Maar je krijgt er ook veel voor terug
Voor kinderen zorgen is topsport. Fysiek, emotioneel, sociaal en financieel kosten kinderen ouders soms bijzonder veel. Zoveel zelfs dat je zou verwachten dat door de stress van het ouderschap vaders en vooral moeders versneld verouderen en dus ook eerder overlijden dan kinderloze mannen en vrouwen. Klinkt logisch. Klopt niet.
In 2017 publiceerde de Poolse epidemioloog Grazyna Jasienska een onderzoek dat haar in één klap wereldberoemd maakte in haar vakgebied. De studie, die verscheen in de American Journal of Human Biology, liet zien dat elke zoon of dochter een moeder bijna twee jaar van haar leven kostte. Dat was, vermoedde Jasienska, een direct gevolg van de aanslag van een zwangerschap en het zorgen voor een kind op het lichaam van vrouwen. Volgens haar gegevens verkortten kinderen het leven van vaders overigens niet.
Wereldwijd berichtten alle grote media over de Poolse bevindingen en Jasienska werd een beetje beroemd. Dat kwam misschien omdat de strekking van haar onderzoek naadloos aansloot bij de ervaringen van een grote groep vrouwen. Of, om het preciezer te formuleren, leek aan te sluiten. Jasienskas gegevens hadden betrekking op een tijd en regio waar de meeste vrouwen arm waren en levenslang zware arbeid moesten verrichten in de landbouw.
“Het effect van zwangerschap op vrouwen met een goede voeding is anders dan het effect op vrouwen die uit hun voeding niet de stoffen kunnen halen die ze nodig hebben,” schreef Jasienska in een overzichtsartikel. “In arme landen vangt het lichaam van vrouwen de biologische kosten van de voorplanting op. Bij welgestelde vrouwen zien we iets anders. Bij hen zien we juist een toename van de levensduur als ze veel kinderen krijgen.”
Aan dat laatste aspect van kinderen krijgen besteedden de massamedia om de een of andere reden minder aandacht. Daarmee gaven ze hun publiek een vertekend beeld van de werkelijkheid, want vergeleken met de vrouwen die Jasienska bestudeerde zijn de meeste vrouwen in ontwikkelde landen toch heus ‘welgesteld’.
Langer leven door kinderen
In het jaar waarin Grazyna Jasienska haar onderzoek publiceerde, verscheen ook een Zweedse studie in de Journal of Epidemiology and Community Health. Daarin becijferde Karin Modig, een epidemioloog en statisticus van het Karolinska Institute, dat vaders én moeders niet korter leven dan kinderloze mannen en vrouwen, maar juist langer. In het Zweden van de twintigste eeuw verlengde ouderschap een mensenleven met anderhalf tot twee jaar, achterhaalde Modig.
“Als je alle bekende leefstijlfactoren op een rijtje zet, dan is een kind niet de grootste factor die meebepaalt wanneer je zult overlijden,” relativeerde Modig in een interview. “Maar het effect is wel degelijk substantieel.”
“Bij welgestelde vrouwen zien we een toename van de levensduur als ze veel kinderen krijgen”
Modig analyseerde de gegevens van een slordige anderhalf miljoen Zweden die waren geboren tussen 1911 en 1925. Ze hield rekening met het gegevens dat mensen met een levenspartner langer leven dan mensen die alleen door het leven gaan. Omdat in 1911-1925 de meeste kinderen opgroeiden in een gezin, was de levensverlengende werking van een kind misschien een schijnverband. Niet het kind, maar de aanwezigheid van een levenspartner zou de extra levensjaren kunnen veroorzaken. Dat was niet zo. Toen Modig het levensverlengende effect van een partner met statistiek wegpoetste, stond de levensverlengende werking van zoons en dochters nog steeds overeind.
14 kinderen optimaal
Het meeste onderzoek naar het verband tussen ouderschap en kinderen wijst in dezelfde richting: ouderschap gaat samen met een langer leven. Dat is zelfs het geval bij vrouwen die onwaarschijnlijk veel kinderen op de wereld zetten, ontdekten Amerikaanse onderzoekers die de Amish bestudeerden.
De Amerikaanse Amish zijn een religieuze en pacifistische gemeenschap die niets moet hebben van technologie en zo sober mogelijk leeft. Het geboortecijfer in deze groep is nog onwaarschijnlijk hoog. Toen Patrick McArdle, een medisch onderzoeker van de University of Maryland in de Verenigde Staten, een groep Amish volgde en gebruik maakte van anderhalve eeuw aan wetenschappelijke verslagen over deze groep, zag hij dat met elk kind dat vaders en moeders kregen hun levensverwachting een beetje toenam. Elk kind verlengde hun levensduur met ongeveer een half jaar.
Voor vrouwen was, wat hun levensduur betrof, de levensverlengende werking van kinderen optimaal als ze 14 kinderen op de wereld zetten. Na het veertiende kind nam hun levensverwachting niet verder meer toe en waarschijnlijk zelfs af (omdat McArdle weinig vrouwen met meer dan 14 kinderen in zijn bestand had, kon hij daar niet veel met zekerheid over zeggen). Voor vaders kon McArdle trouwens geen optimaal aantal kinderen ontdekken. Hoe meer kinderen vaders verwekten, hoe langer ze leefden.
