Jezelf gezonder denken is een fluitje van een cent
De menselijke geest heeft wonderlijke genezende vermogens. Of het nu gaat om het verminderen van pijn of vermoeidheid, allergische reacties en ontstekingen af te zwakken of wonden sneller te laten genezen, het maakt niet uit. Iedereen, letterlijk iedereen, beschikt over die gave en er is niet veel voor nodig haar te activeren.
Het is dat de psychologen Alia Crum en vooral Ellen Langer waren verbonden aan gerenommeerde universiteiten als Yale en Harvard en een indrukwekkende staat van dienst hadden, anders hadden de editors van het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Science hun artikel waarschijnlijk afgedaan als een staaltje parapsychologische nonsens en het hoofdschuddend in de papierbak gegooid.
De uitkomsten van hun onderzoek, waaraan 84 overwerkte en slecht betaalde schoonmakers in hotels als proefpersonen hadden meegewerkt, zouden niet misstaan in bestsellers als The Power Of Your Subconscious Mind van Joseph Murphy of The Secret van Rhonda Byrne. Met nuchtere psychologie lijken ze weinig te maken te hebben.
De proefpersonen in het experiment van Crum en Langer waren op hun werkdagen ergens tussen de 5 en 8 uur lichamelijk actief. Ze maakten bedden op, dweilden vloeren en zeemden ramen. Lichaamsbeweging is waarschijnlijk een van de allergezondste dingen die je maar kunt doen. Een leefstijl met veel lichaamsbeweging kan het effect van zo ongeveer alle ongezonde gewoonten opheffen.
Bewegingskennis
Mensen die dagelijks een uurtje wandelen zien zichzelf als gezond. Dat is natuurlijk volledig terecht. Maar schoonmakers, die minstens vijf keer meer bewegen, zien zichzelf helemaal niet als gezond, waarschijnlijk omdat de informatie over de positieve effecten van lichaamsbeweging niet bij deze groep terechtkomt. En dus besloten de onderzoekers dat gemis aan informatie goed te maken. Ze organiseerden bijeenkomsten waarin ze de helft van de schoonmakers vertelden hoe gezond hun leefwijze precies was. Bij de andere helft van de schoonmakers deden ze dat niet.
In de maand na de bijeenkomst verloren de proefpersonen, die nu wisten hoe gezond hun werk was, een kilo van hun overtollige lichaamsgewicht. Tegelijkertijd zakte hun bloeddruk. De schoonmakers werden dus gezonder. Toch hadden ze hun manier van leven niet veranderd. Ze waren niet anders gaan eten of minder gaan roken. Bij de andere groep, die geen informatie over lichaamsbeweging had gekregen, was geen sprake van verbetering.
De meest waarschijnlijke verklaring voor de verbetering van de gezondheid van de schoonmakers was dat ze nu wisten dat hun manier van leven gezond was, concludeerden Crum en Langer. De verandering van hun bewustzijn veranderde het gezondheidseffect van hun leefstijl.
“Je bewustzijn bepaalt mede hoe gezond of ongezond je bent of zult worden”
De uitkomsten van het onderzoek van Crum en Langer, dat in 2007 verscheen, staan niet op zichzelf. Legio studies hebben aangetoond dat het bewustzijn meebepaalt hoe gezond of ongezond je bent of zult worden. Als je veel beweegt, heb je bijvoorbeeld een grote kans een mooie leeftijd te bereiken en tot op hoge leeftijd ook nog eens gezond te blijven. Maar als je per abuis denkt dat jouw hoeveelheid lichaamsbeweging weinig voorstelt, dan neemt die kans met tientallen procenten af.
Placebo-effect
In de farmacologie is de rol van de menselijke geest al uit en te na bekend. Daarom werken onderzoekers die het effect van een nieuw medicijn willen uittesten ook altijd met een groep die een nepmiddel of placebo krijgt. Alleen als de werking van een nieuw medicijn significant beter is dan de werking van een placebo, heeft het nieuwe een kans om op de markt te komen (tenminste, zo zou het moeten zijn, de praktijk van de farmaceutische industrie is wel eens anders).
Het placebo-effect is verrassend en soms zelfs onwaarschijnlijk sterk. Ongeveer de helft van het effect van alle medicijnen is het werk van het placebo-effect, weten we uit studies. Als het gaat om medicijnen die de menselijke geest moeten beïnvloeden, zoals rustgevende middelen en anti-depressiemiddelen, moeten we volgens sommige studies denken aan tachtig procent. Er zijn aanwijzingen dat het placebo-effect door de jaren heen steeds sterker is geworden. Dat komt misschien omdat we leven in een samenleving die steeds meer waarde is gaan hechten aan wetenschap en farmacologie en ervan overtuigd is geraakt dat medicijnen elk denkbaar gezondheidsprobleem kunnen oplossen.
De meeste leerboeken omschrijven het placebo-effect als iets negatiefs. Als een soort domme en ietwat achterlijke menselijke eigenschap die door een grondige wetenschappelijke manier van werken moet worden uitgeschakeld. Als mensen verwachten dat er iets met hun gezondheid zal gebeuren, dan gebeurt dat ook. Neem je een medicijn – hetzelfde geldt uiteraard ook voor supplementen – dan bepaalt je verwachting voor een deel de werking.
