Hoe gaat het met de arbeidsmarkt in ons land?
Werkloosheid opnieuw toegenomen
Het aantal werklozen is in augustus 2022 verder toegenomen tot 378 duizend, van 353 duizend in juli. Een toename van maar liefst 25.000 in een maand tijd. In totaal is 3,8 procent van de beroepsbevolking momenteel werkloos. Op het hoogtepunt van de vorige crisis – 2014 – waren er volgens deze CBS gegevens bijna 800.000 mensen werkloos. Zover zijn we gelukkig nog lang niet. Een nieuwe crisis, veroorzaakt door mega inflatie als gevolg van jarenlang exorbitant geld bijdrukken en 0% rente, dient zich inmiddels aan.
Gemiddeld over de afgelopen drie maanden steeg het aantal werklozen met 18 duizend per maand. Meer mensen gingen op zoek naar werk, maar vonden geen baan. Ook het baanverlies nam toe. Het aantal werkenden van 15 tot 75 jaar nam in de afgelopen drie maanden voor het eerst sinds mei 2021 licht af, met gemiddeld 3 duizend. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de beroepsbevolking.
De trend is negatief als je per kwartaal kijkt
In de vorige periode van drie maanden – mei, juni en juli – steeg het aantal werklozen met 12 duizend per maand, volgens een CBS persbericht van 18 augustus jl. Nu dus gemiddeld met 18 duizend per maand en dat is een zorgelijke ontwikkeling.
Ongeveer de helft van alle werklozen ontvangt een uitkering. Zzp-er zonder opdracht, die op zoek gaat naar werk in loondienst en daarvoor beschikbaar is, hoort ook tot de werklozen. Hij of zij kan daarmee echter geen aanspraak maken op een WW-uitkering. De groep mensen die voorheen niet werkte, maar nu wel een baan zoekt, neemt ook toe. Daartoe behoren o.a. mensen met een bijstandsuitkering die daar niet meer van rond kunnen komen.
Krapte op de arbeidsmarkt?
Als je naar de CBS analyses over de eerste helft van 2022 kijkt, krijg je een heel ander beeld van de Nederlandse arbeidsmarkt dan in bovenstaande alinea’s geschetst. Op 17 augustus jl. rapporteerde het CBS positief over de periode januari t/m juni van dit jaar.
“Met een verdere toename van het aantal openstaande vacatures en opnieuw een daling van het aantal werklozen, liep de spanning op de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal van 2022 verder op. Er kwamen 16 duizend openstaande vacatures bij, het gemiddeld aantal werklozen daalde met 11 duizend. Verder nam het aantal banen opnieuw toe en wel met 94 duizend. Hiermee komen de aantallen vacatures en banen op nieuwe recordcijfers uit, terwijl het aantal werklozen de laagste stand bereikt in de reeks met kwartaalcijfers vanaf 2003. Stonden er in het eerste kwartaal nog 133 vacatures tegenover elke 100 werklozen, nu is dat opgelopen tot 143 per 100,” aldus het CBS-rapport.
Dit plaatje is dus drastisch veranderd vanaf juli dit jaar, zo blijkt uit de nieuwste arbeidsmarktcijfers van het CBS.
“Uit nieuwste arbeidsmarktcijfers blijkt dat de arbeidsmarkt drastisch is veranderd in een paar maanden tijd”
Schrikken als je de hele beroepsbevolking analyseert
De ‘beroepsgeschikte bevolking’ bestaat uit alle inwoners van 15 tot 75 jaar. Dat zijn 13,2 miljoen mensen volgens het CBS. In augustus hadden maar liefst 3,7 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast bovengenoemde werklozen ging het om 3,3 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct beschikbaar zijn voor werk. Het betreft voornamelijk mensen die niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. Die laatste groep betreft alleen al bijna één miljoen mensen. Een groep die twee en een half keer groter is dan de groep werklozen!
Arbeidsongeschiktheid groter maatschappelijk probleem
Eind 2020 werden 816 duizend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen verstrekt aan ruim 758 duizend personen, van wie 365 duizend mannen en 394 duizend vrouwen (CBS). Maar liefst 42% daarvan – pakweg 343.000 mensen – heeft psychische klachten. Het CBS geeft in dit rapport aan dat het hoge aantal mensen met psychische klachten nauwelijks is veranderd in de periode 2011 – 2020.
De meest in het oog springende ontwikkeling vanaf 2011 tot 2020 is het aantal – voornamelijk jonge – mensen met een ontwikkelingsstoornis. Dat aantal verdubbelde van 38 duizend naar 77 duizend. Wat de oorzaak van deze scherpe stijging is, werd tot dusver niet onderzocht.
