Werkloosheid bestaat niet; Start Foundation lanceert parallelle arbeidsmarkt
Nu de krapte op de arbeidsmarkt enorm is, kunnen we ons moeilijk voorstellen dat 1,6 miljoen mensen aan de kant staan. Mensen die vaak wel willen en kunnen werken. Start Foundation heeft de oplossing: de parallelle arbeidsmarkt. Met sluitende businesscases creëren ze nieuwe banen voor maatschappelijk waardevol werk dat nu te vaak blijft liggen.
Nederland is een ‘waanzinnig gaaf land’. Het zijn de woorden van onder andere Mark Rutte en Claudia de Breij. Zij hebben gelijk. Nederland is een waanzinnig gaaf land. Maar we moeten wel wat sociaal-economische rotzooi opruimen. Er zijn teveel mensen die niet deelnemen aan de reguliere arbeidsmarkt. Dat kunnen we ons niet permitteren. Start Foundation, een onafhankelijke maatschappelijke ontwikkelaar die zich sterk maakt voor een maatschappij waarin iedereen werkt, stelt dat een groot deel van die 1,6 miljoen Nederlanders (veelal met een uitkering) een nuttige bijdrage wil en kan leveren.
Stel je voor wat dit betekent voor de bv Nederland. In straten, op pleinen en achter gordijnen is er een enorme behoefte aan huiswerk- en studiebegeleiders, conciërges van wooncomplexen, huiskamerassistenten in de zorg, slimmeriken die goed zijn met computers en ‘mensenmensen’ die graag contacten aangaan met migranten en statushouders die willen integreren in onze samenleving. En wat te denken van het recyclen van producten? Opruimen van zwerfafval? Organiseren van buurtactiviteiten? Of koffiedrinken met mevrouw Van Zanten, die iets te vaak eenzaam achter de geraniums zit. Er is enorm veel zinvol werk te doen.
Start Foundation wil dit potentieel ontsluiten en kwam onlangs met een opmerkelijke whitepaper over hoe gemeenten werk kunnen maken van deze parallelle arbeidsmarkt. De organisatie is concreet aan de slag gegaan met vijf businesscases: publiek-private samenwerkingen waarin partners uit het bedrijfsleven financieel betrokken zijn. Volgens programmamanager Auke Blaauwbroek, voormalig FNV-bestuurder en wethouder Werk en Inkomen voor de gemeente Tilburg, moet nu blijken wat de parallelle arbeidsmarkt waard is (want er wordt al jaren over getheoretiseerd).
Waar komt het idee van de parallelle arbeidsmarkt vandaan?
“Onze directeur Jos Verhoeven en Hoogleraar Arbeidsmarkt Ton Wilthagen verkondigen dit al een paar jaar. Dat verhaal hebben we nu wel verteld. In 2019 hebben we in kaart gebracht wat Nederlanders als maatschappelijk waardevol werk zien. Waardevol werk biedt mensen een zinvolle dagbesteding en nieuwe kansen. Tegelijkertijd worden er maatschappelijke problemen opgelost. Dat gaan we nu allemaal concreet maken. Doel van ons programma is simpel: er is een paradigma-shift nodig in het denken over werk in Nederland.”
Wat is er mis met de manier waarop we over werk denken?
“We kijken teveel naar het economisch perspectief: betaald worden voor werk. Het gevolg is dat er anderhalf miljoen mensen aan de kant staan. Wij draaien het om. Wij stellen dat er geen werkloosheid is. Er is werk voor iedereen die kan en wil werken. De parallelle arbeidsmarkt biedt mogelijkheden om ons sociale stelsel met ‘passieve’ uitkeringszekerheid deels om te zetten naar ‘actieve’ vormen van werkzekerheid, gericht op de ontwikkeling van talenten en mogelijkheden. De parallelle arbeidsmarkt biedt plaats aan mensen die aan de kant staan of een ‘schuilplek’ nodig hebben, een plek waar ze terecht kunnen voor waardevol werk zónder dat ze een label krijgen opgeplakt. Wij denken dat dit haalbaar is. Maar goed, het paradigma wijzigen doe je niet van de ene op de andere dag.”
Hoe pakken jullie het aan?
“Allereerst zetten we business-cases op om te laten zien dat de parallelle arbeidsmarkt echt uitgevoerd kan worden. Als het goed is, gaan die pilots zichzelf bedruipen. Om een vinger aan de pols te houden, hebben we onderzoeksbureau Ecorys erbij betrokken. Zij gaan de maatschappelijke kosten-baten analyse tegen het licht houden. Daarnaast hebben we twee lectoraten ingehuurd. Die gaan met ons kijken hoe we de sociale zekerheid en arbeidsmarkt kunnen beïnvloeden. De derde lijn is stakeholder-beïnvloeding richting gemeenten, politiek en bedrijfsleven.”