Wonderlijk vermogen
Wie een stapje verder doordenkt, realiseert zich echter dat er achter het placebo-effect iets wonderlijks schuilgaat: het vermogen van de menselijke geest om die aspecten van de gezondheid te beïnvloeden, waarvan we denken dat onze geest daarop geen invloed kan hebben. Henry Beecher, de anesthesioloog die het placebobegrip in de jaren vijftig in de medische wetenschap definitief op de kaart zette, wist al dat placebo’s huiduitslag kunnen veroorzaken als mensen denken dat ze iets innemen dat allergische reacties kan veroorzaken. Overtuig je mensen ervan dat ze een antiviraal middel krijgen, dan kunnen verkoudheidsklachten verdwijnen. Placebo’s kunnen zelfs pupillen verwijden als proefpersonen denken dat ze morfine hebben gebruikt. Geef proefpersonen een glaasje ranja, vertel erbij dat er een stevige hoeveelheid cafeïne in zit en niet alleen hun alertheid, maar ook hun bloeddruk en hartslag nemen toe. Op die manier kunnen sommige mensen na het drinken van een glas ranja zelfs nerveus worden en ’s nachts slecht in slaap komen.
“Het placebo-effect is sterker als de gebruiker meer waarde hecht aan de voorspelde effecten van het nepmiddel”
Inmiddels bestuderen tientallen wetenschappers het fenomeen, in de hoop dat ze stuiten op methoden om het effect te gebruiken om medicijnen te maken. Dankzij dat onderzoek weten we dat kinderen ontvankelijker zijn voor het placebo-effect dan volwassenen; die hebben geleerd dat niet alles wat je wordt verteld ook waar is. We weten nu ook dat placebo’s beter werken als de personen die ze verstrekken competentie uitstralen en medeleven aan de dag leggen. Volgens studies wordt het placebo-effect bovendien sterker naarmate de placebogebruikers meer waarde hechten aan de voorspelde effecten van het nepmiddel en als de naaste omgeving van de placebogebruiker ervan overtuigd is dat de placebo écht werkt.
Als overtuiging een pil zonder actieve stoffen zulke effecten kan geven, dan is het niet verwonderlijk dat overtuiging, geloof, suggestie of welke term je ook wilt gebruiken ook op andere terreinen een belangrijke rol speelt.
Verjonging
Volgens een sensationeel experiment dat Harvardpsycholoog Ellen Langer in de jaren zeventig uitvoerde, is het zelfs mogelijk om in een periode van een week 75-plussers fysiologisch en mentaal te verjongen door ze in een omgeving te brengen die ze doet denken aan hun jeugd. Langer bracht haar proefpersonen naar een villa waar alles deed denken aan de late jaren vijftig van de vorige eeuw. De inrichting, de muziek op de achtergrond, de programma’s op TV, de tijdschriften in de gemeenschappelijke ruimte, alles deed denken aan de jaren vijftig. Spiegels waren verboden, net als recente foto’s van de proefpersonen.
Een week later was de gezondheid van de proefpersonen dramatisch verbeterd. Hun gehoor, gezichtsvermogen en geheugen waren verbeterd. Hun scores op intelligentietests en spierkracht waren toegenomen. De studiedeelnemers waren leniger en behendiger geworden en rapporteerden minder gewrichtsklachten. Voordat het experiment begon en vlak nadat het was afgelopen fotografeerden de onderzoekers de proefpersonen. Volgens een panel waren de personen op de foto’s aan het einde van het experiment jonger dan op de eerder genomen foto’s.
Meer dan geloof
Het experiment van Langer, dat in 2010 met vergelijkbare uitkomsten werd herhaald door de Britse BBC, laat zien hoe groot de invloed van overtuiging, suggestie en andere dimensies van de menselijke psyche op de gezondheid is. Maar daarmee is nog steeds niet het volledige verhaal verteld, zo blijkt uit het op het eerste gezicht minder wereldschokkende onderzoek van Ted Kaptchuk van de universiteit van Harvard Medical School.
In 2010 publiceerde Kaptchuck in PLoS One een experiment waarvan collega-wetenschappers nog steeds niet precies weten wat ze ervan moeten vinden. In dat experiment gaf de gezondheidswetenschapper proefpersonen met een darmziekte een placebo zonder daar doekjes om te winden. Hij vertelde zijn proefpersonen dat er geen actieve stoffen in de capsules zaten en dat de werking van placebo’s op suggestie berustte. De placebo’s zaten zelfs in een potje met een label waarop stond dat er alleen maar vulstoffen in de capsules zaten. Desondanks verminderden de placebo’s de klachten van de proefpersonen met bijna zestig procent.
Placebo’s werken dus ook als je weet dat je een placebo neemt. De invloed van de menselijke geest op de gezondheid is kennelijk zo sterk, dat zelfs het idee dat je een beroep doet op dat vermogen een positief effect heeft.