Beter dromen voor beginners
Volgens Sigmund Freud zijn dromen de vensters van onze ziel. Ze geven ons een blik op onze diepste verlangens en angsten. Daarom kunnen we veel leren over onszelf als we dromen analyseren. Maar wat doe je als dat venster van je ziel bij wijze van spreken beslagen is? Als je elke ochtend wakker wordt zonder enige herinnering aan welke droom dan ook?
Sigmund Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, gebruikte dromen om delen van zijn cliënten te leren kennen, die zij niet eens aan zichzelf durfden te laten zien. Zijn grote leerling, Carl Gustav Jung, zag dromen als pogingen van de menselijke geest om belangrijke informatie aan het bewustzijn te openbaren. Legio droomcoaches en therapeuten die werken in de traditie van Freud en vooral Jung, gebruiken dromen om hun cliënten beter te leren kennen.
Hele volksstammen van moderne neurologen vinden dat maar grote onzin. Zij geloven dat dromen ontstaan als de hersenen zich ’s nachts ontdoen van overtollige informatie en tegelijkertijd nieuwe belangrijke informatie vastleggen in het geheugen. Volgens die theorie zijn dromen elektrochemische restproducten van zich veranderende hersencellen – en niets meer. In de optiek van de meeste hersenwetenschappers hebben dromen net zoveel diepere betekenis als de stofwolkjes die opstuiven als je een vieze vloer aanveegt.
Rond de eeuwwisseling, toen deze theorie op zijn hoogtepunt was, verschenen er nogal eens papers en artikelen van droomneurologen met een bekend citaat van de Franse dichter Paul Valéry: ‘The best way to make your dreams come true is to wake up’. De eerste keer dat die quote opdook, was dat best wel grappig.
Het nut van dromen
Kunstenaars als Salvador Dali en schrijvers als Mary Shelley zouden waarschijnlijk schouderophalend op de neurologische theorie reageren. Zij zagen dromen als een toegang tot waardevolle inzichten en misschien zelfs tot een compleet andere werkelijkheid. Ze beschouwden dromen als een belangrijke inspiratiebron en gebruikten een keur aan technieken, waarmee ze hun dromen konden versterken of zich die in ieder geval beter konden herinneren.
“De beste manier om je dromen uit te laten komen, is wakker worden”
Mary Shelley, schrijver van de horrorroman Frankenstein, at bijvoorbeeld bedorven vlees om levendiger en vooral buitenissiger te kunnen dromen. Salvador Dali gebruikte een minder riskante techniek. Hij trainde zichzelf om te slapen in een stoel, met een lepel in zijn hand. Als hij in slaap sukkelde en begon te dromen, viel de lepel automatisch uit zijn hand. Het gekletter van de lepel op de grond maakte hem wakker. Omdat hij was ontwaakt tijdens een droom, stond de droominhoud hem nog helder voor de geest. Dali verwerkte die in zijn surrealistische schilderijen.
Ook in de wereld van de exacte wetenschap en technologie hebben creatieve geesten dankbaar gebruik gemaakt van dromen. Door een droom over een slang die zichzelf opeet, waarschijnlijk het gevolg van een overdadige maaltijd en een te volle buik, begreep de Duitse chemicus Augustus Kekulé halverwege de negentiende eeuw ineens hoe koolstofatomen verbindingen met elkaar vormen. Dat inzicht leverde het fundament voor de organische chemie.
Thomas Alva Edison, de industrieel die het voor elkaar kreeg technologische apparaten als de gloeilamp, de grammofoon, de bioscoop en niet te vergeten de elektrische stoel echt op de markt te krijgen, gebruikte dezelfde methode als Dali. Edison trainde zichzelf om meerdere keren per dag kort in te slapen en na zijn ontwaken aan het werk te gaan. Hij was er, net als Dali, van overtuigd dat zijn hersenen na een droom beter functioneerden.
Edison en Dali beeldden zich niets in, bewezen hersenonderzoekers van de Parijse Sorbonne Universiteit in 2021. Zij lieten proefpersonen een probleem oplossen waarvoor een eenvoudige formule bestond. Als de onderzoekers de proefpersonen lieten slapen en wekten zodra ze begonnen te dromen, vond 83 procent de formule. Lieten de onderzoekers proefpersonen alleen maar rusten, dan ontdekte slechts 30 procent van hen de formule. Eerder, in 2009, waren Amerikaanse neurologen ook al eens op het creativiteitsstimulerende effect van dromen gestuit.
Droomkruiden
Dromen zijn dus ontegenzeggelijk nuttig. Het is dan ook geen wonder dat in bijna alle culturen traditionele genezers een keur van natuurlijke middelen hebben gebruikt om intensiever en levendiger te kunnen dromen. Ze variëren van Mexicaans droomkruid of Calea ternifolia tot galantamine uit sneeuwklokjes en van het hallucinogene Salvia divinorum tot het alledaagse Artemisia vulgaris, dat langs bijna elke akker of weiland groeit.
Op het internet hebben zich tientallen groepen van middelengebruikers gevormd die in de voetsporen van de traditionele genezers treden. Ze wisselen onderling kennis en ervaringen uit en leren elkaar in een proces van trial and error hoe je deze middelen zonder al te veel bijwerkingen kunt gebruiken. Helemaal zonder risico zijn deze extracten echter niet.
