Nederlands bedrijfsleven in de uitverkoop
Hoeveel in Nederland gevestigde bedrijven zijn nog Nederlands eigendom? Is het MKB nog wel de motor van onze economie? Wat heeft onze regering nog te vertellen over het eigen bedrijfsleven?
De antwoorden op deze vragen bezorgen mij slapeloze nachten.
Aantal bedrijven in Europees eigendom sterk afgenomen
Het IMF houdt een lijst van directe buitenlandse investeringen per land bij, de Inward Foreign Direct Investment list (FDI). Hoe meer buitenlandse aandeelhouders, hoe minder invloed de eigen regering op de economie heeft, hoe meer de effecten van globalisering zich doen gelden en hoe groter de invloed van buitenlandse investeerders op het nationaal beleid is. Deze kennis lijkt me voor iedere Nederlander van belang. Niet alleen voor de ondernemers zelf.
Wat blijkt? De EU geldt als het werelddeel met het grootste aandeel buitenlandse geldschieters tot 2016. Van buiten de EU is 6.938 miljard USD aandelenkapitaal geïnvesteerd. Ter vergelijking: de VS had tot en met 2016 voor een bedrag van 4.084 miljard USD aan buitenlandse investeerders.
Grootste aandeel buitenlandse investeringen
En nu komt het! In ons land is tussen 2009 en 2017 voor – schrik niet – 4.888 miljard USD, oftewel bijna 5 biljoen USD, aan buitenlands geld in Nederlandse bedrijven geïnvesteerd! Ons land stond daarmee tot en met 2017 op nummer 1 van alle landen ter wereld met de meeste buitenlandse geldschieters. Wij hadden – met ons kleine landje – zelfs 17% meer buitenlands kapitaal in ‘onze’ bedrijven zitten dan de hele VS bij elkaar. Ook had Nederland maar liefst 70% van alle buitenlandse investeringen in de EU naar zich toegetrokken.
“Nederland had meer buitenlands kapitaal in bedrijven zitten dan de hele VS”
Tijdens Rutte I t/m III kwamen meeste Nederlandse aandelen in buitenlandse handen
De bovengenoemde status van Nederland is in de periode 2018 – 2020 lichtelijk gewijzigd. Nederland stond eind 2020 op de tweede plaats van alle landen in de wereld qua buitenlandse eigenaren van Nederlandse aandelen. Uit dit artikel van het IMF blijkt duidelijk hoe de verhoudingen in buitenlands bezit van Nederlandse aandelen in de periode 2009-2020 zijn gewijzigd. De VS staan nu op de eerste plaats, vrijwel direct gevolgd door ons land. Zie de bewegende grafiek in bovengenoemd artikel.
Tijdens de kabinetten Rutte I t/m Rutte III is de verkoop van Nederlandse aandelen met bijna 30% gestegen ten opzichte van de periode 1945 – 2008. Een soort uitverkoop van zeggenschap over het Nederlandse bedrijfsleven en onze economie.
Nederland raakt zeggenschap over eigen economie steeds meer kwijt
Het wordt pas echt interessant als je de economie van Duitsland vergelijkt met Nederland. Duitsland is de grootste economie van de EU met een jaarlijks BNP van 3,8 biljoen USD. Dat van ons land is 0,9 biljoen USD. De Duitse economie is dus ongeveer 4 keer die van ons land. In Duitsland is er tussen 2009 en 2020 voor 1,1 biljoen USD aan aandelen in buitenlandse handen terechtgekomen tegenover 4,8 biljoen USD aan Nederlandse aandelen.
Met een vier keer (4) zo grote economie, heeft Duitsland dus slechts een vierde (¼) aan buitenlandse investeerders ten opzichte van Nederland. Kortom, Nederland heeft verhoudingsgewijs 16 keer zoveel kapitaal/aandelen in buitenlandse handen dan Duitsland. Dat is ronduit dramatisch voor de eigen grip op onze economie!
Nadelen van een (te) groot aandeel buitenlandse aandeelhouders/investeerders
Buitenlandse aandeelhouders hebben hun moedermaatschappij vaak in een ander land dan Nederland. Dat biedt allerlei fiscale voordelen. Zo kan de winst die bij bedrijven in Nederland gemaakt is, uitgekeerd worden aan een buitenlandse moeder. Daardoor wordt het betalen van belasting in Nederland voorkomen en loopt onze schatkist miljarden mis ten opzichte van een situatie waarin de aandelen van het bedrijf nog in Nederlandse handen zijn.
Een ander nadeel betreft de zeggenschap. Ik ben zelf statutair directeur geweest van een paar Nederlandse bedrijven die door een Engels beursfonds waren overgenomen. Voornamelijk actief in de grootmetaal. Foreign Direct Investment in de praktijk! De wijzigingen in de bedrijfsvoering waren aanzienlijk na die overname. Voor de overname kochten we al ons staal in IJmuiden. Dat betrof toch vele miljoenen aan inkoop die in Nederland werden besteed en bijdroegen aan de Nederlandse werkgelegenheid. Na de overname werd ik gedwongen het staal in Engeland te kopen. Nog later in India.