Laten we zzp-ers niet vergeten
Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) spelen een steeds belangrijkere rol in de Nederlandse economie. Acht jaar geleden schreef de Rabobank een rapport over de rol van zzp’ers tijdens de crisisjaren. Nu de jaren van laagconjunctuur achter ons liggen en de economie (nog) volop bloeit, is het interessant de rol van zzp’ers in de jaren na de crisis onder de loep te nemen. In tegenstelling tot wat sommigen wellicht hadden verwacht, zijn zzp’ers niet teruggekeerd naar loondienst nu het beter gaat met de economie.
Er zijn volgens dit RABO rapport nu ruim 1,4 miljoen zzp’ers in ons land. Voor 40 procent van deze zzp’ers is het zzp-inkomen slechts een bijverdienste; zij verdienen het grootste deel van hun inkomen bijvoorbeeld door een loondienstbaan, pensioen of uitkering. Tot en met 2010 groeide zowel het aantal zzp’ers dat het zzp-inkomen als hoofdinkomen heeft als het aantal dat het als neveninkomen heeft.
Neemt het aantal zzp-ers zonder werk nu ook toe?
Zelfstandigen zonder personeel lopen vaker dan werknemers en zelfstandigen met personeel (zmp’ers) risico op een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dit meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek naar werkenden met (en zonder) een armoederisico.
Vanaf het piekjaar 2013, toen nog bijna 250 duizend werkenden te maken hadden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens (3,5 procent) daalde het armoederisico bij zowel werknemers als zelfstandigen met personeel (zmp) en zzp’ers. In 2017 is onder zzp’ers het aandeel met een laag inkomen weer gestegen van 8,1 procent naar 8,6 procent. Onder zzp’ers is het risico op armoede en geen werk dus nog steeds het hoogst.
“Er is een groeiend aantal mensen dat nu al nauwelijks kan rondkomen en voor wie de energierekening onbetaalbaar dreigt te worden”
Lage inkomensgrens verhoogd door enorme inflatie
In de augustusraming van het CPB wordt aangegeven dat steeds meer huishoudens de hoge inflatie in hun portemonnee voelen, waardoor de consumptiegroei de komende kwartalen tot stilstand komt. Dit blijkt uit de concept-Macro-Economische Verkenning (cMEV). CPB-directeur Pieter Hasekamp: “Huishoudens merken de gevolgen van de hoge inflatie en dat heeft zijn weerslag op de economie. Er is een groeiend aantal mensen dat nu al nauwelijks kan rondkomen en voor wie de energierekening onbetaalbaar dreigt te worden.”
Als vervolg op deze augustusraming, stuurde het CPB op 23 augustus jl. een brief naar de Commissie Financiën van de Tweede Kamer. Daarin wordt aangegeven dat de armoedegrens voor een eenpersoonshuishouden stijgt van € 1.298,- in 2021 naar € 1.551,- in 2023. Dit is een stijging van 19,4%. Iedereen met een netto maandinkomen onder deze grens, bevindt zich dus in armoede. Concreet betreft het een stijging met meer dan 1 miljoen huishoudens in 2023. Een aanzienlijk aantal.
Tijd voor conclusies
De periode van krapte op de arbeidsmarkt is vanaf juli dit jaar omgeslagen in een nieuwe fase waarin er weer meer mensen hun baan verliezen. Momenteel zijn dat er gemiddeld 18.000 per maand ten opzichte van het gemiddelde van 12.000 per maand tot en met juli. Uiteraard zijn er nog steeds tekorten aan personeel in bepaalde sectoren, maar deze nemen in hoog tempo af.
Naast een toename in werkloosheid, is ook het beschikbare netto inkomen steeds vaker ontoereikend door de hoogste inflatie sinds WO II. Steeds meer mensen raken onder de armoedegrens, aldus het CPB. Werkend of niet.
Aangezien studies van o.a. de Rabobank uitwijzen dat zzp-ers een kwetsbaardere positie op de arbeidsmarkt hebben dan mensen in loondienst, mag verwacht worden dat de toename aan werklozen zich ook vertaald in een afname van opdrachten voor ZZP-ers.
De politiek is aan zet en niet alleen die in Nederland
Eén ding durf ik te voorspellen: met de huidige ontwikkelingen in de EU, de waarde van de euro en het monetaire (wan-)beleid van de ECB, wordt het de komende maanden merkbaar minder. Dat verplicht tot nieuwe keuzes. Op Europees vlak ten aanzien van de (financiële) steun aan het Oekraïne debacle, het monetaire beleid ten aanzien van de waarde van de euro en het beteugelen van de inflatie. Op nationaal niveau keuzes ten aanzien van waar het Nederlandse belastinggeld aan uitgegeven wordt. Sommige huidige uitgaveposten kunnen best een tandje minder.