Kun je iets meer vertellen over de pilots?
“Er lopen er nu vijf: Pantar (Amsterdam), Werkse! (Delft), Ergon (Eindhoven), Caparis (Drachten) en De Zuidhoek (Schouwen-Duivenland). Amsterdam en Drachten zijn gericht op circulariteit. In Delft en Eindhoven gaat het om zorgprojecten en in Zeeland experimenteren ze met mobiliteit. Doelstelling van de pilots is dat de organisaties samen met hun partners ontdekken hoe ze hun businessmodellen sluitend kunnen maken zonder blijvende subsidie. Start Foundation is ervan overtuigd dat er naast deze vijf pilots nog veel meer mogelijkheden zijn, met name in de zorg en energietransitie. De gedeelde verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij ondernemers en overheid. We komen als bemiddelaar graag in gesprek met wethouders, ambtenaren, ondernemers en SW-bedrijven die zich hard willen maken voor de parallelle arbeidsmarkt in hun regio.”
Over welke doelgroepen praten we?
“Mensen die onder de scope van de Participatiewet vallen, wajongers, ex-gedetineerden, vijftig-plussers, jongeren en mensen met fysieke of verstandelijke beperkingen. Het hebben van een uitkering is trouwens geen vereiste. Het gaat om mensen waarvoor de kans op duurzaam regulier werk nihil is.”
Sociale initiatieven lopen vaak spaak. Twee jaar geleden opende Mark Rutte de Energie Academie in Den Haag. De ambities waren torenhoog. Honderden ex-gedetineerden, statushouders, studiehoppers en brokkenpiloten zouden worden opgeleid voor een baan in de techniek. De Energie Academie kreeg 1,2 miljoen euro subsidie van de gemeente, maar dat geld werd binnen een jaar door de dagelijkse leiding zoek gemaakt. Een faillissement was het gevolg.
Welke aanwijzingen hebben jullie dat de parallelle arbeidsmarkt wel gaat werken?
“Subsidies zijn eindig en hebben vaak een onduidelijk doel. We zijn geen voorstander van financiering met publieke middelen, omdat de bal eenzijdig bij de belastingbetaler wordt neergelegd. Wat wij doen is anders. Wij geloven in publiek-private samenwerking. Als private partijen meedoen, komt dit de creativiteit en snelheid ten goede om initiatieven echt van de grond te krijgen. Subsidies kunnen soms nodig zijn om de start van een project te financieren. Maar als die financiering ophoudt, moet er een duurzaam model achter zitten, dat ook zonder ons functioneert. Eerder onderzoek en de nu lopende businesscases bewijzen dat de parallelle arbeidsmarkt een plek verdient tussen beschut werk en de reguliere arbeidsmarkt in. Dit is een concrete mogelijkheid om ons sociale stelsel om te buigen.”
De gemeenten zijn een belangrijke partij voor de parallelle arbeidsmarkt. Zij hebben er belang bij dat inwoners met een uitkering een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Wat is jullie boodschap aan hen?
“Gemeenten moeten voldoende capaciteit creëren om daadwerkelijk in contact en gesprek te komen met alle inwoners die kiezen voor een vorm van werkzekerheid boven uitkeringszekerheid. Het gaat dan om het vaststellen van motivatie en vaardigheden. De gemeenten kunnen in deze inventarisatie trouwens ook inwoners zonder uitkering meenemen, de zogenaamde NUG-ers.”
Wat is jullie boodschap aan onze politici?
“Ons land heeft behoefte aan meer dan alleen economische groei en commercieel gewin. Draai de werkelijkheid nou eens om! Redeneer vanuit de goedwillendheid van mensen om een bijdrage te leveren aan onze samenleving. Verder zou ik zeggen: wees bereid te investeren in plaats van alleen maar met subsidies te werken. Denk over je eigen regeerperiode heen en bouw mee aan een nieuwe vorm van samenleven.”
Hoe ziet jullie ideale samenleving eruit?
“Onze droom is een uiterst beperkt uitkeringsstelsel dat alleen beschikbaar is voor hen van wie we met recht en rede geen enkele bijdrage mogen verwachten. De huidige uitkeringsgelden willen we als ‘kapitaal’ inzetten voor de creatie van de parallelle arbeidsmarkt. Zo kan ieders talent worden benut en ontwikkeld. De parallelle arbeidsmarkt draagt bij aan maatschappelijke participatie, individueel welbevinden en een betere toekomst voor onze kinderen.”