Ook de zeggenschap over je eigen begroting kan er anders uitzien na een overname door een buitenlandse partij. Ik had een goedgekeurde begroting voor een bepaald jaar, waarin een aantal investeringen in nieuwe machines waren opgenomen. Toen de buitenlandse moedermaatschappij in liquiditeitsproblemen kwam, werd er een streep door die investeringen gezet. Gevolg: een aantal nieuw ontwikkelde producten konden opeens niet meer geproduceerd worden.
“Zeggenschap over bedrijfsvoering kan drastisch veranderen na buitenlandse overname”
Belangrijkste oorzaak grote overnamegolf na 2008: goedkoop geld ECB
De enorme toename van buitenlands kapitaal in Nederlandse bedrijven is grotendeels veroorzaakt door de grootste overnamegolf sinds de crisis van 2008-2009. Deze is gefinancierd door het goedkope/gratis geld beleid van de ECB. Alleen al in de eerste helft van 2021 werden er 55% meer overnames gedaan dan in 2020. Een periode waarin geld lenen tegen de meest gunstige condities kon plaatsvinden.
De ‘financiële waarde’ van de 495 bedrijfsovernames en fusies in de eerste helft van 2021 is flink gestegen door de grotere hoeveelheid geld in omloop. In totaal ging het om een bedrag van € 65 miljard, tegenover € 20 miljard in de eerste helft van 2020. Dat heeft uiteraard deels te maken met de corona uitbraak in de eerste helft van 2020, maar verklaart niet het enorme verschil van € 45 miljard in eenzelfde periode.
Recente CBS statistieken tonen terugval in overnames vanaf begin 2022
Als je de meest recente statistieken van het CBS bekijkt, dan zie je dat 2021 het absolute topjaar qua overnames en fusies is geweest, met 7.235 bedrijven in totaal. In het eerste kwartaal van dit jaar waren dat er nog 2.190. Het tweede kwartaal van 2022 laat een forse daling zien: 1.490 bedrijven wisselden van eigenaar. Die omwenteling is niet vreemd, de kredietvoorwaarden en hoogte van de rente waartegen geleend kan worden, zijn aanzienlijk aangescherpt.
Het MKB is (helaas) niet meer de motor van onze economie
Bedrijven worden doorgaans gekocht door, en gefuseerd met, grotere bedrijven. Het aantal kleinere (MKB) bedrijven neemt daardoor structureel af. Sterker nog: veel Nederlandse bedrijven worden gekocht door multinationals, aldus onderzoek van McKinsey.
Volgens pagina 14 van het McKinsey rapport uit juni 2021 dat hier te downloaden is, komt inmiddels 61% van het Nederlandse BNP van bedrijven met meer dan 1 miljard omzet per jaar (zie tabel op genoemde pagina). Twintig jaar geleden was dat in Nederland nog slechts 34%. Van alle OESO landen heeft Nederland het hoogste percentage BNP afkomstig van multinationals. In Frankrijk is dat slechts 27%, in Duitsland 28% en in het VK 38%.
In alle andere EU lidstaten blijkt het percentage van het BNP dat door het MKB wordt gegeneerd groter dan bij ons, aldus het bovengenoemde McKinsey rapport.
Het MKB is niet langer de motor van onze economie! Deels door het grote aantal overnames van familiebedrijven door multinationals, deels door het op een na hoogste percentage Foreign Direct Investments in de wereld. Het regeringsbeleid van de afgelopen 10 jaar heeft dit alles versneld; de uitverkoop van ons land aan het buitenland en multinationals. Deze uitverkoop gaan we merken als het economisch tegen gaat zitten. Die buitenlandse aandeelhouders hebben vaak minder op met inspraak, grondrechten en democratische besluitvorming dan in de Nederlandse cultuur gebruikelijk is.
Beseft Nederlandse politiek wat hier aan de hand is?
Al schrijvende, vraag ik me af hoeveel bewindslieden en parlementariërs vertrouwd zijn met deze materie. Die uitverkoop van Nederlandse bedrijven aan buitenlandse partijen, de effecten daarvan op onze belastinginkomsten, zeggenschap, sociale verhoudingen of het toekomstperspectief van onze nationale economie?
Met een beetje pech zijn het er veel te weinig en kent Nederland in 2030 een BNP dat voor 85% afkomstig is van multinationals. Met alle gevolgen voor de Nederlandse belastinginkomsten en democratie. Het MKB, familiebedrijven en de detailhandel verdampen dan. De zeggenschap over ons politieke landschap komt dan ook steeds meer in handen van grote ‘corporates’. Zij gaan onze regenten vertellen wat er moet gebeuren en hoe het land bestuurd moet worden. Of ben ik nu te somber?