Vijf x de boer gedebunkt - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Economie en ondernemen

Vijf x de boer gedebunkt

Sjoukje Dijkstra 10 min leestijd 7 december 2022
FotoSjoukje Dijkstra

Boeren worden in de media alleen maar geframed. Het meeste nieuws over hen klopt helemaal niet. Dat zegt boer en agrarisch ondernemer Koos van der Wind uit het Utrechtse Montfoort. Al jaren werkt hij samen met de Universiteit Wageningen in het onderzoek naar verduurzaming van de sector. Omdat hij ziet dat er behoefte is aan waarheid, doet hij graag zijn verhaal.  

Ruim twintig jaar geleden stapte Koos van der Wind in de maatschap van zijn ouders. Nu heeft hij met zijn vrouw zeventig koeien lopen op hun grond in het Utrechtse Montfoort. Sinds het begin heeft hij geïnvesteerd in projecten om efficiënt en duurzaam te boeren. Bijvoorbeeld in klaver. Dit plantje heeft namelijk de eigenschap stikstof uit de lucht te binden, wat leidt tot onder meer hogere opbrengsten van eiwitrijk voer. Op een ander perceel heeft hij kruiden staan. “Een proef met diervoedercoöperatie De Samenwerking uit Haastrecht om iets te doen aan de vraag van melkfabrieken om de biodiversiteit te vergroten,” legt hij uit.

Grip op gras

In samenwerking met de Universiteit van Wageningen werkt hij aan metingen van gras (de lengte en aanwezige eiwitten) en een specifiek maaibeleid, waarin ook rekening gehouden wordt met zowel de kwaliteit van het gras als de stikstof- en methaanuitstoot. Het gras meten doet Koos sinds vijf jaar met De Samenwerking. “Het eerste jaar hebben we vooral gemeten. Nu kijken we hoe we het in de afgelopen twee jaar hebben gedaan. Door de metingen van het gras in te vullen in de app, krijgen we een veel beter beeld van waar we willen weiden in het voorjaar en waar we willen maaien. Door dit meetsysteem, dat we ‘Grip op gras’ noemen, weten we exact of we moeten bijvoeren of niet. Zo hebben we altijd voldoende voorraad op de juiste lengte weidegras met de beste voeding.”

“Doordat er geen mest is, zijn er weinig insecten en is er weinig eten voor weidevogels. Er loopt dus vrijwel niks meer op het land dat Staatsbosbeheer onder beheer heeft”

Weidevogels

Boer Koos ziet met lede ogen aan hoe provincie Utrecht de ruim 100.000 huizen die ze willen bouwen, willen compenseren met 10.000 hectare zogenaamde nieuwe natuur en recreatie. “Die grond wordt uit de landbouw weggehaald en dan doen we alsof dat een verbetering is voor de natuur. Maar kijk eens naar de polder Broek en Blokland tussen IJsselstein en Montfoort. Vroeger zaten daar weidevogels. Sinds Staatsbosbeheer het gebied onder beheer heeft, wordt er geen mest meer uitgereden en alles wordt na 15 juni gemaaid. Doordat er geen mest is, zijn er weinig insecten en is er weinig eten voor die vogels. Er lopen dus vrijwel geen weidevogels. Daarnaast kunnen kuikens in het lange gras niet vooruitkomen. Vervolgens krijgen de boeren de schuld dat het slecht gaat met de weidevogels. Weidevogels komen juist af op de plekken waar een veld mais aangelegd wordt of waar koeien lopen.” Als voorzitter van de Weidevogelvereniging liggen de weidevogels hem ook nauw aan het hart. “Op een perceel heb ik een plas-dras gebied aangelegd. Daar is de grond vochtiger, waardoor vogels met hun lange snavels beter in de grond kunnen komen. Ook dat trekt veel weidevogels aan. In korte tijd zijn we van een paar nesten naar enkele tientallen gegaan. Vergelijk dat met de natuurgebieden die Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten onder beheer hebben en je ziet een enorm verschil. Ook in het bodemleven. Omdat het daar niet meer bemest wordt, krijg je arme grond. De matige begroeiing neemt ook minder stikstof en CO2 op en houdt slecht vocht vast. Je hebt er bovendien minder biodiversiteit. Met andere woorden: er is minder natuur dan bij ons op het boerenland.”

