebben, we hebben nu de wetenschap die ons vertelt hoe de wereld in elkaar zit”

Offers

We hebben ons tijdens de pandemie vastgeklampt aan technocratische en technologische oplossingen die weinig of zelfs helemaal niet hebben gewerkt, zonder dat we oog hadden voor de kwalijke consequenties daarvan,” verzucht Meester. “We hebben ons kunnen schromelijk overschat. En tot overmaat van ramp zijn we niet in staat om dat in te zien.”

Dat besef leidde tot het boek dat Meester tijdens de pandemie schreef: Wetenschap als nieuwe religie en als subtitel Hoe Corona de spirituele schaarste in onze samenleving blootlegde meekreeg. “Het uitgangspunt van het boek is dat we, of we dat nu op prijs stellen of niet, ongeneeslijk religieus zijn,” zegt Meester. “De Verlichtingsfilosofen die de aanval op de religie hebben ingeluid hadden ongetwijfeld de beste intenties, maar ze hebben het kind met het badwater weggegooid.”

Een van de argumenten tegen de Christelijke leer is de gruwelijke inhoud van sommige verhalen in de Bijbel. Ze staan vooral in het Oude Testament. Een voorbeeld dat Meester in Wetenschap als nieuwe religie aanhaalt, is de vertelling van Abraham die van God de opdracht krijgt zijn zoon Isaak te offeren. Bij oppervlakkige lezing lijkt Abraham aan dat verzoek gehoor te geven en laat God hem op het allerlaatste moment weten dat dit offer onnodig is. 

Critici van het Christendom halen de vertelling vaak aan om duidelijk te maken hoe fout, achterhaald, achterlijk en immoreel religie is. Waarom een God volgen die dit van een vader vraagt? 

“Je moet deze verhalen niet letterlijk nemen,” beargumenteert Meester. “Ze zijn metafysisch. Het zijn verhalen waarin een diepere betekenis verscholen zit, waar je pas een glimp van opvangt als je erover nadenkt. Die diepere betekenis geeft ons perspectief op wie we zijn, ons leven en wat we nastreven, maar ook op onze onvolkomenheid en sterfelijkheid. In mijn boek leg ik uit welke betekenis dit specifieke verhaal volgens mij heeft. Dan ga je er heel anders tegen aankijken.”

Toen religie uit het leven van bewoners van rijke landen verdween, verdween ook die spiritualiteit. “Wetenschap kan dat gemis niet opvullen,” zegt Meester. “Wetenschap is vragen stellen, beetje bij beetje kennis verwerven en tegelijkertijd accepteren hoe weinig je, als puntje bij paaltje komt, écht zeker weet. Wetenschap heeft ons ontegenzeggelijk veel en ver gebracht, maar tijdens de pandemie bleek dat we zonder spiritualiteit de realiteit niet meer onder ogen kunnen zien.”

“We offerden onze vrijheid, onderwijs, menselijk contact, cultuur en, in een nog onbekend aantal gevallen, wellicht ook onze gezondheid op”

Hogepriesters van de wetenschap

Toen in het voorjaar van 2020 vanuit Wuhan het coronavirus zich over de wereld verspreidde, wendden de inwoners van de rijke landen zich tot de wetenschap. Zonder een God om tot te bidden, richtten ze hun smeekbeden tot de laboratoria, de onderzoeksinstituten en vooral tot Big Pharma. En de wetenschap leek die gebeden te verhoren. 

De oplossing van de wetenschap bestond uit mondkapjes die we verplicht moesten dragen, maar die niet of nauwelijks bleken te werken. Uit een verplichting om afstand van elkaar te houden en kwetsbare individuen niet meer te bezoeken, lieten we mensen alleen sterven. We sloten scholen, bedrijven, concertzalen en sportvelden, zonder dat we daarmee het virus een halt konden toeroepen. We introduceerden experimentele gentherapeutica die ons zouden moeten beschermen tegen het virus. Ook die hoop bleek tevergeefs. De injecties verminderden weliswaar de kans op sterfte en ernstige ziekte, maar konden (en kunnen) infectie met en verspreiding van het virus niet voorkomen. Het virus circuleert nog steeds. Virologen vrezen dat het dit najaar weer zal toeslaan.

Net als God in het Oude Testament een offer vroeg van Abraham, vroeg de wetenschap een offer van ons tijdens de coronapandemie. Anders dan God trok de wetenschap zijn verzoek niet op het laatste moment in. We offerden onze vrijheid, onderwijs, menselijk contact, cultuur en, in een nog onbekend aantal gevallen, wellicht ook onze gezondheid op. 

“Wie eraan twijfelde of dit wel de juiste weg was, werd apart gezet,” zegt Meester. “Dat gold zeker voor wie zich niet liet vaccineren. En wie demonstreerde, kon te maken krijgen met politiegeweld.”

De dissidenten van het coronanarratief werden ketters en zondebokken, waarvan bewindslieden zeiden dat ze niet konden rekenen op enig begrip. Sterker nog, dezelfde bewindslieden riepen de bevolking op om de dissidenten ter verantwoording te roepen. Massamedia en techbedrijven censureerden de afwijkende geluiden, ook als die afkomstig waren van wetenschappers. 

Ondertussen zijn de Hogepriesters van de wetenschap niet van plan hun aanpak te veranderen. Ze weigeren serieus te onderzoeken of er een verband is tussen de oversterfte en de massavaccinaties en gezondheidsministers dringen aan op nog meer injecties. Hoewel studies hebben aangetoond dat de mondkapjesplicht, het afstand houden, de lockdowns en de avondklok geen noemenswaardig effect op het virus hebben gehad, zijn er wetten in de maak waardoor het kabinet die maatregelen van het ene op het andere moment weer kan invoeren. Zelfs de censuur gaat onverdroten door, zoals kijkers van De Nieuwe Wereld hebben gemerkt.

Apocalyps

“De wetenschap die de maatschappij wel even van corona zou verlossen, heeft alle trekken die verlichte geesten aan religie toeschrijven,” zegt Meester. “De hogepriesters van die wetenschap zijn onverdraagzaam, irrationeel en dogmatisch. Zonder enige nederigheid of inzicht in hun eigen beperkingen gaan ze door op de ingeslagen weg.”

“Toen ik begon met het schrijven van Wetenschap als nieuwe religie had ik nog de hoop dat corona zou fungeren als een wake-up call,” bekent Meester. “Die illusie ben ik inmiddels kwijt. De wake-up call moet nog komen. Ik vrees dat er iets van een apocalyptische omvang voor nodig zal zijn.”