Winnaars van een onzichtbare oorlog - B Informed Media
Het maatschappelijk media platform van en voor de burger & MKB
Cultuur en media

Winnaars van een onzichtbare oorlog

Willem Koert 8 min leestijd 23 februari 2023
FotoIstockfoto

Trollenlegers en inlichtingendiensten gebruiken de oude en nieuwe media om met een breed arsenaal aan psychologische technieken de menselijke geest te beïnvloeden. Onze overheid voert niet alleen onofficieel een oorlog in Oost-Europa, maar ook met u.

Aanhoudende gevoelens van onrust, bezorgdheid en stress. Twijfels over de eigen psychologische gezondheid. Een knagend besef dat zaken niet kloppen. Weinig energie en de wetenschap dat een totale uitputting op de loer ligt. Legio mensen, ook aan de bewuste kant van de scheidslijn die sinds pandemie dwars door de samenleving loopt, zullen de symptomen herkennen. Vaak weten ze hoe ze die klachten in ieder geval tijdelijk kunnen verhelpen. Een mediadetox van even geen kranten meer lezen, de tv en radio uitlaten en niet meer rondneuzen op internet doet wonderen.

Nu is een forse mediaconsumptie nooit gezond geweest, maar sinds 2020 lijken media ronduit toxische kwaliteiten te hebben gekregen. Dat heeft volgens coronacritici als Robert Malone alles te maken met de psychologische oorlog die westerse overheden zijn gaan voeren tegen hun eigen bevolking.

Wie twitterdraadjes volgt, een tv-journaal bekijkt of de voorpagina van een dagblad scant, voedt zijn bewustzijn gemerkt of ongemerkt met een keur aan door communicatie-experts ontworpen informatie, verborgen boodschappen en frames. De menselijke geest is veranderd in een psychologisch slagveld, waar geavanceerde propaganda vecht tegen intuïtie en gezond verstand.

Vijfde generatie oorlogsvoering

Wie wil doorgronden in wat voor wereld we sinds 2020 leven, zou zich kunnen verdiepen in de theorie rond de vijfde generatie oorlogsvoering. Die theorie is ontwikkeld door politicologen en andere sociale wetenschappers die bestuderen hoe oorlogen zich door de eeuwen heen hebben ontwikkeld. Het komt erop neer dat het fysieke treffen van verschillende legers op een slagveld inmiddels zo gruwelijk, destructief en kostbaar is geworden, dat strijdende partijen steeds meer andere manieren ontwikkelen om met elkaar in oorlog te zijn. Oorlogsvoering kan ook plaatsvinden door economische maatregelen, het uitvoeren van cyberaanvallen, het plegen van aanslagen – en door psychologische oorlogsvoering.

De klassieke vorm van psychologische oorlogsvoering is propaganda, maar die term was eigenlijk al in de Tweede Wereldoorlog verouderd. Toen gebruikten geallieerde overheden tegen hun tegenstanders al ‘zwarte propaganda’. Onder die noemer vielen bijvoorbeeld flyers in het Duits, die op het eerste gezicht waren geschreven door en voor Duitse strijders, maar in werkelijkheid waren geproduceerd door medewerkers van geheime diensten die de Duitse taal goed beheersten en de cultuur kenden. De brochures werden uitgestrooid over de Duitse frontlinies en beschreven hoe eenzame echtgenotes van soldaten die hun leven riskeerden aan het front werden verleid door officieren. Ze vertelden ook hoe heldhaftige Duitse soldaten door foute beslissingen van arrogante officieren in de pan werden gehakt door de tegenstanders.

Wie het materiaal las, was ervan overtuigd dat de schrijvers wilden dat Duitsland de oorlog zou winnen. Maar het ware effect van de brochures was dat ze het vertrouwen van soldaten in hun aanvoerders ondermijnden en hun moraal verzwakten.

“In conflicten in Afghanistan, Irak, Syrië en Afrika leerden kleine opstandige groepen bijvoorbeeld hoe ze de publieke opinie konden bespelen door religie als wapen in te zetten. Ze verspreidden bijvoorbeeld authentieke of verzonnen berichten over wangedrag van westerse militairen”

Dit soort slinkse psychologische technieken zijn na de Tweede Wereldoorlog verder ontwikkeld en verfijnd. Ze waren vooral interessant voor groepen die in militair opzicht niet waren opgewassen tegen hun tegenstanders, en dus waren aangewezen op wat militaire theoretici ‘asymmetrische oorlogsvoering’ noemen. Kleine opstandige groepen konden dan misschien weinig beginnen tegen de troepen van de tegenstanders, maar ze konden wel het imago van de zittende macht beschadigen. In conflicten in Afghanistan, Irak, Syrië en Afrika leerden kleine opstandige groepen bijvoorbeeld hoe ze de publieke opinie konden bespelen door religie als wapen in te zetten. Ze verspreidden bijvoorbeeld authentieke of verzonnen berichten over westerse militairen die niet alleen hun land binnenvielen, maar ook nog eens zo weinig respect voor de islam bleken te hebben dat ze in heiligdommen urineerden.