Agrarisch land

Koos spreekt met veel passie over zijn vak en betoogt waarom Nederland bij uitstek een agrarisch land is. “Het is laagland met veel rivieren. Daardoor hebben we hier veel vruchtbare grond. Daar waar de grond door de Hollandsche IJssel werd overstroomd, heb je een laag klei over een laag veen. Dat zijn zulke vruchtbare gronden. Daar is niks arms aan. We hebben ook een goed klimaat. Het is nooit te warm of te koud en er is vocht genoeg. Daarom wil het hier geweldig groeien. Zo kunnen we hier met een lage footprint, goed, duurzaam voedsel produceren. Dat we daar ook nog wat van kunnen exporteren, is een groot voordeel. Wat hier goed gaat, moeten we hier doen.”

“Uit mijn grondmonsters blijkt dat de grond nauwelijks verzuurd wordt door stikstof”

Grondmonsters

Koos neemt iedere vier jaar grondmonsters op zijn land. “Minister voor natuur en stikstof, Christianne van der Wal, beweert dat de natuur verzuurt als we niks doen. Kortom, boeren moeten uitgekocht worden. Nu is de grond in het verleden al verzuurd door zwavel. Dat noemde men zure regen. Sinds de jaren negentig wordt nauwelijks nog zwavel uitgestoten, maar indertijd is wel zwavel in natuurgebieden terechtgekomen, waardoor die verzuring is ontstaan. Uit mijn grondmonsters blijkt dat de grond nauwelijks verzuurd wordt door stikstof. De grond die zuur was, is dat waarschijnlijk door opgehoopte zwavel. Stel, je doet niks, dan gaat de verzuring uit zichzelf niet weg. Dat moet je bekalken. In Natura 2000-gebieden zou Natuurmonumenten aan de slag moeten met kalk.” Hij vergelijkt het met een longkankerpatiënt. “Helpt het dan als de dokter zegt: ‘Stop met roken, dan komt het vanzelf goed’? Nee, zonder behandeling wordt zo iemand niet beter. Dat is dus dezelfde beredenering als met stikstof. Je zult zien dat de verzuring er over vijf jaar nog zit. Dat komt dan goed uit, want dan kunnen ze nog meer boeren ruimen.”

Toekomst

Ondanks dat zijn beeld van de toekomst niet rooskleurig is, blijft hij vertrouwen houden. Ook omdat hij het van God verwacht, zegt hij. “Onze oudste wil de boerderij op een gegeven moment ook overnemen. Ondertussen wil hij ervaring opdoen en de kans hebben bij andere bedrijven te kijken.” Of ze het zullen redden, is voor hem nog de vraag. “Gelukkig geven hier in de buurt weinig boeren op. Helaas is het wel zo dat, als het de regering niet lukt het boeren onmogelijk te maken via de stikstofregelgeving, het wel gebeurt met andere, vreemde rigide regels. Straks mogen we nog minder dierlijke mest op het land brengen en moeten we het gaan aanvullen met kunstmest. Iedereen begrijpt dat dit vreemd is. In de toekomst mogen we drie meter uit de slootkant niet meer bemesten. Dat betekent nog minder land. Dat is dan zogenaamd voor het milieu. Op smalle stroken land hoeft die drie meter dan opeens niet aangehouden te worden. Heb je de pech dat er een beek op je land loopt, dan mag je een strook van 25 meter of meer niet bemesten. Dan houd je niks over!”

Gebrek aan kennis

Volgens Koos zit er nu een kliek in Den Haag die de situatie schetst als verschrikkelijk erg. “Juist wat we al duizenden jaren doen, vlees en vis eten, wordt weggezet als abnormaal. Wat ik opvallend vind, is dat het lijkt alsof mensen het prima vinden dat er voor hen gedacht wordt. Als je dan kritisch durft te zijn, ben je een wappie, een klimaat- of covid-ontkenner. Je wordt in een hoek gezet. Dat is zeer kwalijk. Niemand wil uitgesloten worden. Veel mensen laten zich hiertoe alsnog overhalen, vaak door gebrek aan kennis. En in de Tweede Kamer zitten heel ambitieuze mensen, maar vaak met gebrek aan kennis. Wie moet het tij dan keren? Ik ben bang dat als we erachter komen dat het beleid fout was, het te laat is en we honger gaan lijden. De boer die gestopt is, gaat niet opnieuw beginnen.”


