De ondoordachte sloop van Europa en Nederland
De industriële productie in westerse landen is de laatste veertig jaar vooral afgebouwd en verplaatst. Eerst naar Oost-Europa, later voornamelijk naar China. Inmiddels is het geïndustrialiseerde China de tweede wereldmacht en hard op weg naar de eerste machtspositie. Duitsland, de laatste industriële grootmacht in Europa, dreigt economisch het loodje te leggen door de EU-energiepolitiek. Europa, geleid door Ursula von der Leyen, glijdt naar de economische afgrond en dreigt een derdewereldcontinent te worden, aldus recente studies.
Industrialisatie in nederland
Industrialisatie is een proces van economische en sociale verandering; de transformatie van een agrarische samenleving naar een industriële samenleving. Daarbij hoort een uitgebreide economische reorganisatie voor fabricage, als bijvoorbeeld mijnen openen en fabrieken bouwen. Dit leidt weer tot veel nieuwe banen.
De industriële revolutie in Nederland was een geleidelijk proces dat plaatsvond tijdens de tweede helft van de 19e eeuw. Dit was bijna vijftig jaar later dan in België (1799) en honderd jaar na het begin van de industriële revolutie in het Verenigd Koninkrijk. Nederland was één van de laatste landen in West-Europa die eigen industrieën wist te ontwikkelen. Dat kwam vooral doordat de primaire inkomsten hier van oorsprong uit handel en de agrarische sector kwamen. In Nederland werd de landbouwmechanisatie uitgevonden, zoals in het VK de stoommachine – en daarmee de industriële mechanisatie.
Vooral in de jaren vijftig van de vorige eeuw steeg de werkgelegenheid in de industrie sterk en nam de werkgelegenheid in de landbouw af. Tussen 1950 en 1960 kwamen er een half miljoen industriële banen bij en tussen 1960 en 1970 nog eens bijna een miljoen. De werkloosheid was laag: 59.000 in 1950, 29.000 in 1960 en 44.000 in 1970, aldus deze site.
de-Industrialisatie in nederland
Door de jaren heen raakte Nederland veel maakindustrie kwijt aan het Midden-Oosten, het Verre Oosten en specifiek China. Lagere Loonkosten elders speelden daarbij een belangrijke rol. Maar landen als Duitsland en Zwitserland bleven met hun industrieën internationaal wel goed meedoen. Waar verloor Nederland de wedstrijd?
“Zowel in Duitsland als Zwitserland had de maakindustrie altijd een hoge prioriteit binnen de nationale en regionale politiek. Beide landen zijn daardoor (nog) de twee meest welvarende landen van Europa”
Niet alleen door globalisering. Duitsland en Zwitserland hebben veel afzet buiten Europa. Hun maakindustrie richtte zich de afgelopen decennia op hoogwaardige producten waar innovatie en kwaliteit van personeel centraal stonden. Beide landen investeerden altijd in technisch personeel op de verschillende niveaus. Zeker in technisch personeel op het uitvoerende niveau heeft de Nederlandse politiek de bal laten liggen. Daarin zit een duidelijk verschil in het overheidsbeleid met Duitsland en Zwitserland. Binnen de Nederlandse politiek lijkt alleen Pieter Omtzigt zich bewust van deze dreiging voor ons land en de hele EU. Zowel in Duitsland als Zwitserland had de maakindustrie altijd een hoge prioriteit binnen de nationale en regionale politiek. Beide landen zijn daardoor (nog) de twee meest welvarende landen van Europa.
de in ons land verdwenen banen
Industrieën die de afgelopen vijftig jaar voor ons land (grotendeels) verloren gingen, zijn onder andere de bouw van treinen, auto’s, schepen, vliegtuigen, meubels, consumentenelektronica en de fabricage van textiel, porselein en aardewerk, tabakswaren, bakstenen en computerapparatuur.
In het CBS-rapport Economische Groei en Verdienstelijking 1969 – 2016 staat dat de industrie in 1970 45 procent van ons BNP uitmaakte. In 2015 was dat nog maar 21 procent. Meer dan een halvering dus (zie onderstaande tabel).
In het rapport Directe belang van de Industrie in Nederlandstaat dat in 1970 1.250.000 FTE werkzaam waren in de industrie. Volgens CBS-gegevens van februari 2023 waren dat er eind 2022 nog 875.000. De afgelopen vijftig jaar verdwenen in de industrie dus ca. 375.000 banen definitief (zie tabel onder).
wat is de eu van plan?