Met psychologische technieken konden kleine groeperingen het imago, de ideologie en het narratief van de dominante tegenstander beschadigen, waardoor een opstand meer kans kreeg. Op hun beurt leerden regimes hoe ze de toepassing van die technieken konden herkennen en pareren.

Onafgebroken psychologische oorlog

Al tientallen jaren voeren landen, kleine groepen opstandelingen, maar ook ngo’s en machtige bedrijven onafgebroken psychologische oorlogen met elkaar en – vooral – tegen nietsvermoedende burgers en consumenten. Het is nooit duidelijk wie nu precies de aanvoerders in die oorlogen zijn. Het is niet duidelijk waar het slagveld is. De uiteindelijke slachtoffers, de burgers die gericht worden gevoed met gekleurde, half-ware of regelrechte onjuiste informatie, zijn zich daarvan niet bewust.

De komst van de vijfde generatie oorlogvoering heeft volgens Qiao Liang en Wang Xiangsui, twee officieren van het Chinese leger, geleid tot een continue ‘onbeperkte oorlog’ waaraan weliswaar minder ‘militair geweld’ te pas komt, maar des te meer sprake is van psychologisch geweld. De twee Liang en Xiangsui dachten dat zulke onconventionele methoden uiteindelijk de val van de Verenigde Staten zouden kunnen teweegbrengen.

De westerse NATO heeft het over ‘cognitieve oorlogsvoering’. “In cognitieve oorlogsvoering wordt de menselijke geest het slagveld”, schrijft de Britse politicoloog Armin Krishnan. “Het doel is niet alleen te veranderen wat mensen denken, maar ook hoe ze denken en handelen. In zijn meest extreme vorm kan cognitieve oorlogsvoering een samenleving in stukken breken en fragmenteren. Daardoor kan een samenleving de collectieve wil verliezen om zich te verzetten tegen de kwaadaardige intenties van een tegenstander.”

Het is een publiek geheim dat westerse inlichtingendiensten de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in 2016 zagen als het resultaat van geslaagde psychologische oorlogsvoering door Rusland, die vooral via het internet zou hebben plaatsgevonden. Voor die theorie is nooit enig bewijs gevonden, maar dat belette westerse overheden niet om nog meer te investeren in vijfde generatie oorlogsvoering. Dat kwam misschien omdat de managers van de inlichtingendiensten het boek van Liang en Xiangsui hadden gelezen. Of misschien wisten ze niet dat de dwarse en onaangepaste Trump een gevoelige snaar raakte bij grote groepen die zich niet meer herkenden in het beleid en de cultuur van de neoliberale kosmopolitische elites.

Tegenoffensief 

Wie een hamer heeft, ziet in alles een spijker. Toen in 2020 wetenschappers en burgers zich begonnen uit te spreken over de onbedoelde gevolgen van maatregels als de lockdowns, de QR-codes en de massavaccinaties, schatten inlichtingendiensten volgens sleutelfiguren de onrust en het verzet in als het resultaat van vijfde generatie oorlogsvoering door Chinese en Russische organisaties. De vraag of die onrust en het verzet misschien een goede grond hadden en authentiek waren, kwam kennelijk niet bij de diensten op.

In Nederland nam de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid de teugels in handen, weten we dankzij het speurwerk van onderzoekers als Wouter Aukema, Daniël van der Tuin en Marc van der Vegt in vrijgegeven overheidsdocumenten. Traditionele media en internetbedrijven gingen aan de leiband. Zelfcensuur werd de regel in de grote media. Inlichtingendiensten gingen kritische politici volgen, net als andersdenkende wetenschappers, journalisten, activisten en andere influencers. Er kwam een ‘tegenbeweging’ van experts die vond dat de maatregelen niet ver genoeg gingen. Er kwamen ‘trollenlegers’ die critici aanvielen en hun reputatie beschadigden. Andere trollen publiceerden absurde berichten – in de trant van “na 2023 is niemand die is gevaccineerd nog in leven” – die het kritische kamp in diskrediet moesten brengen.

