Waarom (g)een Nexit?
De maatschappelijke spanningen in ons land door EU-maatregelen rijzen de pan uit. Denk aan de stikstofcrisis door EU-wetgeving, de mogelijk negatieve impact van het Europees digitaal paspoort, problemen met het coronapaspoort, QR-toegangscodes voor horeca en evenementen, de geplande digitale euro en controle op banktransacties boven de honderd euro op basis van de vijf EU anti-witwasrichtlijnen. En dan hebben we het nog niet gehad over de verwerpelijke rol van de voorzitter van de Europese Commissie bij de eenzijdige aanschaf van miljarden aan vaccins bij Pfizer of de aankoop van duur Amerikaans LNG ter compensatie voor weggevallen Russische energie. Moeten we uit de EU? Is Brexit een goed voorbeeld?
Geschiedenis en basisdoelen van de Europese Unie
Eeuwenlang bevochten de landen van het huidige Europa elkaar met regelmaat. De Tweede Wereldoorlog vormde het definitieve keerpunt: de gevolgen van deze oorlog waren zo ingrijpend dat België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland in 1950 een eerste stap naar een duurzaam samenwerkend Europa noodzakelijk vonden.
Om het onderling voeren van oorlog onmogelijk te maken, besloten de zes landen de belangrijkste grondstoffen voor de oorlogsindustrie (kolen en staal) gezamenlijk te gaan beheren. Dit leidde tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). In de jaren daarna gingen de landen op steeds meer terreinen (landbouw, economie, veiligheid etc.) samenwerken en werden de Europese Gemeenschappen gevormd. Naarmate deze samenwerking meer welvaart bracht, sloten steeds meer landen zich bij de gemeenschap aan. Vandaag de dag bestaat er een Europese Unie van 27 landen.
Basisgedachte voor de oprichting van de EU was dus; voorkomen van oorlogen in Europa en het bevorderen van handel tussen de lidstaten.
Frankrijk en Duitsland hebben andere EU basisdoelen voor ogen
Het Verenigd Koninkrijk (VK) was EU-lid van 1973 tot en met 2020. Nu het VK is uitgestapt, zijn Duitsland en Frankrijk nog de twee grootste en machtigste EU-lidstaten en al jaren actief in de gezamenlijke aansturing van de EU. Hun ambitie om het EU-beleid te beïnvloeden en sturen, is vastgelegd in het Verdrag van Aken dat in 2019 werd gesloten tussen president Macron en de vertrekkende Bondskanselier Merkel.
Frankrijk en Duitsland laten zien dat ze samen willen optrekken in Europa en dat hun vriendschap ten dienste staat van een gemeenschappelijk Europa. ‘Eine Freundschaft zum Wohle Europas’, heet dat in de persverklaring van de Bondsregering op de website van het Duitslandinstituut.
“Via intensieve samenwerking en afstemming tussen hun beider ministersploegen streven de Duitsers en Fransen dus naar een leidinggevende rol in de EU en de groei van de EU naar een federatie gelijk aan die van de Verenigde Staten”
Maar zowel de inhoud van het Verdrag uit 2019 als het coalitieverdrag van de Duitse Bondsregering uit 2021 laten heel wat anders zien dan alleen vriendschappelijke bedoelingen tussen de twee machtigste EU-landen. Artikel 1 van het Verdrag van Aken is meteen duidelijk: “Beide staten verdiepen hun samenwerking in de EU-politiek. Zij spannen zich in voor het gezamenlijk afronden van de Europese binnenmarkt”. Artikel 2: “In geval van groot overleg binnen de EU zullen beide staten vooroverleg met elkaar plegen teneinde gemeenschappelijke standpunten in te brengen. Ook zullen de ministers van beide staten gemeenschappelijke standpunten binnen de EU opstellen. Zij zullen met elkaar vooroverleg hebben inzake de vertaalslag van Europees recht in hun nationale wetgeving”.
Op pagina 104 van het Duitse coalitieverdrag staat: “Als größter Mitgliedstaat werden wir unsere besondere Verantwortung in einem dienenden Verständnis für die EU als Ganzes wahrnehmen”. Dus Duitsland neemt – als grootste lidstaat van de EU – de verantwoordelijkheid voor de gehele EU op zich.