De ultra-ambitieuze voorzitter van de EU – Ursula von der Leyen (VDL) – kondigde op 10 maart 2020 de Europese Industriële Strategie af. Deze heeft twee pijlers; (1) de overgang naar een volledig Groene Economie die klimaatneutraal is en (2) de overgang naar een wereldeconomie waarin de EU domineert op het gebied van digitalisering en AI.
Daarnaast wil de EU een dominante positie binnen de economie van Oekraïne gaan innemen voor de Groene Transitie. De EU industriële strategie impliceert een aantal zaken;
- Duizenden miljarden subsidies voor Europese bedrijven die producten en diensten voor de Groene Transitie ontwikkelen en produceren. Voornamelijk te financieren vanuit het EU Next Generation Fonds dat aanvankelijk 840 miljard euro omvatte en inmiddels is opgehoogd naar 2.018 miljard euro (ofwel € 2.018.000.000.000,-).
- Gezien de economische belangen in Oekraïne, besloot de EU een totaal van 67.000.000.000 euro van bovengenoemd bedrag, ofwel 3,3 procent aan Oekraïne te doneren. Oekraïne moet in de toekomst een tegenprestatie aan de EU leveren in de vorm van lithiumleveringen voor de productie van elektrische auto’s in de EU. Dit vormt een belangrijk onderdeel van de Green Deal. Zonder het lithium uit Oekraïne kan de EU het verbod op de productie van diesel- en benzinemotoren vanaf 2035 niet invoeren.
- Een actief EU-energiebeleid, gericht op de promotie van een interne Europese energiemarkt met zo min mogelijk afhankelijkheid van partijen van buiten de EU en in lijn met de eerdergenoemde Green Deal, c.q. klimaat neutrale emissies.
- Mega-investeringen in het verder uitbouwen van duurzaamheid, inclusiviteit, reductie van CO2-emissies en gelijke behandeling.
De plannen van de EU stuiten op aanzienlijke weerstand van vele economische denktanks door een gebrek aan realisme en de dreiging voor een snel verval van de unie door verkeerde keuzes. Op korte termijn is de belangrijkste EU-fout het energiebeleid dat – mede door de Oekraïne-oorlog – is ingezet. Volgens dit artikel stort de volledige EU-industrie in door de recente keuzes. Vooral Duitsland sluit momenteel tientallen maakbedrijven, aldus dit ING-bericht.
mckinsey heeft zware kritiek op het desastreuze eu-industriebeleid
Het McKinsey Global Institute bracht in mei 2022 een alarmerend rapport uit over die Europese Industriële Strategie. Het rapport heet Securing Europe’s Future Beyond Energy en bevat een feitelijke, cijfermatige onderbouwing van de rampzalige koers die de EU-technocraten varen in de Europese industriële ontwikkelingen.
De Europese leiders hebben grote vastberadenheid getoond in hun eerste reactie op schaal en snelheid op de oorlog in Oekraïne. Ze zullen hetzelfde momentum moeten opbouwen om de achtergebleven productiviteit in de EU het hoofd te bieden. De EU bevindt zich in een bedrijfs- en technologiecrisis. Naar schatting 2 biljoen tot 4 biljoen euro aan jaarlijkse BNP-waarde raakt momenteel verloren”, aldus de inleiding van het McKinseyrapport.
“Als niet tijdig ingegrepen wordt, loopt de EU tegen het jaar 2040 naar schatting 2 tot 4 biljoen euro aan jaarlijkse BNP-groei mis, wat ernstige gevolgen zal hebben voor de ontwikkeling van armoede, oplopende maatschappelijke spanningen en verdere groei van de kloof tussen arm en rijk”
Volgens het McKinseyrapport heeft de EU meer tijd en geld geïnvesteerd in CO2-reductie, gelijke rechten en kansen voor mannen, vrouwen en minderheden en duurzaamheid dan elk ander deel van de westerse samenleving. Dat is mooi, maar als je tegelijkertijd fors achterop bent geraakt met het maken van realistische toekomstplannen voor je industrie en economie, ga je het verliezen. Zeker nu China steeds meer losgekoppeld wordt van de mondiale economie en supply chain-keten.
McKinsey onderscheidt tien nieuwe belangrijke industriële sectoren, waarvan de EU in slechts twee een hoofdrol weet te spelen (zie tabel onder).
