Wat als Spinoza’s visie had gewonnen?
Economisch antropoloog Jason Hickel zet in Minder is meer – een boek dat op initiatief van coöperant Wen Geerts in de Re-story leesclub wordt gelezen en besproken – uitvoerig en gedetailleerd uiteen hoe het verhaal van het kapitalisme is ontstaan. En hij schetst een weg naar een postkapitalistische economie: minder is meer omdat we door minder te nemen, meer kunnen worden.
Vooruitzien is regeren, zegt men. Maar als we niet van richting veranderen is de kans groot dat we aankomen waar we heen gaan, luidt een Chinees spreekwoord.
Minder is meer van Jason Hickel opent je ogen en doet ze rollen. Echt waar, zit het zo, mompelde ik dikwijls in mezelf tijdens het lezen.
Hickel laat met veel puzzelstukken uit de geschiedenis de toestand van de wereld vandaag op zijn plaats vallen. Het geeft inzicht en doet begrijpen.
Het lezen van Minder is meer deed me terugdenken aan de aanleiding voor ons om met Re-story te beginnen: ‘net als jij zien en horen we zoveel signalen dat er een maatschappelijk, ecologisch, economisch en democratisch deficit dreigt. En het aantal mensen dat het moeilijk heeft en struggelt met persoonlijke crises stijgt in een razend tempo.’
Wel al die signalen voor dat dreigende deficit worden in Minder is meer ontrafeld tot daar waar deze malaise begon. Dat verhaal begint bij een vergeten revolutie waarbij vroeg in de veertiende eeuw het gewone volk zich in heel Europa begon te verzetten tegen het feodale systeem.
De elites van toen – en dat zie je vandaag opnieuw – gaven zich niet zomaar gewonnen. Hickel beschrijft nauwkeurig hoe het kapitalisme feitelijk een voortzetting van het feodalisme is.
Via het in privaat bezit nemen van gemene gronden – zo genoemde enclosures – ontvouwt zich het verhaal hoe het kapitalisme in de westerse wereld voet aan de grond kreeg – en onze voorouders onder het mom van vooruitgang voor iedereen door de strot werd geduwd.
Jason Hickel vertelt ook over de rol van de katholieke kerk in het aanbrengen van de afscheiding van mens en natuur. Cruciaal om het kapitalisme te doen slagen.
Je kan het boek Minder is meer met gemak afdoen als antikapitalistisch, zoals ook wel tegen ons wordt gezegd dat Re-story antikapitalistisch en dus links is. Maar als Minder is meer je iets duidelijk maakt dan is het wel dat kapitalisme veel meer dan een systeem, een verhaal is waarin we zijn gaan (moeten) geloven.
En als we naar de toestand van de wereld vandaag kijken, dan is het volgens ons geen gek idee om in een nieuw verhaal te gaan geloven.
Want het had ook anders kunnen lopen – en dat kan nog steeds.
Om dat te illustreren hebben we van Thomas Blommaert van Uitgeverij EPO toestemming gekregen om een stuk uit Minder is meer over te nemen.
Het is het verhaal waarin Jason Hickel vertelt over Descartes en Spinoza en de tegengestelde wereldbeelden van ‘ dualisme’ en ‘alles is één’.
“We zijn allemaal de erfgenamen van de denkbeelden van René Descartes en de dualistische filosofie van de verlichting die voortkomt uit precies de tegenovergestelde vooronderstelling: mens en natuur zijn van elkaar afgescheiden.
Descartes begon vanuit het oude monotheïstische idee van een fundamenteel verschil tussen God en de schepping en ging nog een stap verder. De schepping zelf is ook verdeeld in twee substanties, zei Descartes: geest (of ziel) en gewone materie.
De geest is speciaal,dit is een deel van God. Hij kan niet worden beschreven met de gewone wetten van de natuur- of wiskunde. Het is een etherische, goddelijke substantie.
Van alle wezens zijn mensen uniek, omdat zij geesten en zielen hebben, wat het teken is van hun speciale band met God. En de rest van de schepping – waaronder ook het menselijk lichaam – is niets anders dan inerte, niet-denkende materie. Het is slechts ‘natuur’.
Het gedachtegoed van Descartes was niet gegrond in empirisch bewijs, maar werd toch algemeen aanvaard door de Europese elites van de zeventiende eeuw omdat het de macht van de kerk versterkte, de kapitalistische uitbuiting van arbeid en natuur goedpraatte en morele toestemming gaf voor kolonisering.
Zelfs het hele idee van ‘de rede’ werd op deze aannames gebaseerd. Alleen mensen kunnen denken, zei Descartes, omdat alleen wij een geest hebben. ‘
En de eerste stap van de rede is de realisatie dat wij – onze gedachten – iets anders zijn dan ons lichaam en iets anders dan de rest van de wereld.
Vanuit dit gezichtspunt werd het animistische idee dat de wereld een sterke onderlinge verbondenheid bezit, gezien als irrationeel en ‘onwetend’. In de negentiende eeuw beschreven prominente antropologen het als ‘kinderlijk’: alleen kinderen zien de wereld als betoverd.
Maar dit is een denkfout die we moeten corrigeren.