Op dezelfde pagina: “Die Konferenz sollte in einen verfassungsgebenden Konvent münden und zur Weiterentwicklung zu einem föderalen europäischen Bundesstaat führen”. Ofwel, de coalitie moet zorgen voor een ontwikkeling van de EU tot een Federale Europese Staat, c.q. de Verenigde Staten van Europa.
Via intensieve samenwerking en afstemming tussen hun beider ministersploegen streven de Duitsers en Fransen dus naar een leidinggevende rol in de EU en de groei van de EU naar een federatie gelijk aan die van de Verenigde Staten. Het is uiteraard geen toeval dat Duitsland de voorzitter van de Europese Commissie leverde en Frankrijk de voorzitter van de Europese Centrale Bank.
De politieke spanningen in Nederland lopen steeds verder op als gevolg van EU (wan-)beleid
Aan de vele persoonlijk beleidsambities van EU-voorzitter Ursula von der Leyen zijn hoge kosten verbonden, aldus het Clingendael Instituut. Dat terwijl dat de Britten – een grote nettobetaler – zijn vetrokken. Vroegere berichten over het nieuwe meerjarige EU-budget laten zien dat lidstaten, waaronder Nederland, weinig tot geen extra budget wilden vrijmaken voor haar grootse plannen. Inmiddels is dat – onder grote druk van de Europese Commissie – toch gebeurd.
Nederland draagt de afgelopen jaren steeds meer geld af dan het ontvangt. Volgens het Rijksjaarverslag van het ministerie van Buitenlandse Zaken werd over 2021 netto rond de 9,7 miljard euro betaald. Een stijging van 2,1 miljard euro ten opzichte van 2020.
De Europese Commissie onder leiding van Von der Leyen (VDL) blijft moeite houden met het goed inschatten van de lidstaten, aldus ons Clingendael Instituut. Het schrijft: “De Europese Unie heeft leiderschap nodig dat verbindt, niet dat voor de troepen uitloopt. Von der Leyen moet de balans zoeken waarbij de Europese uitdagingen worden aangepakt zonder dat ze daarbij de lidstaten verliest. In plaats van vergezichten kan Von der Leyen beter beginnen met het in kaart brengen van knelpunten en het op gang houden van dialogen. Bescheidenheid en realiteitszin zijn hierbij noodzakelijke deugden”.
De door Clingendael genoemde noodzakelijke deugden horen overduidelijk niet tot de kwaliteiten van VDL.
Hoe presteert de EU in langjarig perspectief?
Als je naar de groei van het BNP van de EU kijkt vanaf de introductie van de euro tot 2020, slaat de schrik je om het hart. Uit onderstaande grafiek van de Wereldbank blijkt dat het BNP van de EU in 2000 nog met 3,9 procent steeg en in 2018 al gezakt was naar 2,1 procent. Coronajaar 2020 was uiteraard een absoluut dieptepunt met een krimp van -/- 5,7 procent.
Het coronajaar 2020 mag je eigenlijk niet meetellen. Kijk je naar de ‘normale’ jaren 2000-2019, dan zien we een sterke afname van de BNP-groei van 3,9 procent in 2000 tot 1,8 procent in 2019.
Waardoor is de EU als economisch samenwerkingsverband steeds minder productief geworden? Mijn eerste ingeving was door de twaalf nieuwe toetreders sinds het jaar 2000. Allemaal landen met een aanzienlijk lagere productiviteit en jaarlijkse groei dan de oorspronkelijke EU-lidstaten. Dit blijkt toch een te simpele benadering.
Volgens twee internationale onderzoeksinstanties is de sterke afname van de groei in de EU vooral het gevolg van het ECB-beleid en de introductie van de euro. Nadeel van deze ‘gemeenschappelijke munt’ is dat de zwakkere prestaties van bepaalde EU-lidstaten gecompenseerd moeten worden door – en ten laste van – de rijkere lidstaten. Als die zwakkere EU-lidstaten nog de eigen munt hadden behouden, dan zou de hele Unie er veel sterker voor staan. Deze conclusie kun je trekken op basis van de studies en inzichten van het Oficial Monetary and Financial Institutions Forum OMFIF en deze studie van het Centrum voor Europese Politiek (CEP).