De nadruk op de energietransitie, oorlog in Oekraïne ondersteunen, de duizenden miljarden voor investeringen in de Green Deal en de ambitie om het eerste continent te zijn dat CO2-neutraal opereert (2050), slopen het toekomstperspectief voor Europa, aldus het bovengenoemde rapport.
Als niet tijdig tegen huidig beleid ingegrepen wordt, loopt de EU tegen het jaar 2040 naar schatting 2 tot 4 biljoen euro aan jaarlijkse BNP-groei mis, wat ernstige gevolgen zal hebben voor de ontwikkeling van armoede, oplopende maatschappelijke spanningen en verdere groei van de kloof tussen arm en rijk.
McKinsey concludeert meermaals in dit rapport dat het bestuur van Europa volledig de plank misslaat in het maken van de juiste strategische keuzes voor de toekomst. Daarmee zet ‘Brussel’ de lange termijn van Europese welvaart en strategische autonomie op het spel.
De verenigde staten zitten ondertussen ook niet stil
Onder het mom van inflatiebestrijding en het onafhankelijker worden van productie uit China, zijn de VS een nieuw re-industrialisatiebeleid aan het voeren. Volgens The Economist spenderen de VS 738 miljard dollar aan programma’s om eigen industriële activiteiten op te bouwen voor duurzame energie, bouw van elektrische voertuigen en andere industrieën die klimaatneutraal opereren.
De Amerikaanse plannen zijn vastgelegd met de Inflation Reduction Act of 2022. Deze naam is politiek gekozen vanwege het positieve effect op de Amerikaanse publieke opinie. De voorloper van deze wet heette de Build Back Better Act en omvatte maar liefst 3,5 triljard dollar overheidsuitgaven om de Amerikaanse industrie en de klimaatagenda uit te bouwen. Deze wet werd echter door het congres afgewezen vanwege de astronomisch hoge bedragen en vervangen door een marketingtruc met de naam Inflation Reduction Act.
Ondanks het beperkte budget ten opzichte van de eerdere Build Back Better-plannen, zijn er zodanige subsidies met het Inflation Reduction-programma gemoeid dat zelfs veel Europese multinationals plannen maken om hun activiteiten naar de VS te verplaatsen.
Volgens BNR Nieuws Radio overweegt onder andere het Duitse waterstofbedrijf ThyssenKrupp Nucera om de productie in de VS op te schalen vanwege deze Act. Audi, Schaeffler en Northvolt denken erover hun aanwezigheid in de VS te vergroten op basis van Amerikaanse subsidies. Dit gaat uiteraard ten koste van Europese banen en belastinginkomsten.
Samenvatting en conclusies
De-industrialisatie werd aanvankelijk ingezet als gevolg van globalisering; verplaatsing van arbeidsintensief werk naar lagelonenlanden. Daarbij werd vergeten dat industriële activiteiten ook tot nieuwe innovaties leiden en dus essentieel zijn voor een gezonde economie. In Europa hebben alleen Duitsland en Zwitserland dit principe goed begrepen, wat leidde tot de twee sterkste economieën van Europa.
Buiten Europa wist China een explosieve economische groei door te maken, doordat zich daar vele industriële westerse bedrijven vestigden. China is inmiddels de tweede economie ter wereld na de VS en staat daarmee boven de EU. Naast economische groei wist China ook haar kenniseconomie sterk uit te bouwen en zich daarmee tevens boven de EU te stellen.
De EU investeerde volgens McKinsey de afgelopen decennia meer in het bereiken van CO2-reductie, gendergelijkheid en klimaattechnologie dan in kennisintensieve takken van sport. Daarnaast jaagt het agressieve EU-klimaatbeleid veel energieafhankelijke bedrijven naar het buitenland of richting een faillissement. Alsof dit nog niet voldoende is, blijkt ook de VS allerlei kennisintensieve Europese bedrijven met subsidies uit de Inflation Reduction Act naar Amerika te lokken, waardoor de werkgelegenheid, economische groei en welvaart in Europa nog verder bedreigd worden.
Samenwerking in Europa blijft essentieel voor de toekomst, maar niet onder leiding van een stel onbekwame wereldvreemde ambtenaren die niet aangesloten zijn op de realiteit, en die ook niet op een democratische manier zijn gekozen. Europa gaat nog dit jaar op allerlei terreinen de wrange vruchten plukken van het Brusselse wanbeleid. Laten we hopen dat er voldoende nationale politici in opstand komen tegen deze Brusselse heersers.