Vroeger waren we sterker en intelligenter - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Gezondheid

Vroeger waren we sterker en intelligenter

Willem Koert 6 min leestijd 26 juli 2022
FotoBigstockphoto

De moderne mens is aan het degraderen. Volgens archeologen, historici en epidemiologen zijn we zowel fysiek als mentaal nog maar een schim van wat we een paar eeuwen geleden waren. Is de menselijke soort op zijn retour?

Sinds scholen en universiteiten de evolutietheorie onderwijzen, vindt Homo sapiens zichzelf heel wat. Dat is ook niet verwonderlijk, als je gelooft dat er honderdduizenden, nee, miljoenen jaren van evolutie voor nodig waren om de mensheid voort te brengen. Iets dat zoveel tijd heeft gekost, móet wel goed zijn. Toch?

Wetenschappers die de veranderingen van de moderne mens bestuderen denken daar anders over. Zij zijn al jaren geleden tot de conclusie gekomen dat het niet goed gaat met de soort die zichzelf beschouwt als het neusje van de evolutionaire zalm. Uit hun onderzoek blijkt dat de menselijke soort op vrijwel alle mogelijke fronten minder robuust aan het worden is.

Sommige van deze verontrustende bevindingen liggen voor de hand. Fysiek zijn mensen nu minder sterk dan een paar duizend jaar geleden, ontdekte de Canadese archeoloog Allison Murray. Murray vergeleek de botten van boeren uit de steentijd met die van hedendaagse roeiers die wekelijks twintig uur trainen. De punten waaraan spieren zich vasthechten op die botten verklappen over hoeveel kracht deze mensen beschikten. Hoe groter die aanhechtingspunten, hoe sterker de spieren.

Volgens Murray, die is verbonden aan de Universiteit van Victoria in Canada, waren de boeren uit de steentijd in hun bovenlichaam sterker dan moderne roeiers. Het planten en oogsten van gewassen, het malen van graan en andere werkzaamheden waren een zwaardere belasting voor hun lichaam dan de trainingsschema’s van hedendaagse elitesporters.

Verzwakte mensheid

De bevindingen van Murray staan niet op zichzelf. Uit onderzoek van menselijke stoffelijke resten uit vervlogen tijden blijkt keer op keer dat we lichamelijk niet bij onze voorouders in de schaduw kunnen staan. In zijn in 2010 verschenen Manthropology zette de Australische paleontoloog Peter McAllister zoveel punten op een rij dat hij zijn boek de subtitel The Science of the Inadequate Modern Male meegaf.

De vrouwelijke exemplaren van de eerste menselijke bewoners van Europa hadden volgens McAllister tien procent meer spieren dan doorsnee moderne mannen. Uit versteende voetafdrukken van jagers uit de steentijd konden fysiologen berekenen dat deze mensen op blote voeten met een snelheid van bijna 38 kilometer per uur konden rennen. Volgens verslagen van de oud-Griekse historicus Xenofon konden roeiers de antieke Griekse galeischepen gedurende een halve dag met een snelheid van 15 kilometer per uur laten voortbewegen. ‘Toen in 2007 bewegingswetenschappers getrainde roeiers hetzelfde probeerden te laten doen, waren de sporters na een uur al uitgeput’ schrijft McAllister in een blog voor de Huffington Post. Griekse roeiers, waarvan er in de tijd van Xenofon in een stad als Athene meer dan dertigduizend rondliepen, waren dus waarschijnlijk fitter dan moderne getrainde sporters.

Het lijkt er eerlijk gezegd op dat de fysieke teloorgang van de mens nog steeds in volle gang is. Uit gegevens van landen die nog een militaire dienstplicht hebben, blijkt dat elk jaar de nieuwe lichting jonge mannen weer een beetje minder fit is dan het jaar daarvoor. Artsen die de gezondheid van kinderen bestuderen komen tot dezelfde conclusie: de kracht en het uithoudingsvermogen van kinderen nu is minder dan dat van de kinderen van pakweg veertig jaar geleden.

“De eerste vrouwelijke bewoners van Europa hadden tien procent meer spieren dan doorsnee moderne mannen”

Verdomming

Inderdaad, dat doet pijn. Sinds de steentijd en de dageraad van de Westerse beschaving hebben we fors aan kracht ingeboet. Maar dat komt, zo kunnen we onszelf wijsmaken, omdat we in de loop van de menselijk evolutie steeds intelligenter zijn geworden. Onze hersenen verbruiken steeds meer energie en dat gaat ten koste van onze spieren.

Volgens evolutiebiologen, die de ontwikkeling van de menselijke soort over een periode van miljoenen jaren bestuderen, is er iets voor die theorie te zeggen. Maar uit onderzoek dat zich beperkt tot de periode van de afgelopen eeuw blijkt jammer genoeg iets anders. Volgens dat onderzoek is de menselijke intelligentie sinds enkele tientallen jaren aan het afnemen.

De ‘verdomming’ van de mensheid is een betrekkelijk nieuw fenomeen. In de meeste wetenschappelijke standaardwerken over intelligentie staat steevast dat in ontwikkelde landen de gemiddelde intelligentie (het IQ) elke 10 jaar met 3 punten toeneemt. Dat is het Flynn-effect, genoemd naar de ontdekker ervan, psycholoog James Flynn. Flynn, die zijn ontdekking deed in de jaren tachtig van de vorige eeuw, schreef de toename van het IQ toe aan het onderwijs.