Frames & Debunks

Achter de beeldvorming zit een gigantische lobby, vindt Koos van der Wind. Hij noemt ze graag bij naam: de Groene11. “Het is het samenwerkingsverband van verschillende natuur- en milieuorganisaties als GreenPeace, WWF, de Noordzee en Milieudefensie (groene11.nl). Hun adres is naast dat van de Tweede Kamer en ze krijgen geld van de Postcodeloterij. Voor dat geld hebben ze minstens tachtig lobbyisten aan het werk in Den Haag. Als boeren zijn we continu aan het puinruimen. Het beeld dat in campagnes geschetst wordt, klopt niet. Vaak wordt er informatie weggelaten. Ze zeggen bijvoorbeeld dat soja verbouwd wordt voor veevoer, maar het wordt alleen verbouwd voor menselijke consumptie. Het ‘afval’ dat in het productieproces van sojaproducten overblijft is enorm: 80 procent. Het wordt gebruikt als veevoer, maar dat detail wordt in de informatie steevast weggelaten.”

Frame 1: Ammoniak is luchtverontreiniging

Dat industrie/verkeer als bron van uitstoot op één hoop worden geschoven met de uitstoot van boerenbedrijven, vindt hij onbegrijpelijk. “Stikstofoxide uit industrie en verkeer is giftig. Daar moet je iets mee om het milieuvriendelijk te maken.” De grootste misvatting is volgens Koos dat ammoniak luchtverontreinigend zou zijn. “Dat is het niet. Sterker nog, het reinigt de lucht. Voor moderne dieselmotoren wordt het zelfs gebruikt in Adblue. Dat is een soort brandstof die je erbij tankt. Deze bestaat voor 32 procent uit ureum, dat in mest verantwoordelijk is voor ammoniak. Adblue wordt ingespoten in de uitlaat, waar het wordt omgezet in ammoniak dat zich weer mengt met de giftige stikstofoxide. Dat wordt omgezet in water en stikstofgas (waaruit onze lucht voor 78 procent bestaat), zodat uitlaatgassen schoon zijn.” Om zijn punt te maken, zou hij best een nachtje in de stal willen slapen met zeventig koeien en dichtgedraaide gordijnen. “Reken maar dat ik zonder hoofdpijn wakker word. Laat een nachtje een dieselmotor draaien zonder Adblue en ik word niet meer wakker.”

Frame 2: Kalf bij de koe

Het is Wakker Dier die met haar campagnes laat voorkomen dat het zielig is dat het kalfje bij de koe weggehaald wordt. Volgens Koos zijn er goede redenen om dit te doen voor de gezondheid en welzijn van het dier. “In de natuur is het zo dat het kalf de eerste dagen ook niet bij de moeder blijft. Een koe kalft in de natuur op een beschutte plek. De koe likt het kalf schoon en droog, waardoor het gestimuleerd wordt te gaan staan en te gaan drinken. De koe gaat dan weer eten, op afstand van haar kalf. Vervolgens komt ze geregeld terug om het kalf drinken te geven. Het kalf kan in het begin namelijk nog niet met de kudde meekomen.”
Hij vertelt dat ze op de boerderij in wezen de natuur nabootsen. “Wij laten nog steeds de koe het kalf drooglikken. Vervolgens melken wij bij die koe de biest (het colostrum) eruit, dat we direct aan het kalf voeren. In de natuur laat de moeder het dier nog wel eens aan zijn lot over, bijvoorbeeld omdat ze het afstoot. In meer dan de helft van de gevallen zou een kalf het in de natuur niet redden. Wanneer een koe bijna moet kalven, krijgt ze van ons een plekje in een strohok. In Denemarken moet het kalf verplicht een dag bij de moeder als het net is geboren. Dat is precies tegennatuurlijk, omdat ze dan te dicht op elkaar zitten. Hierdoor krijgen koe en kalf te weinig rust. Ik stop het kalf in een hok en zet dat voor de koe neer. De koe gaat dan eten, net als in de natuur. Dat heeft ze nodig.”