De rede en de moderniteit – en de moderne wetenschap – werden zelfs gedefinieerd naar het onderscheid tussen de categorieën ‘mensen’ en ‘natuur’, tussen ‘subject’ en ‘object’. En het animisme werd gebruikt als de perfecte achtergrond waartegen het concept ‘modern’ kon worden afgezet.
Maar Descartes had niet het laatste woord. Terwijl de inkt van zijn manuscripten nog nat was, werd hij al aangevallen door tijdgenoten die op fundamentele fouten in zijn werk wezen.
En in de 400 jaar die sindsdien is verstreken, heeft wetenschappelijk onderzoek niet alleen aangetoond dat Descartes het fout had, maar dat het animistische gedachtegoed de werkelijkheid van hoe het leven en materie in feite werken, beter beschrijft.
De tegenactie tegen Descartes begon met de moedige Nederlandse filosoof Baruch Spinoza. Spinoza groeide op in een Sefardisch joods gezin in het zeventiende eeuwse Amsterdam, net toen Descartes steeds beroemder werd.
Maar waar de elite van die tijd dweepte met het dualisme van Descartes, was Spinoza niet overtuigd. Hij had in feite precies het tegenovergestelde denkbeeld.
Spinoza legde uit dat het universum uit één oorzaak moet zijn ontstaan – wat we vandaag de Big Bang zouden noemen.
Wanneer we dit feit eenmaal accepteren, zei Spinoza, dan moeten we ook accepteren dat hoewel God en zielen en mensen en de natuur misschien compleet verschillende entiteiten lijken te zijn, ze allemaal slechts verschillende aspecten zijn van dezelfde grote realiteit – één substantie – en dat dus alles wordt beheerst door dezelfde krachten.
Dit heeft radicale gevolgen voor de manier waarop we de wereld zien. Het betekent dat God uiteindelijk deelneemt in dezelfde substantie als ‘de schepping’.
Het betekent dat mensen dezelfde substantie hebben als de natuur.
Het betekent dat geest en ziel uit dezelfde substantie bestaan als materie.
Uiteindelijk betekent dit dat alles materie is, alles geest is, en alles God is.
Deze ideeën werden in die tijd als ketterij gezien. Geen zielen? Geen transcendente God? Spinoza’s leer zette de grondprincipes van de religieuze leer op zijn kop en dreigde moeilijke, morele vragen op te roepen over de exploitatie van natuur en arbeid.
Want ja, als de natuur dezelfde substantie was als God, konden mensen moeilijk de heerschappij daarover opeisen.
De tegenreactie was kort en heftig.
Spinoza’s gedachtegoed stond zo haaks op dat van de gevestigde orde dat hij daarvoor op meedogenloze wijze werd vervolgd.
De joodse leiders in Amsterdam vaardigden een herem tegen hem uit, waardoor hij uit de gemeenschap werd gezet. De christelijke orde wilde ook niets meer van hem weten; en de katholieke kerk ging zover om zijn werken op de Index van Verboden Boeken te zetten.
Op een gegeven moment werd hij op de trappen van de synagoge neergestoken door een aanvaller die ‘ketter!’ riep.
Maar dit alles weerhield hem er niet van om verder te gaan met zijn denkbeelden. Spinoza bewaarde de gescheurde mantel die hij droeg toen hij werd neergestoken en bleef hem dragen als symbool van verzet.
Europa stond voor een splitsing. Er waren twee opties: het pad van Descartes of het pad van Spinoza.
Vanwege de volledige steun die hij kreeg van kerk en kapitaal, won Descartes. Zijn leer legitimeerde de werkwijze van de dominante klassen en rechtvaardigde wat ze met de wereld deden. Daarom leven we vandaag in een cultuur die is gevormd door dualistische aannames.
Maar het had ook anders kunnen gaan. Ik vraag mezelf vaak af hoe alles zou zijn gelopen als Spinoza’s visie had gewonnen. Hoe zou onze ethiek er dan uit hebben gezien? Onze economie? Misschien zouden we dan niet in deze nachtmerrie van ecologische ineenstorting zijn terechtgekomen.
Het opmerkelijke van dit verhaal is dat, in de eeuwen daarna, een aantal van Spinoza’s beweringen door wetenschappers werd bevestigd.
Ze bevestigden dat er in feite geen fundamenteel verschil bestaat tussen geest en materie, dat de geest een samenstelling is van materie, net zoals al het andere.
Ze bevestigden dat er geen fundamenteel verschil bestaat tussen mensen en niet-menselijke wezens; dat mensen en niet-mensen van dezelfde voorouderlijke organismen afstammen.
En ze bewezen dat alles in het universum uiteindelijk door dezelfde natuurkundige wetten wordt geregeerd – zelfs als die natuurkunde nog verder moet worden uitgezocht.
Ironisch genoeg voor een leer die ooit gold als het hoogtepunt van de verlichtingswetenschap werd het dualisme uiteindelijk door de wetenschap zelf verslagen.
Vandaag zijn de rollen omgedraaid: Spinoza wordt nu erkend als een van de beste denkers van de moderne Europese filosofie en gevierd als een sleutelfiguur in de geschiedenis van de wetenschap.