“De euro is voor bijna de hele EU – behalve voor multinationals – een ramp die een belangrijke verklaring vormt voor de dramatisch afgenomen Europese groei”
Was Brexit een succes?
Velen die van een Nexit dromen, nemen de Brexit als voorbeeld. Was dit een succes? Volgens mij is dat nog te vroeg om daarover te oordelen. Als je naar de kortetermijneffecten van – of na – de Brexit zoekt, krijg je nieuws over het moeilijker beschikbaar zijn van buitenlandse werknemers voor de Britse economie. Voor de Brexit kende het VK heel veel Poolse werknemers. De meeste Polen blijken inmiddels te zijn teruggekeerd naar hun vaderland.
Je leest ook over de veronderstelde afname van het Britse BNP na vertrek uit de EU. Dat is een zeer discutabel verhaal, omdat het VK in 2020 uit de EU vertrok; het jaar waarin de coronapandemie begon. Dat jaar was de daling van het BNP in het VK maar liefst -/- 11 procent. Maar hoeveel daarvan is aan de Brexit te wijten en hoeveel aan corona?
Volgens deze BBC-analyse heeft de Brexit een paar forse negatieve kortetermijneffecten gehad, maar is de weg naar boven sinds 2022 weer hervonden. Die negatieve kortetermijneffecten zijn logisch. Iedere aanpassing van dergelijke omvang kost tijd om te verwerken. Al was het alleen maar om alle aanpassingen in de Britse wetgeving door te voeren, nieuwe handelscontracten af te sluiten en werkwijzen in bedrijven aan te passen.
EU-lidmaatschap is oorzaak van afgenomen productiviteit en grotere kloof tussen arm en rijk
Volgens deze OMFIF-studie was het lidmaatschap van de EU medeoorzaak van de afgenomen productiviteit in het VK en de grotere kloof tussen arm en rijk. Een (vertaald) citaat uit de OMFIF-studie: “De groei van de arbeidsproductiviteit per uur daalde gestaag van gemiddeld 3,5 procent per jaar in 1972 (start lidmaatschap EU) tot vrijwel nul in het decennium voor de Brexit-stemming. De gemiddelde BBP-groei ging gestaag van 4,5 procent naar bijna nul in dezelfde periode”.
De studie spreekt over een catastrofaal verleden onder EU-vlag en “sombere economische prestaties”. Dit is volgens de studie vooral te wijten aan de versnelde afbraak van de Britse industrie onder leiding van de EU. De EU is vooral een economisch blok dat de ontwikkelingen van financiële instanties als de banken en de dienstensector bevordert, aldus OMFIF. De Britse industrie had zwaar te lijden onder het EU-primaat.
Epiloog
Basisgedachte voor de oprichting van de EU was het voorkomen van oorlogen in Europa en het bevorderen van handel tussen de lidstaten. Inmiddels heeft de EU weinig meer van doen met deze oorspronkelijke doelstellingen. Ze zijn op vele terreinen vervangen door heel andere belangen en principes, waardoor Europese burgers er sinds begin deze eeuw fors op achteruit zijn gegaan. [HS1]
Als je dit alles overziet, lijken conclusies makkelijk te trekken. De euro is voor bijna de hele EU – behalve voor multinationals – een ramp die een belangrijke verklaring vormt voor de dramatisch afgenomen Europese groei. Uit de euro dus. Zo snel als mogelijk terug naar een eigen munt.
Een complete Nexit ligt wat complexer. Nederland zou dan te maken kunnen krijgen met toenemende schaarste op de arbeidsmarkt, bemoeilijkte export en hogere kosten op meerdere terreinen naast de arbeidskosten.
Als je de dramatische koers volgt die nu uitgezet wordt door Ursula VDL en haar club in Brussel, is het duidelijk dat er niet alleen snel nieuw leiderschap van de EU noodzakelijk is, maar ook een andere structuur van de EU. Een structuur waarin het Europees Parlement het laatste woord heeft en niet de Europese Commissie, c.q. mevrouw Von der Leyen..