Frame 3: Grasland is alleen maar gras

“Als je in het land kijkt, zie je gras en daar lijkt geen biodiversiteit te zijn. Maar ga eens op je knieën in het land zitten en kijk eens wat er tussen het gras groeit. Een groot deel van de aarde is bedekt met gras, meer dan velen denken. Voor ons is gras niet verteerbaar, maar zie wat voor een mooi product de koe ervan maakt, heel wonderlijk. Melk die zo voedzaam is. Peter de Jong, lector van Hogeschool Hall Larenstein, weet enorm veel van melk. Hij deed er veel onderzoek naar. Rauwe melk is het beste. Als je het gaat pasteuriseren, beschadig je essentiële voedingsstoffen. Dat willen ze proberen te minimaliseren. Er zitten zoveel goede voedingsstoffen in gewone melk. Sojamelk en havermelk hebben dat veel minder. In koeienmelk zitten zelfs stoffen waarvan wetenschappers nu pas ontdekken waarom het zo goed is voor ons. Vet uit koeienmelk blijkt onmisbaar te zijn voor bijvoorbeeld transport van voedingsstoffen door je lichaam.”

Frame 4: Natuurgebied heeft meer biodiversiteit dan landbouwgrond

“Weidevogels vind je vooral op het bemeste land bij de boer. Niet op de verschraalde grond van Staatsbosbeheer. Doordat die grond niet wordt bemest, zijn er weinig insecten en is er weinig eten voor die vogels. Daar zie je dus vrijwel geen weidevogels meer.” Volgens Koos zijn er in Nederland steeds meer boeren die aan weidevogelbeheer doen, net als hij. Op een deel van hun land zorgen ze voor een (tijdelijk) plas-dras gebied met ondiep water, zodat de vogels met hun lange snavels in de vochtige grond naar voedsel kunnen zoeken. Koos vindt dat er een te eenzijdige visie is op natuur en natuurbeheer. “In de meeste gevallen ontbreekt beheer compleet. Kijken we naar de stikstof, dan wordt gemeten hoeveel stikstof er mag neerslaan in een natuurgebied. Maar kijken we ook naar de natuur zelf? Kijk eens of het echt zo slecht gaat. Er zijn juist gebieden waar het heel goed gaat, terwijl die niet voldoen aan de stikstofnorm. Het gaat goed en we vragen ons niet af waarom?”

Frame 5: Nederlandse boeren exporteren alleen maar

“Er wordt gezegd dat wij boeren alles exporteren. Dat is pertinent onwaar. En hoe erg is het als we een deel van onze mooie producten exporteren? Duitsland, België en Engeland zijn gedeeltelijk zelfvoorzienend, maar halen hun producten ook uit Nederland. We vinden het toch ook niet erg dat hier bananen, kiwi’s en koffie naartoe komen? Neem het schandaal van giftige melkpoeder in China, waar kwam toen de goede melkpoeder vandaan? Uit Nederland. Veilig en goed geproduceerd. Toch iets om trots op te zijn! Kijk hoeveel en hoe goed we hier voedsel kunnen produceren. Duitsland en Frankrijk zijn groter. Wij kunnen per hectare efficiënter produceren. Maar dan nog is het niet genoeg. Mensen leren niet van de geschiedenis. Tijdens de hongerwinter kwam iedereen naar het platteland toe, naar de boeren. We denken misschien dat dit niet meer zal gebeuren, maar het zou mij niet verbazen als we een hongersnood krijgen. Zelfs als Nederland niet meer zou exporteren, is er nu al te weinig landbouwgrond om de Nederlandse bevolking te voeden. Nederland heeft nu 1,82 miljoen hectare landbouwgrond, terwijl voor de jaarlijkse voedselconsumptie 3,34 miljoen hectare nodig zou zijn.”