Een mogelijke wetenschappelijke verklaring voor de levensverlengende werking van kinderen is dat kinderen hun ouders niet langer laten leven, maar dat gezonde mannen en vrouwen – met een langere levensverwachting – meer kans hebben om kinderen te krijgen dan mannen en vrouwen die minder gezond zijn. Dat klinkt op zich aannemelijk. Maar als onderzoekers het verband tussen kinderen en de levensverwachting van ouders nauwkeuriger bestuderen, blijkt dat de vork toch anders aan de steel zit.
Nieuwe inzichten
Volgens onderzoek van de Zweedse epidemioloog Jenny Torsander, verbonden aan de universiteit van Stockholm, is de levensverlengende werking van kinderen groter naarmate het opleidingsniveau van de kinderen hoger is. Hoe meer jaren onderwijs een kind geniet, hoe meer dat kind de levensduur van de ouders verlengt. Het inkomen van kinderen had ook een positief effect op de levensduur van de ouders, maar dat effect stelde weinig voor. Het was dus niet zo dat hoogopgeleide kinderen beter verdienen en hun ouders langer konden laten leven door ze financieel te ondersteunen.
Een betere verklaring is dat kinderen hun ouders nieuwe inzichten over gezondheid aanreiken. Via kinderen weten ouders beter wat er in de samenleving gebeurt en welke nieuwe inzichten zijn ontwikkeld. In de twintigste eeuw, toen jongeren in het hoger onderwijs nog nuttige dingen konden leren en er nog geen internet bestond, waren het vooral hoger opgeleide kinderen die ouders bij de tijd konden houden.
Amerikaanse biostatistici die gegevens verzamelden in een dozijn Europese landen en Israël kwamen tot dezelfde slotsom. Ze ontdekten dat ouders gezonder leven dan mensen zonder kinderen en dat dit verschil groter wordt naarmate hun kinderen hoger zijn opgeleid. De Amerikanen konden aantonen dat met elk jaar opleiding dat kinderen hebben gehad, hun ouders een beetje gezonder gaan leven – minder vaak roken, meer bewegen en een gezonder lichaamsgewicht hebben.
“Hoe meer jaren onderwijs een kind geniet, hoe meer dat kind de levensduur van de ouders verlengt”
Beter immuunsysteem
Het is een aantrekkelijke verklaring, maar het is niet de enige. Psychologen van Carnegie Mellon University stuitten in 2012 op een andere mogelijke verklaring – eentje die de verklaring van hierboven niet uitsluit.
De psychologen hadden de beschikking over de gegevens van een kleine achthonderd volwassen die hadden meegedaan aan immunologische experimenten op hun universiteit. De proefpersonen waren blootgesteld aan verkoudheidsvirussen, die in de vorm van neusdruppels waren toegediend.
De onderzoekers ontdekten tot hun verbazing dat ouderschap de kans op verkoudheid na blootstelling aan het virus halveerde. Het maakte niet uit of de kinderen nog thuis woonden of al waren uitgevlogen. Wat wel uitmaakte, was de leeftijd van de ouders. Hoe ouder de ouders waren, hoe groter was het verschil tussen hun immuunsysteem en dat van kinderloze leeftijdsgenoten.
“Het zorgen voor kinderen zet het immuunsysteem van vaders en moeders niet één, niet twee, maar drie tandjes hoger,” vertelde een van de onderzoekers tijdens een symposium. “Het is een mechanisme dat de natuur heeft uitgevonden om organismen die een nieuwe generatie voortbrengen meer kans van slagen te geven.”
Het immuunsysteem doet meer dan ziektekiemen uitschakelen. Het ruimt ook cellen op die zijn veranderd in kankercellen of cellen die niet meer goed functioneren. Een immuunsysteem dat goed functioneert is een voorwaarde om tot in lengte van jaren gezond te blijven. Dit mechanisme werkt waarschijnlijk harder naarmate kinderen hun ouders harder nodig hebben, blijkt uit een Spaans onderzoek dat is verschenen in BMC Public Health.
Nagel aan doodskist
De Spanjaarden volgden een grote groep 65-plussers gedurende 15 jaar. Ze ontdekten dat kinderen die hun ouders om wat voor reden dan ook nog nodig hadden, zorgden voor een extra verlenging van de levensduur van hun ouders. Een kind dat zijn ouders nodig heeft, vermindert de sterftekans van zijn ouders met 30 procent meer dan een ‘normaal’ kind.
De Spanjaarden ontdekten ook dat een problematische relatie met kinderen een negatief effect heeft op de levensduur van vaders en moeders. Een ontwrichte verhouding met een kind verhoogt de kans op overlijden met – alweer – 30 procent.
Dat effect is substantieel, maar je moet het ook weer niet overdrijven. Als je de cijfers mag vertrouwen die Amerikaanse epidemiologen in 2006 publiceerden in JAMA, dan wordt dat negatieve effect volledig opgeven als je elke dag 270 calorieën extra verbrandt door te bewegen. Dat komt neer op een half uurtje fitnesstraining of een uurtje fietsen met een beetje tempo. Met een beetje wilskracht is dat best op te brengen. Zo heel erg belangrijk is dat ondankbare kleine grut nu ook weer niet.