De gevolgen van de aanhoudende psy-ops tegen de eigen bevolking gaan verder dan de psychologische beschadiging van de doelwitten. De operaties frustreren ook het debat over de aanpak van de pandemie – en zorgen ervoor dat het niet wordt gevoerd. De Nederlandse natie is getraumatiseerd, maar krijgt geen mogelijkheid dat trauma te verwerken. Erkenning voor de discriminatie en stigmatiseren van een grote minderheid blijft uit, net als erkenning voor het bestaan van vaccinatieschade. Ondanks dat er aanwijzingen waren voor oversterfte, zijn de prikcampagnes de afgelopen doorgegaan. Bovendien maken op handen zijnde wetswijzigingen een herhaling van de tragedie waarschijnlijker.

Een patroon

Wat in Nederland gebeurt, gebeurt in alle NATO-landen. Dankzij de Twitter Files van Elon Musk kwam aan het licht hoe de Amerikaanse overheid samenwerkte met Big Tech om op sociale media coronacritici tot zwijgen te brengen. Canadese legerleiders lieten in 2021 weten dat ze de pandemie zagen als een ‘kans’ om te laten zien wat ze de afgelopen jaren op het gebied van vijfde generatie oorlogsvoering hadden geleerd. Hun Engelse collega’s gingen minder openlijk te werk. Van hen werd pas in januari 2023 duidelijk op welke schaal ze coronacritici hadden gevolgd en gecensureerd.

In januari publiceerde Big Brother Watch, een organisatie die opkomt voor het recht op privacy, een rapport dat was gebaseerd op overheidsdocumenten en verklaringen van klokkenluiders. In het rapport komt ook een hooggeplaatste medewerker van een inlichtingendienst aan het woord, die aanvankelijk te horen had gekregen dat de activiteiten waren bedoeld om het Verenigd Koninkrijk te verdedigen tegen campagnes uit Rusland en China.

De klokkenluider merkte echter al snel dat de Britse bevolking het doelwit van de operatie was. Dat wil niet zeggen dat er op het web geen agenten van vreemde mogendheden actief waren. “Er waren Chinese sociale mediacampagnes die propaganda maakten voor het toepassen van de Chinese lockdownaanpak in Europa”, zegt de klokkenluider. Tegen die campagne traden de veiligheidsdiensten echter niet op. Ze richtten zich uitsluitend op groepen die kritisch waren op het beleid. Zelfs Labour-politici die zich in het eerste coronajaar afvroegen of er wel voldoende IC-capaciteit was, kwamen in het vizier.

“Een overheid die zich in een vijfde generatieconflict terecht of onterecht aangevallen voelt, kan zo’n conflict niet winnen, maar wel verliezen. De andere partij kan daarentegen wél winnen – door het aantonen van de onmacht, het ongelijk, de onjuist of de onrechtvaardigheid van de overheid – als zij tenminste lang genoeg volhoudt”

Winnaars

Als media zijn veranderd in psychologische wapens, is het volgen van berichtgeving en participatie op sociale media van eenzelfde orde als hersenspoeling door een kwaadaardige sekte of gaslighting in een manipulatieve relatie. Wie mentaal gezond wil blijven in zo’n verziekt medialandschap, kan natuurlijk dat landschap verlaten – en besluiten geen media meer te consumeren. Voor nieuwsgierige en betrokken mensen is dat waarschijnlijk geen optie. Die groep kan wellicht hoop putten uit wat handboeken vertellen over het winnen en verliezen in vijfde generatie oorlogsvoering.

Een overheid die zich in een vijfde generatieconflict terecht of onterecht aangevallen voelt, kan zo’n conflict niet winnen, maar wel verliezen. De andere partij kan daarentegen wél winnen – door het aantonen van de onmacht, het ongelijk, de onjuist of de onrechtvaardigheid van de overheid – als zij tenminste lang genoeg volhoudt. Zij kan “winnen door niet te verliezen”, zoals oorlogsverslaggever David Axe schreef in een artikel dat al in 2009 verscheen in technologiemagazine Wired.  

In de vijfde generatie oorlogsvoering gaat het niet om wie de grootste mond heeft, niet wie in staat is een internetplatform te zuiveren van tegenstanders. Het gaat er niet om wie met het grootste leger aan echte of nepvolgers opduikt. Het gaat er ook niet om wie tijdens congressen van regeringspartijen op de voorste rij mag zitten. Het gaat erom wie niet opgeeft.