In de 21ste eeuw kwamen er echter barstjes in het Flynn-effect. Psychologen die de ontwikkeling van de intelligentie door de jaren heen bestudeerden, vonden in Nederland, Estland, Frankrijk, Finland, Engeland, Denemarken en Noorwegen gedurende de laatste decennia van de twintigste eeuw een afname van de intelligentie. Het fenomeen is waarschijnlijk niet beperkt tot de Westerse wereld. Ook in landen als Sudan neemt de intelligentie af.

Kennelijk bereikte het Flynn-effect in de jaren zeventig zijn hoogtepunt. De generatie die in die tijd was geboren was de intelligentste generatie ooit, concludeerden onderzoekers van het Ragnar Frisch Centrum voor Economisch Onderzoek in Noorwegen. De Noren baseerden zich op analyses van driekwart miljoen intelligentietests, afgenomen over een tijdspanne van tientallen jaren.

Omgevingsfactoren

Hun onderzoek, dat verscheen in 2018, sloeg in als een bom. De Britse psycholoog Stuart Ritchie, verbonden aan King’s College London en gespecialiseerd in intelligentie, noemde de Noorse studie in een interview met The Times ’het meest overtuigende bewijs tot nu toe van een omkering van het Flynn-effect. Als dit klopt, zijn de resultaten behoorlijk zorgwekkend’.

Volgens de Noorse studie zijn er geen aanwijzingen dat mensen door genetische factoren dommer worden. Die mogelijkheid heet in het intelligentie-onderzoek ook wel de Ideocracy Hypothesis. De naam van die hypothese is ontleend aan een omstreden en politiek-incorrecte film uit 2006, Idiocracy. In die film ontwaken twee doorsnee-mensen uit deze tijd in 2505 en ontdekken dat zij de twee intelligentste mensen op aarde zijn. Omdat intelligente mensen generaties lang de voorkeur hebben gegeven aan hun carrière of zelfontplooiing boven het krijgen van kinderen is de intelligentie van de mensheid gekelderd.

Dat mechanisme speelt hier niet, vertelde onderzoeksleider Ole Rogeburg in een interview met CNN. “Het is niet zo dat domme mensen meer kinderen hebben dan slimme mensen, om het grof te zeggen. We zien deze veranderingen ook binnen gezinnen.” Omgevings- en leefstijlfactoren jagen de intelligentie van de mensheid dus omlaag, niet genetische factoren.

“Omgevings- en leefstijlfactoren jagen de intelligentie van de mensheid omlaag”

Moeilijke tijden

Maar wat zou die omgevingsfactor moeten zijn? Onze manier van leven en onze leefomgeving zijn de afgelopen decennia op zoveel manieren veranderd dat het opsporen van zo’n omgevingsfactor neerkomt op het zoeken naar een speld in een hooiberg. Maar er is één factor die misschien wel de vermindering van de intelligentie verklaart en tegelijkertijd de afname van de menselijke fysieke capaciteit: de reductie van lichaamsbeweging.

Het is voor ons, verwende eenentwintigste-eeuwers, niet goed voorstelbaar hoe zwaar het leven van jagers, boeren en arbeiders in voorbij eeuwen is geweest. Toch was het voor landarbeiders nog maar enkele generaties geleden normaal om dagelijks kilometers naar hun werk te lopen, daar een dag lang zware arbeid te verrichten en vervolgens weer naar huis te lopen. Die leefstijl liet weliswaar weinig ruimte over voor geestelijke ontwikkeling, cultuur, kunst en wetenschap, maar resulteerde wel in fysiek ijzersterke mannen en vrouwen.

Een nieuw inzicht is dat lichaamsbeweging een factor is in de ontwikkeling van de hersenen. Laboratoriummuizen maken meer hersencellen aan en worden intelligenter als ze geregeld rennen in een molentje. Meer dan wanneer ze lichamelijk inactief zijn. In mensen heeft lichaamsbeweging eenzelfde effect. Neurologen waren er al van overtuigd dat beweging de hersenen van ouderen gezond kan houden. In de neurowetenschappen begint nu het besef door te dringen dat lichaamsbeweging ook de ontwikkeling van de hersenen bij jonge mensen stimuleert. Hoe fitter kinderen zijn, hoe beter hun hersenen werken.

Eerst door het wegvallen van zware lichamelijk arbeid, later door de komst van auto’s en vervolgens door de opkomst van de televisie, de computer en andere vormen van elektronisch vermaak, zijn we niet alleen fysiek niet meer wat we waren, maar ook mentaal niet. Het is de prijs die we voor onze welvaart en vooral voor onze comfortabele leefstijl moeten betalen.

Mike Hopf, schrijver van de post-apocalyptische roman Those Who Remain, wist het al. ‘Moeilijke tijden maken sterke mensen’ schreef hij. ‘Sterke mensen zorgen voor goede tijden. En goede tijden zorgen voor zwakke mensen.’

Het is natuurlijk nog maar de vraag of die goede tijden, met hun ongekende welvaart, luxe en gemak, nog lang zullen duren. Wie het nieuws volgt – het echte nieuws, niet het ingekleurde aftreksel daarvan dat de massamedia verspreiden – voelt aan z’n water dat er ingrijpende veranderingen in aantocht zijn. Ons leven zal moeilijker worden. En wij sterker.