Een paar eeuwen geleden was de kennis over deze kruiden nog volop aanwezig, maar met de opmars van de moderne wetenschap, die dromen als irrelevant beschouwt, is die verdwenen. Wie informatie over dromen gaat zoeken in de wetenschappelijke literatuur, vindt vooral informatie over indringende dromen en nachtmerries als bijwerking van medicijnen. Meestal gaat het dan om medicijnen die in de hersenen de activiteit van neurotransmitters vergroten.
Veel middelen waarmee neurologen Alzheimer proberen af te remmen, verhogen bijvoorbeeld de concentratie acetylcholine in de hersenen. Daardoor kunnen dromen intenser worden. Ook antidepressiva die de concentratie van serotonine verhogen, of Parkinsonmedicijnen die in de hersenen het effect van dopamine nabootsen, hebben levendige en indringende dromen als bijwerking.
De exotische kruiden en plantenextracten waarmee de verschillende internetgroepen experimenteren zouden wel eens op dezelfde manier kunnen werken. Een populair supplement in die kringen is Mucuna pruriens, een boon die groeit in India en Afrika en stoffen bevat die lijken op dopamine. Een ander product met een droomwerking is 5-HTP, een stof uit het Afrikaanse slaapmutsjeskruid die in het lichaam omgezet wordt in serotonine. Of valeriaan, een oeroud kruid dat stoffen bevat die in het lichaam de werking van de neurotransmitter gamma-aminoboterzuur (GABA) nabootsen. Een hele reeks farmacologische slaapmiddelen werkt op diezelfde manier. De bedenkers van die slaapmiddelen hebben zich trouwens laten inspireren door de stoffen die van nature in valeriaan zitten.
Van valeriaan is in wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat het dromen stimuleert, van alle andere kruiden en extracten niet. Dat wil niet zeggen dat die kruiden geen effect hebben. Het is gewoon nooit onderzocht. De wetenschappelijke interesse in dromen is nu eenmaal niet groot. Toch is er in de pakhuizen vol wetenschappelijke studies genoeg over dromen te vinden is. Als je goed zoekt, vind je zeker interessant materiaal. Inclusief een paar studies die vertellen hoe je intensiever kunt dromen zonder dat je allerlei exotische kruiden gebruikt.
“Je kunt ook intensiever dromen, zonder allerlei exotische kruiden te gebruiken”
Slaapgewoonten en voeding
Calvin Yu, een onderzoeker van de Hong Kong Shue Yan University, ontdekte bijvoorbeeld dat je slaaphouding invloed heeft op dromen. Buikslapers rapporteren in ieder geval meer en indringender dromen dan rug- of zijslapers. In hun dromen kunnen buikslapers zich bovendien opmerkelijk vaak niet bewegen, worden ze door duistere entiteiten achtervolgd of zijn ze seksueel actief.
Een andere factor die intensieve dromen in de hand werkt, is voeding. Een dieet met veel natuurlijke levensmiddelen, zoals groenten en fruit, en zo min mogelijk industrieel geproduceerde voedingsmiddelen, zoals koekjes, toetjes en chips, werkt dromen in de hand. Dat ontdekten onderzoekers van de universiteit van Santa Clara in Californië, toen die 49 studenten vragen stelden over hun voedingsgewoonten en dromen. Hoe gezonder de studenten aten en hoe minder fastfood ze consumeerden, hoe vaker, betekenisvoller en aangenamer ze droomden. De studenten met een ongezond voedingspatroon waren daarentegen droomarm. Dat zou wel eens te maken kunnen hebben met de natuurlijke fytochemicaliën die in groenten en fruit zitten, maar in industrieel voedsel ontbreken. Veel van deze stoffen versterken in de hersenen het effect van de neurotransmitter GABA.
De droomvitamine
Een ander alledaags middel dat dromen indringender en veelzeggender maakt, is vitamine B6. Al in de jaren zeventig en tachtig ontdekten orthomoleculaire therapeuten dat gebruikers na inname van fikse doses B6 intensief droomden. Het was de Amerikaanse slaapwetenschapper Matthew Ebben die in 2002 het droomeffect van B6 aantoonde in een kleine trial. Ebben gebruikte een torenhoge dosis, waarvan de voedingswetenschappers vrezen dat die bij langdurige inname niet veilig is. Ebben gaf een dozijn studenten vlak voordat ze ging slapen een slordige tweehonderd milligram vitamine B6 en die vertelden de volgende dag dat ze heviger hadden gedroomd dan normaal. Ebben vermoedde dat de vitamine de hersenen meer serotonine liet aanmaken en dat hun dromen daardoor levendiger werden.
Een andere mogelijkheid was dat vitamine B6 de delen van de hersenen activeert die betrokken zijn bij de geheugenwerking, waardoor dromers hun dromen beter kunnen onthouden. Australische wetenschappers hebben een paar jaar geleden het experiment van Ebben herhaald en ontdekten dat Ebbens laatste theorie waarschijnlijk de juiste was. Voor iedereen die (liefst incidenteel) wil gaan experimenteren met vitamine B6 is het misschien goed te beseffen wat dit betekent: vitamine B6 laat je niet abnormaal dromen, maar zorgt er wel voor dat je beseft hoe abnormaal je dromen eigenlijk zijn.